127
6
i
Veiligheid
Grip control
waarmee de aandrijving wordt verbeterd op
ondergronden met sneeuw, modder en zand.
Het systeem zorgt, in combinatie met vier seizoenen-banden van het type M&S (Mud andSnow: 215/60 R16), voor optimale veiligheid,grip en aandrijving.
Dit systeem werkt in elke situatie op optimale wijzeen zorgt er voor dat u ook onder omstandighedenmet weinig grip, die u tijdens toeristisch gebruik
kunt tegenkomen, uw weg kunt vervolgen. Het gaspedaal dient voldoende te worden
ingetrapt om het systeem optimaal gebruik
te laten maken van het motorvermogen. De elektronica zorgt zelf voor de juiste instellingen. Tijdens de werking van het systeem draait
de motor soms met hoge toerentallen, dit is
normaal.
Na het afzetten van het contact schakelt het systeem altijd de normale stand in (CDS).
Normale stand
Dit is de normale stand voor situaties waarinweinig wielslip optreedt, gebaseerd op de
meest voorkomende omstandigheden tijdens het rijden op autowegen en snelwegen.
) Zet de draaiknop in deze stand.
Afhankelijk van de gekozen stand verschijnt als bevestiging een meldingop het multifunctionele display of op hetdisplay van het instrumentenpaneel.
Sneeuwstand
In deze stand past het systeem bij het
wegrijden de regeling aan op de hoeveelheid
grip die elk voor wiel op dat moment heeft.
Tijdens het optrekken optimaliseer t hetsysteem de wielslip zodanig dat de beschikbaregrip effectief wordt gebruikt voor een maximale acceleratie.
)Zet de draaiknop in deze stand.
128
i
Veiligheid
Modderstand
In deze stand wordt bij het wegrijden veel
wielslip toegestaan bij het wiel met de minste
grip, zodat de modder van de band wordt
ver wijderd en het wiel ver volgens weer grip
krijgt. Er wordt zo veel mogelijk koppel naat het
wiel met de meeste grip overgebracht.
Tijdens het optrekken verdeelt het systeem de
w
ielslip zodanig dat de handelingen van de
bestuurder zo veel mogelijk effect hebben.
) Zet de draaiknop in deze stand.
Zandstand
In deze stand is het gelijktijdig licht doorslippen
van de aangedreven wielen toegestaan, zodat
de auto vooruit komt en het risico van in
graven
wordt beperkt.
)Zet de draaiknop in deze stand.
Activeer op zand
geen andere standen,
hierdoor bestaat de kans dat de auto vast komt
te zitten in het terrein.
CDS OFF-stand
)
Zet de draaiknop in deze stand.
Deze stand is alleen mo
gelijk bij snelheden tot50 km/h.
Tips voor het rijden
Uw auto is hoofdzakelijk ontworpenvoor het gebruik op verharde wegen,maar u kunt er ook mee uit de voetenop minder goed begaanbare wegen. Uw auto is echter geen terreinauto, en is niet ontworpen voor de volgendeomstandigheden:
- het rijden in terreinen die de onderzijde van de auto zoudenkunnen beschadigen of waarinonderdelen (brandstofleiding, brandstofkoeler,...) geraakt zouden kunnen worden door stenen of andere objecten,
- het rijden in terrein met steilehellingen en weinig grip,
- het doorwaden van beekjes en stroompjes, enz.