87
4
Rijden
Storing
Selecteer wanneer u de auto met draaiende motor stilzet altijd deneutraalstand N. Controleer voordat u werkzaamhedenonder de motorkap uitvoer t altijd of de selectiehendel in de neutraalstand N
staat en de parkeerrem is aangetrokken.
Als dit verklikkerlampje en AUTO
bij het aanzetten van het contact
gaan knipperen, in combinatie
met een geluidssignaal en een melding op het
display van het instrumentenpaneel, duidt dit op
een storing in de versnellingsbak.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT- net wer k of door een gekwalificeerdewerkplaats.
Houd bij het starten van de motor altijd het rempedaal ingetrapt.Tr e k d e p a r k e e r r e m s t e v ig aan om deauto volledig te blokkeren.
Stilzetten van de auto
Voordat u de motor afzet, kunt u:
-
de selectiehendel in de stand N
bewegen
om de neutraalstand te selecteren,
- een versnellin
g ingeschakeld laten. In dat geval kan de auto niet worden verplaatst.
Trek in beide gevallen altijd de parkeerrem aan
om de auto volledig stil te zetten.
88
Rijden
Bij de automatische versnellingsbak met vier
versnellingen kunt u kiezen uit automatisch schakelen, aangevuld met de programma's Spor t en Sneeuw, en handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft dus vier gebruiksmogelijkheden:
- automatisch schakelen:
het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd door de
versnellingsbak,
- programma Sport:dit schakelprogrammamaakt een meer dynamische rijstijl mogelijk,
- programma Sneeuw:
ditschakelprogramma vereenvoudigt het
rijden op een ondergrond met weinig grip,
- handmatig schakelen:
deze stand maakt het zelf schakelen met de selectiehendelmogelijk.
Automatische versnellingsbak
1.
Selectiehendel. 2.
Toets "S"(sport)
.
3.Toets " 7
"(sneeuw).
SchakelpatroonSelectiehendel
P.Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken handrem.
-
Starten van de motor.
R. Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.N.Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokkenhandrem.
- Starten van de motor.D.
Automatische werking.
M + / - . Zelf schakelen tussen de vier
versnellingen. )Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om één versnelling op te schakelen.of )Beweeg de selectiehendel kor t naar
achteren om één versnelling terug teschakelen.
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt het
desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. P. Parking (parkeerstand) R.Reverse (achteruitversnelling)N.
Neutral (neutraalstand)D.Drive (automatisch schakelen) S.
Programma Sport 7.Programma Sneeuw1 2 3 4 .
Ingeschakelde versnelling bijhandmatig schakelen-.
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen
Intrappen van het rempedaal
)
Als dit pictogram op het
instrumentenpaneel verschijnt,
trap dan het rempedaal in
(bijv.: starten van de motor).