Page 137 of 324

135
6
Veiligheid
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten. Draag altijd een correct afgestelde autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussende airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goedewerking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uwauto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemenmogen uitsluitend door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriftenworden nageleefd, blijft de kans bestaanop letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt ver volgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zichwenden tot het PEUGEOT- net wer k . Raadpleeg de rubriek "Accessoires".Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver wondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op hetdashboard laten rusten. Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijpbrandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbagskunnen leiden tot hoofdletsel.Demonteer nooit de handgrepen van het dak(indien aanwezig); deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
Page 138 of 324

136
Veiligheid
Algemene informatie met
betrekking tot kinderzitjes
Volg voor een optimale veiligheid de volgendeadviezen op:
- conform de Europese wetgeving dienen
kinderen jonger dan 12 jaar of kleiner dan 1,50 m in gehomologeerde, aan
het lichaamsgewicht aangepaste
kinderzitjesop met veiligheidsgordels of
ISOFIX-bevestigingen uitgeruste plaatsen
te worden vervoerd * , -de veiligste plaats voor het vervoeren
van een kind is volgens de statistieken
een
plaats op de achterbank van uw auto,- kinderen tot 9 kg moeten zowel voor-als achterin met de rug in de rijrichtingworden vervoerd.
PEUGEOTbeveelt u aan
kinderen op de buitenste achterzitplaatsen
van uw auto te vervoeren:
-
met de rug in de rijrichtingtot 2 jaar,-met het gezicht in de rijrichtingvanaf 2 jaar.
H
oewel PEUGEOTbij het ontwerp vanuw auto veel aandacht heeft besteed aan
veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun
veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van uzelf.
*
De re
gels voor het ver voeren van kinderen zijn per land verschillend. Informeer hier voor
naar de wetgeving in uw land.
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting op de passagiersstoel voorwordt geplaatst,rmoet de airbag aan passagierszijde zijnuitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan het
kind bij het afgaan van de airbag ernstig of
dodelijk gewond raken .
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op de passagiersstoel voor
wordt geplaatst, moet de stoel in de achterste stand van de voor-/achterwaartse verstelling
worden gezet, in de hoogste stand en met
de rugleuning rechtop en mag de airbag aan
passagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Let erop dat de veiligheidsgordel goedaansgespannen is. Zorg ervoor dat het kinderzitje geenander deel van de auto raakt dan depassagiersstoel.
Page 139 of 324
137
6
Veiligheid
Airbag aan passagierszijde OFF
Passagiersstoel in de hoogste stand en zover mogelijk naar achteren.
Raadpleeg de voorschriften op de sticker die
zich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 140 of 324
138
Veiligheid
Door PEUGEOT aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kgGroep 1, 2 en 3: van 9 tot 36 kg
L1"RÖMER Baby-SafePlus" Wordt met de rug in de
rijrichting geplaatst.
L2"KIDDY Comfort Pro" Voor het vervoer van jonge kinderen (van 9 tot
18 kg) is het gebruik
van de beschermbandverplicht.
Groep 2 en 3: van 15 tot 36 kg
L4"KLIPPAN Optima" Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
L5
"RÖMER KIDFIX"
Kan aan de I
SOFIX-verankeringen van de auto worden bevestigd. Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel. PEUGE
OT lever t een complete reeks kinderzitjes met ar tikelnummer die met een
driepuntsveiligheidsgordelkunnen worden vastgemaakt:
Page 141 of 324

139
6
Veiligheid
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeelgehomologeerd kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie /
PlaatsTot 13 kg
(groep 0 (b) en 0+) Tot ± 1 jaar
9 tot 18 kg(groep 1) Van ± 1 tot ± 3 jaar
15 tot 25 kg
(groep 2) Van ± 3 tot ± 6 jaar
22 tot 36 kg(groep 3) Van ± 6 tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c)
- met hoogteverstelling
U(R)U(R)U(R)U(R)
- zonder hoogteverstellingUUUU
Zitplaats links of rechts achter UUUU
Middelste zitplaats achter XXXX
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan worden bevestigd.
(b) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. Reiswiegen en "autobedjes" mogen niet op de passagiersstoel vóór worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
U: plaats geschikt voor het bevestigen van een universeel goedgekeurd kinderzitje met de veiligheidsgordel. Kinderzitje geplaatst met de rug in derijrichting of het gezicht in de rijrichting. U(R)
: als U, waarbij de stoel van de auto in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren moet staan. X
: plaats ongeschikt voor de bevestiging van een kinderzitje van de desbetreffende gewichtsgroep.
Page 142 of 324

140
Veiligheid
De onjuiste bevestiging van een kinderzitjebrengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding. Controleer of er geen veiligheidsgordel of gesp van de veiligheidsgordel onder hetkinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg er voor dat de veiligheidsgordels of hettuigje van het kinderzitje, zelfs bij kor te ritten,worden vastgemaakt waarbij de speling ten opzichte van het lichaam van het kind zoveel mogelijk moet worden beperkt. Zorg er bij het bevestigen van hetkinderzitje met de veiligheidsgordel voor dat de veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje is gespannen en dat de gordel het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt. Schuif de passagiersstoel, wanneer deze versteld kan worden, indien nodig naar voren. Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoenderuimte tussen de voorstoel en:
- het kinderzitje "met de rug in de rijrichting",
- de voeten van het kind in het kinderzitje"met het gezicht in de rijrichting".
Adviezen voor kinderzitjes
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van deveiligheidsgordel moet over de schouder vanhet kind liggen zonder de hals te raken. Controleer of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. PEUGEOT beveelt aan een stoelverhoger met rugleuning te gebruiken voorzienvan een gordelgeleider ter hoogte van deschouder. Laat uit veiligheidsoverwegingen:- geen kinderen zonder toezicht achter in een auto,- nooit een kind of een dier in een auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat,- de sleutels nooit binnen bereik van dekinderen achter in de auto.Gebruik de kindersloten om te voorkomendat de por tieren en de por tierruiten achter per ongeluk geopend worden. Zorg er voor dat de portierruiten achter niet verder dan voor 1/3 deel geopend worden. Plaats zonneschermen om uw jonge kinderen tegen de zon te beschermen.
Schuif daartoe de voorstoel naar vorenen zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op. Zorg er voor een optimale bevestigingvan het kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje tegen de rugleuning van de stoel van de auto aandrukt en ver wijder de hoofdsteun.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te voorkomen dat de hoofdsteun door de autovliegt bij krachtig afremmen. Plaats dehoofdsteun terug als een volwassene op de desbetreffende zitplaats plaatsneemt.
Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het gezicht in de rijrichting op depassagiersstoel voor worden ver voerd,behalve als de achterzitplaatsen al bezet zijndoor andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar, neergeklapt of ver wijderd is. Schakel de airbag aan passagierszijde uit zodra een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van deairbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 143 of 324

141
6
Veiligheid
Uw auto voldoet aan de nieuwe ISOFIX-normen
.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven I
SOFIX-
bevestigingen:
ISOFIX-bevestigingen
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen:
- twee bevestigingsringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een sticker, De I
SOFIX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van hetkinderzitje in uw auto.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar het
midden van de auto duwen op een zodanige
manier dat de gordel normaal blijft werken.
De ISOFIX-kinderzitjeszijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevestigingsringen Akunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriemdie kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B. Zet om de bovenste bevestigingsriem vast te
maken de hoofdsteun van de zitplaats omhoogof ver wijder de hoofdsteun en haal de riem over de rugleuning. Bevestig de riem met de haakaan de bevestigingsring B en trek de riem zo strak mogelijk aan.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan het kind bij een aanrijding ernstig letseloplopen.
Raadplee
g het overzicht voor de bevestiging
van ISOFIX-kinderzitjes in uw auto, waarinstaat vermeld welke kinderzitjes voor welke
zitplaatsen geschikt zijn. - één bevesti
gingsring B
achter de stoel, TopTe t h e rgenoemd, voor de bevestiging vanrde bovenste riem.
Page 144 of 324
142
Veiligheid
ISOFIX-kinderzitjes aanbevolen door PEUGEOT
en gehomologeerd voor uw auto
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
RÖMER Duo Plus ISOFIXkinderzitje (lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9 tot 18 kg
Dit zitje wordt met het gezicht in de rijrichting geplaatst. Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A
en de ring B, de TOP TETHER.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit zitje kan worden geïnstalleerd met het gezicht in de rijrichting. Het wordt bevestigd
aan de stoel met behulp van een driepuntsgordel.
Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.