134
Veiligheid
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B ), loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittende voorin en het desbetreffende portierpaneel.
De zijairbags beschermen de bestuurder en de voorpassagier bij een ernstige zijdelingseaanrijding om de kans op letsel te verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de por tierzijde.
Detectiezones voor een
aanrijding
A. Impactzone vóór.
B. Impactzone opzij.
Windowairbags
De windowairbags beschermen de bestuurder en passagiers (uitgezonderd de middelste
passagier achter) bij een ernstige zijdelingse
aanrijding, om de kans op letsel aan de zijkant
v
an het hoofd te verkleinen.
De windowairbags zijn aangebracht in de stijlen en in de hemelbekleding.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of bij over de kop slaan, kan het zijn dat deairbag niet wordt geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een frontale aanrijding wordt de airbag niet geactiveerd.
Activering
De windowairbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (B ), waarbij de krachten loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De windowairbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden vóór en achter en de ruiten.
Als dit waarschuwin
gslampje gaat branden in combinatie
met een geluidssignaal en eenmelding op het multifunctionele display,
raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om het systeem
te latencontroleren. De kans bestaat dat deairbags bij een ernstige aanrijding niet worden
geactiveerd.
Storing
135
6
Veiligheid
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten. Draag altijd een correct afgestelde autogordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussende airbag en de inzittenden (kinderen, huisdieren, objecten...). Dit kan de goedewerking van de airbag belemmeren en/of de inzittende bij het opblazen van de airbag verwonden.
Laat na een aanrijding of diefstal van uwauto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemenmogen uitsluitend door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerdewerkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriftenworden nageleefd, blijft de kans bestaanop letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk zeer snel opgeblazen (binnen enkele milliseconden) en loopt ver volgens even snel leeg, waarbij de warme gassen via de daarvoor bestemde openingen naar buiten stromen.
Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor goedgekeurde stoelhoezen, die in combinatie met actieve zijairbags gebruikt kunnen worden. Voor informatie over de stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto kunt u zichwenden tot het PEUGEOT- net wer k . Raadpleeg de rubriek "Accessoires".Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van de airbags kunnen leiden tot ver wondingen aan armen of borstkas.Ga niet onnodig dicht tegen het portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken vast en laat uw handen niet op het stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op hetdashboard laten rusten. Het is raadzaam niet te roken in de auto. Als de airbag wordt opgeblazen, kunnen brandende sigaretten of een pijpbrandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen gaten in de stuurwielbekleding en sla er niet op.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding; dit zou bij het afgaan van de window-airbagskunnen leiden tot hoofdletsel.Demonteer nooit de handgrepen van het dak(indien aanwezig); deze maken deel uit van de bevestiging van de window-airbags.
320
Index
Veiligheidsgordels .......................... 129-131,138Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen...............132, 136, 137, 139, 141-143Ventilatie........................................14, 19,63-65Ventilatieroosters............................................63Vergrendeling kofferdeksel.............................55Ver keer sinformatie (TA)........................227,274
Ver keer sinfor matie (TMC)...................226, 227Verklikkerlampjes................................23,27,28Ver lichting overdag.......................................111Ver snellingshendel ..........................................19Verwarming.........................................14, 19, 65Voorstoelen.....................................................57
Waarschuwingssignaal sleutelin contact ......................................................78Waarschuwing vergeten verlichting..............110Wassen (adviezen)........................................181Wiel demonteren...........................................154
Wiel monteren...............................................154Wiel verwisselen...................................151, 152Window-airbags ....................................134, 135
V
Stop & Start........42, 70,92,172, 185, 188,196Streaming audio Bluetooth ..........240,243,280Stuurkolomschakelaars................................271Stuurslot .......................................................... 47Stuurwiel (verstellen)......................................60Synchroniseren afstandsbediening................49
T
Tankbeveiliging.............................................190Technische gegevens ...................198-200,202Te l a ag brandstofniveau................................188Telefoon................................250,252, 253, 255Te m p e r a t u u r r egeling .......................................67Tijdelijke bandenspanning (met set).............145Tijd instellen....................................................43TMC (verkeersinformatie) .............................226Toevoer van buitenlucht..................................67To u c h s creen............................................40, 209Trekhaak........................................................179
U
Uitschakelen airbag passagier.....................r132Updaten risicozones .....................................222USB...............................................................240USB-aansluiting ......................................73,278USB-poort .....................................................240
W
Z
Zekeringen....................................................166Zekeringen vervangen..................................166Zekeringkast dashboard ...............................166Zekeringkast motorruimte.............................166Zij-airbags .............................................134,135Zijknipperlicht................................................162Zonnescherm (panoramadak)........................56Zuinig rijden....................................................19