WAARSCHUWING!
Houd de gesp schoon en vrij van belem-
m
eringen en zorg dat de rugleuning ste-
vig is vergrendeld. Anders is de zitting niet vol-
doende stabiel voor kinderzitjes en/of de andere
inzittenden. Een instabiele zitting kan leiden tot
ernstig letsel.
Stadium Tip 'n Slide™ (Easy Entry/Exit Seat)
— uitvoeringen voor zeven passagiers
Met deze functie kunnen de passagiers van de derde
zitrij makkelijk in - en uitstappen aan beide zijden van
het voertuig.
Stoel van tweede zitrij naar voren bewegen
OPMERKING: Breng de rugleuning / armsteun om-
hoog voordat u de stoel volledig naar voren schuift.
Trek de hendel aan de bovenzijde bij het portier naar
voren. De zitting draait in een vloeiende beweging naar
boven en de stoel schuift over de rails naar voren.
(afb. 31) (afb. 32)
OPMERKING: Aan de voorkant van het bekledings-
paneel naast de portieropening bevindt zich een hand-
greep om het in- en uitstappen voor passagiers op de
derde zitrij te vereenvoudigen.
(afb. 31) Bedieningshendel Tip 'n Slide™(afb. 32)
Tip n Slide Seat™
63
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
WAARSCHUWING!
Niet rijden met de stoel in deze stand
om
dat deze stand alleen bedoeld is om
het in- en uitstappen voor passagiers op de derde
zitrij te vergemakkelijken. Als u deze waarschu-
wing niet opvolgt , kan dit ernstig letsel tot gevolg
hebben.
Stoelen tweede zitrij opklappen en naar achte-
ren schuiven
Breng de rugleuning naar achteren tot hij vergrendelt
en blijf de stoel naar achteren schuiven op de rails tot
deze ook vergrendelt.
Duw de zitting naar beneden om deze op zijn plaats
vast te maken.
Verstel de stoelstand op de rails zoals gewenst. Beweeg
met uw lichaamsgewicht naar voren en naar achteren
op de stoel om er zeker van te zijn dat het stoelver-
stelmechanisme is vergrendeld.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de rugleuning en de stoel goed
zijn
vergrendeld. Anders is de zitting niet
voldoende stabiel voor kinderzitjes en/of de an-
dere inzittenden. Een instabiele zitting kan leiden
tot ernstig letsel. 50/50-GEDEELDE ACHTERBANK DERDE
ZITRIJ MET NEERKLAPFUNCTIE
(uitvoeringen voor zeven passagiers)
Voor extra opbergruimte kunnen alle stoelen van de
derde zitrij worden neergeklapt. Hierdoor wordt extra
laadruimte gecreëerd en blijft er zo nodig voldoende
zitruimte over.
OPMERKING:
Voordat de rugleuning van de bank
op de derde zitrij wordt neergeklapt, moet u zorgen
dat de rugleuning van de tweede zitrij niet achterover is
gekanteld. Hierdoor kan de rugleuning eenvoudig wor-
den neergeklapt.
Rugleuning neerklappen
Trek de ontgrendellus, die zich boven aan de rugleuning
bevindt, omhoog, duw de rugleuning enigszins naar
voren en laat de lus los. Blijf de rugleuning naar voren
drukken. Als de rugleuning naar voren kantelt worden
de hoofdsteunen automatisch neergeklapt. (afb. 33)
Rugleuning opklappen
Neem de hulpriem op de rugleuning vast en trek deze
naar u toe om de rugleuning omhoog te brengen. Ga
door met de rugleuning op te heffen totdat deze op zijn
plaats vastklikt. Breng vervolgens de hoofdsteun om-
hoog om deze te laten vergrendelen. (afb. 34)
64
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
De rugleuning kan ook worden vergrendeld in de
achterover gekantelde stand. Daarvoor trekt u de
ontgrendellus die zich boven aan de rugleuning bevindt
omhoog, laat de rugleuning naar achteren leunen en
laat de ontgrendellus los.
WAARSCHUWING!
Con
troleer of de rugleuning stevig is
vergrendeld. Anders biedt de stoel niet
voldoende stabiliteit voor de passagiers. Een in-
stabiele zitting kan leiden tot ernstig letsel.
Laat nooit iemand meerijden op de derde
zitrij, tenzij de hoofdsteun is opgeklapt en ver-
grendeld. Als aan deze waarschuwing geen ge-
hoor wordt gegeven, kan dit bij een ongeval licha-
melijk letsel tot gevolg hebben.
Niemand mag op de derde zitrij plaatsnemen
als de rugleuningen van de tweede zitrij zijn
neergeklapt . Bij een botsing zouden de inzitten-
den onder de autogordel kunnen glijden en ern-
stig of dodelijk letsel kunnen oplopen.
(afb. 33) Hendel rugleuning(afb. 34)
Hulpriem
65
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
VERSTELBARE STUURKOLOM
Met deze functie kunt u de stuurkolom in de hoogte
verstellen. U kunt de stuurkolom ook in de lengte
verstellen. De bedieningshendel voor lengte- en hoog-
teverstelling bevindt zich onder het stuur aan het
uiteinde van de stuurkolom. (afb. 35)
Om de stuurkolom te ontgrendelen drukt u de bedie-
ningshendel naar beneden. Om de stuurkolom in de
hoogte te verstellen beweegt u het stuur omhoog of
omlaag naar de gewenste positie. Om de stuurkolom in
de lengte te verstellen trekt u het stuur naar buiten of
duwt u het naar binnen naar de gewenste positie. Omde stuurkolom op zijn plaats te vergrendelen trekt u de
bedieningshendel naar boven tot deze klikt.
WAARSCHUWING!
Verstel het stuur niet tijdens het rijden.
V
erstellen van de stuurkolom tijdens het
rijden of rijden als de stuurkolom niet is vergren-
deld, kan ertoe leiden dat de bestuurder de
macht over het stuur verliest . Controleer of de
stuurkolom vergrendeld is, voordat u gaat rijden.
Als u deze waarschuwing niet opvolgt , kan dit
ernstig en zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
(afb. 35) Regelhendel voor lengte- en hoogteverstelling stuurkolom
66
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
SPIEGELS
BINNENSPIEGEL MET DAG/NACHTSTAND
Via een dubbel scharniersysteem kunt u de spiegel
horizontaal en verticaal verstellen. Stel de spiegel zo in
dat u door het midden van de achterruit kijkt.
U kunt hinderlijke weerspiegeling van koplampen ver-
minderen door het bedieningshendeltje onder de spie-
gel in de nachtstand te zetten (hendel naar de achter-
kant van de auto gekanteld). Stel de spiegel af terwijl
deze in de dagstand staat (naar de voorruit toe).
(afb. 36)BINNENSPIEGEL MET AUTOMATISCHE
DIMSTAND (voor bepaalde uitvoeringen/
landen)
Deze spiegel wordt automatisch aangepast aan hinder-
lijke weerspiegeling van de koplampen van achterlig-
gers. Deze functie is standaard ingeschakeld en wordt
alleen uitgeschakeld als het voertuig achteruit rijdt.
(afb. 37)
Om tijdens reinigen de spiegel niet te
beschadigen mag reinigingsvloeistof
nooit rechtstreeks op de spiegel worden
gespoten. Breng de vloeistof aan op een schone
doek en wrijf de spiegel daarmee schoon.
(afb. 36) Binnenspiegel verstellen
(afb. 37)Binnenspiegel met automatische dimstand
67
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
BUITENSPIEGELS
Voor een optimaal resultaat dient u de spiegels zo af te
stellen dat u de naastliggende rijbaan goed in het zicht
hebt en er tevens een geringe overlapping is met het
zicht in de binnenspiegel.
OPMERKING:Het bolle oppervlak van de buiten-
spiegel aan de passagierszijde biedt een veel bredere
kijkhoek met name op de rijbaan naast uw auto.
WAARSCHUWING!
Auto's en andere voorwerpen lijken in de
bolle
spiegel aan passagierszijde kleiner
en verder weg dan ze in werkelijkheid zijn.Als u te
veel op de passagiersspiegel vertrouwt , kunt u in
botsing komen met een ander voertuig of object .
Gebruik uw binnenspiegel om de grootte van of
de afstand tot een voertuig te schatten dat u in
de rechterspiegel ziet . Als u deze waarschuwing
niet opvolgt , kan dit ernstig en zelfs dodelijk
letsel tot gevolg hebben.
ELEKTRISCH BEDIENDE BUITENSPIEGELS
De schakelaar voor de elektrisch bediende buitenspie-
gels bevindt zich op het bekledingspaneel in het be-
stuurdersportier. (afb. 38) Modellen zonder de functie "Ruit snel openen/
sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en druk vervolgens op één van de vier
pijltjestoetsen om de spiegel in de richting van de pijl te
verstellen.
Modellen met de functie "Ruit snel openen/
sluiten"
Druk op de spiegelkeuzetoets met de letter L (links) of
R (rechts) en laat deze weer los. Druk vervolgens op
één van de vier pijltjestoetsen om de spiegel in de
richting van de pijl te verstellen. De keuzeschakelaar
slaat na 30 seconden af om te vermijden dat de spiegel-
stand na het verstellen onverhoeds wordt veranderd.(afb. 38)
Elektrische spiegelschakelaars.
68
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
OPMERKING:Een lampje in de knop geeft dan aan
dat de spiegel is geactiveerd en kan worden versteld.
ELEKTRISCH INKLAPBARE SPIEGELS
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
De schakelaar voor de elektrische inklapbare spiegels
bevindt zich tussen de spiegelschakelaars L (links) en R
(rechts). Druk eenmaal op de schakelaar om de spie-
gels in te klappen en druk nogmaals op de schakelaar
om de spiegels naar de normale rijstand terug te
klappen.
OPMERKING: Als de rijsnelheid hoger is dan
16 km/u, is de inklapfunctie van de spiegels uitgescha-
keld.
Als de spiegels zich in de ingeklapte stand bevinden en
de snelheid van het voertuig is gelijk aan of hoger dan
8 km/u, worden ze automatisch uitgeklapt.
HANDMATIG INKLAPBARE SPIEGELS
Sommige modellen beschikken over scharnierende bui-
tenspiegels. Door het scharnier kan de spiegel naar
voren en naar achteren worden geklapt om schade te
voorkomen. Het scharnier kent drie standen: naar
voren, naar achteren en normaal. VERWARMDE BUITENSPIEGELS
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Deze buitenspiegels worden verwarmd om ijs te
ontdooien. Deze functie wordt geactiveerd
wanneer u de achterruitverwarming inschakelt. Raad-
pleeg “Functies achterruit” voor meer informatie.
VERLICHTE MAKE-UPSPIEGELS
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Beide zonnekleppen zijn voorzien van een verlichte
make-upspiegel. Als u deze spiegel wilt gebruiken, klapt
u de zonneklep omlaag en het spiegelklepje omhoog.
Het lampje gaat automatisch branden. Als het spiegel-
kapje wordt gesloten, gaat het licht uit. (afb. 39)
(afb. 39)
Verlichte make-upspiegel
69
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
"Schuifstangfunctie" zonneklep
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Met deze functie zijn er meer standen mogelijk om de
zon te weren met de zonneklep.
1. Klap de zonneklep naar beneden.
2. Neem de zonneklep van de klem in het midden af.
3. Trek de zonneklep in de richting van de achteruit-kijkspiegel om het zonwerende vlak te vergroten. KLIMAATREGELING
ALGEMEEN OVERZICHT
Het systeem voor airconditioning en verwarming is
ontworpen voor een optimaal interieurcomfort onder
alle weersomstandigheden. Dit systeem kan worden
bediend met de toetsen van de automatische klimaat-
regeling op het instrumentenpaneel of via het scherm
van het Uconnect Touch™ systeem.
Wanneer het Uconnect Touch™ systeem in een be-
paalde modus (Radio, Player, Settings, More, enz.) staat,
worden de temperatuurinstellingen voor de bestuur-
der en passagier aan de bovenzijde van het scherm
weergegeven.
Toetsen
Toetsen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde
van het Uconnect Touch™ 4.3 scherm in het midden
van het instrumentenpaneel. Ook onder het Uconnect
Touch™ scherm bevinden zich toetsen.
(afb. 40)
(afb. 41) (afb. 42)
Schermtoetsen
Schermtoetsen bevinden zich op het Uconnect
Touch™ scherm. (afb. 43) (afb. 44)
70
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD