WELKOM
Waarschuwing:
dit symbool geeft waarschuwingen weer die u absoluut dient te respecteren omwille van uw veiligheid en die van anderen en om schade aan uw auto te voorkomen.
Informatie:
dit symbool vestigt uw aandacht opaanvullende informatie die u helpt de gebruiksmogelijkheden van uw autooptimaal te benutten.
Bescherming van het
milieu:
dit symbool verschijnt bij adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu.
Verwijzing:
dit symbool ver wijst naar de bladzijde
waar meer informatie over de desbetreffende functie is te vinden.
Wi
j danken u voor uw keuze voor de 2008.
Dit instructieboek
je is ontwikkeld om u
in de gelegenheid te stellen onder alle
omstandigheden optimaal gebruik te maken
van de mogelijkheden van uw auto. In het eerste deel van het boekje is de belangrijkste
informatie samengevat om u in kor te tijd ver trouwd
te maken met de bediening van uw auto. Vervolgens komen alle details van uw auto
op het gebied van comfort, veiligheid enpraktische informatie uitgebreid aan bod, zodat
u en uw passagiers maximaal van de auto
kunnen genieten.
Uw auto kan, afhankeli
jk van het
uitrustingsniveau en de specifieke kenmerken
voor het land waarvoor uw auto bestemdis, slechts van een deel van de in dit boekje
vermelde uitrustingen zijn voorzien.
.
.
Inhoud
Richtingaanwijzers 122
Alarmknipperlichten 122
Urgence-oproep of Assistance-oproep 123
Claxon 123
ESP 124
Grip control 127
Veiligheidsgordels 129
Airbags 132
Kinderzitjes 136
ISOFIX-kinderzitjes 141
Kinderbeveiliging 144
Veiligheid
Bandenreparatieset 145
Wiel ver wisselen 151
Sneeuwkettingen 158
Een lamp vervangen 159
Zekering ver vangen 166
12V-accu 172
Eco-mode 175
Wisserbladen vervangen 176
Slepen van de auto 177
Trekken van een aanhanger 179
Allesdragers monteren 181
Onderhoudstips 181
Accessoires 182
Praktische informatie
Motorkap 185
Benzinemotoren 186
Dieselmotoren 187
Brandstoftank 188
Vulpistoolrestrictie (diesel) 190
Brandstoftank leeg (diesel) 192
Niveaus controleren 193
Controles 196
Onderhoud
Benzinemotoren 198
Gewichten (benzine) 199
Dieselmotoren 200
Gewichten (diesel) 202
Afmetingen 205
Identificatie 206
Technische gegevens
Urgence-oproep of Assistance-oproep 207
To u c h s c r e e n 209
Autoradio / Bluetooth 269
Autoradio 295
Audio en telematica
Visuele index
Index
30
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Zelfdiagnose motorpermanent. Er is een storing in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie met het verklikkerlampje SERVICE.
Er is sprake van een lichte motorstoring. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje STOP.Er is sprake van een ernsti
gemotorstoring. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Parkeer de auto, zet het contact af en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Laag brandstofniveaupermanent, met de
wijzer in het rode
gebied.
Er zit er nog ongeveer 5 literbrandstof in de tank.
Vanaf dit moment worden delaatste liters brandstof in de tank aangesproken.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat umet een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 50 liter.rRijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en hetinjectiesysteem beschadigd raken. knipper t met de wi
jzer
in het rode gebied.Er zit nog een minimale hoeveelheidbrandstof in de tank.
32
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbagstijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lamp
je moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent.Er is een storing in een van de airbags of de pyrotechnische gordelspanners.L
aat dit controleren door het PEUGEOT- netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Stuurbekrachtigingpermanent. Er is een storing met betrekking tot
de stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid.
Laat het systeem nakijken door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheidsgordel(s)niet vastgemaakt of weerlosgemaakt.
permanent, of knippert
in combinatie met een geluidssignaal.
Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
62
!
Comfort
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulpvan de schakelaar A, worden ze niet automatisch uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Treknogmaals de schakelaar Anaar achteren om deAbuitenspiegels uit te klappen.
Het automatisch in- en uitklappen van de buitenspiegels kan worden gedeactiveerd door het PEUGEOT-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.
Klap de buitenspiegels in als u uw autoin een automatische autowasstraat laat
wassen.
Inklappen
- Automatisch: vergrendel de auto met de
afstandsbediening of de sleutel.
- Handmatig: trek bij aangezet contact deschakelaar Anaar achteren.
Uitklappen
- Automatisch: ontgrendel de auto met deafstandsbediening of de sleutel.
- Handmatig: trek bij aangezet contact deschakelaar Anaar achteren.
Automatisch dimmende binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de da
g- in de nachtstand. Verstelbare spiegel voor het zicht recht achter
de auto.
De binnenspiegel is voorzien van een nachtstand
waardoor de spiegel donkerder wordt en debestuurder minder hinder ondervindt van de zonen van koplampverlichting van achteropkomend
verkeer...
Binnenspiegel
Binnenspiegel met handbediende
dag-/nachtstand
Verstellen
)
Stel de spiegel af als deze in de dagstand staat.
Dag-/nachtstand
)
Trek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten. ) Duw het hendeltje naar voren om despiegel terug te zetten in de dagstand.
Zodra de achteruitversnelling wordtingeschakeld, wordt de spiegel in dedagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.
Om veiligheidsrdenen moeten de spiegels zo zijn ingesteld dat de "dode hoek" zo klein mogelijk is.