FUNCTIES VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
(afb. 2)(afb. 2)1 — Uitstroomopening ontwasemen
zijruit6 — Rij schakelaars
11 — Knop Engine Start/Stop
(Motor Aan/Uit)
2 — Luchtrooster 7 — Toetsen Uconnect Touch™ 12 — Ontgrendelhendel motorkap
3 — Instrumentengroep 8 — Sleuf voor SD geheugenkaart 13 — Dimschakelaars
4 — Uconnect Touch™ systeem 9 — Aansluitcontact 14 — Lichtschakelaar
5 — Handschoenenkastje 10 — Sleuf voor cd/dvd
6
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
UW SLEUTELS
Uw auto werkt met een startcontact zonder sleutel.
Dit systeem bestaat uit een sleutelhouder met af-
standsbediening en Keyless Ignition Node (KIN).
Keyless Enter-N-Go™
Deze auto is uitgerust met de functie Keyless Enter-N-
Go™. Lees de paragraaf "Startprocedures" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" voor meer informatie
hierover.
KEYLESS IGNITION NODE (KIN) (Starten
zonder sleutel)
Met deze functie kan de bestuurder de contactschake-
laar bedienen door op een knop te drukken, zolang de
afstandsbediening zich in het passagierscompartiment
bevindt.
Keyless Ignition Node (KIN) kan in vier standen wor-
den gezet. Drie van deze standen worden aangeduid
door een label en door een lampje dat gaat branden
wanneer de stand is gekozen. Deze drie standen zijn
OFF, ACC en ON/RUN. De vierde stand is START.
Tijdens het starten gaat het lampje RUN branden.OPMERKING:
Wanneer de contactschakelaar na
het indrukken van een toets niet reageert, is de batterij
van de afstandsbediening (sleutelhouder) mogelijk bijna
leeg of leeg. Als dit het geval is, kan de contactschake-
laar ook op een andere manier worden bediend. Druk
de voorzijde (zijde tegenover de noodsleutel) van de
sleutelhouder tegen de knop ENGINE START/STOP
(Motor aan/uit) om de contactschakelaar te bedienen.
(afb. 4)
(afb. 4) Keyless Ignition Node (KIN)1 — OFF
2 — ACC (ACCESSOIRESTAND)
3 — ON/RUN
9
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Olietemperatuur
Toont de daadwerkelijke temperatuur van de olie.
Oliedruk
Toont de huidige oliedruk.
Versnellingsbaktemperatuur
Toont de huidige temperatuur van de versnellingsbak.
Bedrijfsuren motor
Geeft het aantal uren weer dat de motor in bedrijf is
geweest.
BERICHTEN
Druk in het hoofdmenu op de OMHOOG- of
OMLAAG-knop en houd deze ingedrukt totdat het
bericht "Messages: XX" (Berichten: XX) gemarkeerd
verschijnt in het EVIC. Als er meer dan één bericht is,
kunt u door op de selectieknop te drukken een opge-
slagen waarschuwingsbericht weergeven. Druk op de
OMHOOG- en OMLAAG-knop als er meer dan één
bericht is om de overige opgeslagen berichten weer te
geven. Als er geen berichten zijn, gebeurt er niets als u
op de selectieknop drukt.
TURN MENU OFF (MENU UITSCHAKELEN)
Selecteer deze optie in het hoofdmenu met de
OMLAAG-knop. Door op de selectieknop te drukken
verdwijnt het menuscherm uit het beeld. Als u op een
van de vier stuurwielknoppen drukt, verschijnt het
menu weer in beeld.Uconnect Touch™ INSTELLINGEN
TOETSEN
De toetsen bevinden zich aan de linker- en rechterzijde
van het Uconnect Touch™ 4.3 scherm. Bovendien
bevindt zich in het midden van het instrumentenpaneel,
rechts van de toetsen van de klimaatregeling, een
Scroll/Enter-draaiknop. Draai aan de knop om door de
menu's te bladeren of instellingen te selecteren (bijv.
30, 60, 90). Druk een of meerdere keren op het midden
van de draaiknop om een instelling te wijzigen (bijv.
ON/OFF (aan/uit)).
SCHERMTOETSEN
Schermtoetsen bevinden zich op het Uconnect
Touch™ scherm.
PERSOONLIJK TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN Uconnect
Touch™ 4.3
In deze modus kunt u de toetsen en schermtoetsen
gebruiken om via het Uconnect Touch™ systeem toe-
gang te krijgen tot de programmeerbare functies waar-
mee de auto mogelijk os uitgerust, zoals Display
(Scherm), Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/
hulp), Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en
sloten), Heated Seats (Stoelverwarming) (voor be-
paalde uitvoeringen/landen), Engine Off Operation
(Stroom bij uitgeschakelde motor), Compass Settings
31
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor)
Uitschakelvertraging koplampen
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay (uitscha-
kelvertraging koplampen) om dit scherm te verande-
ren. Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 0, 30, 60 of 90 seconden
blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay (uitschakelvertraging koplampen) te veran-
deren op de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna
op de schermtoets met de pijl naar links. Engine Off Power Delay (vertraging voedings-
spanning bij uitgeschakelde motor)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Druk op de schermtoets Engine Off Power Delay
(uitschakelvertraging voeding bij motor uit) om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is geselecteerd,
blijven de schakelaars voor elektrische raambediening,
de radio, het Uconnect™ Phone systeem (voor be-
paalde uitvoeringen/landen), het dvd-videosysteem
(voor bepaalde uitvoeringen/landen), het elektrisch be-
dienbare zonnedak (voor bepaalde uitvoeringen/
landen) en de aansluitcontacten nog maximaal 10 mi-
nuten werken nadat de contactschakelaar in de stand
OFF is gezet. Door het openen van een voorportier
wordt deze functie uitgeschakeld. Druk, om de status
van de functie Engine Off Power Delay (uitschakelver-
traging voeding bij motor uit) te veranderen, op de
schermtoets 0 seconden, 45 seconden, 5 minuten of 10
minuten. Druk daarna op de schermtoets met de pijl
naar links.
38
UW AUTO VEILIGHEID
S
TARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Telefoon / Bluetooth
Gekoppelde apparaten
Deze functie toont welke telefoons zijn gekoppeld aan
het telefoon/Bluetooth-systeem. Raadpleeg de aanvul-
lende handleiding van Uconnect Touch™ voor meer
informatie hierover.
DOOR DE KLANT TE PROGRAMMEREN
FUNCTIES — INSTELLINGEN UCONNECT
TOUCH™ SYSTEEM 8.4
In deze modus geeft het Uconnect Touch™ systeem u
toegang tot de programmeerbare functies waarmee
het voertuig kan zijn uitgerust, zoals Display (Scherm),
Clock (Klok), Safety/Assistance (Veiligheid/hulp),
Lights (Verlichting), Doors & Locks (Portieren en slo-
ten), Auto-On Comfort (Comfort automatisch aan),
Engine Off Operation (Stroom bij uitgeschakelde mo-
tor), Compass Settings (Kompasinstellingen), Audio
and Phone Bluetooth settings (Audio- en telefoon-/
Bluetooth-instellingen).
OPMERKING:Er kan telkens slechts één onderdeel
van het aanraakscherm tegelijk worden weergegeven.
Als u een selectie wilt aanbrengen, bladert u omhoog
en omlaag tot de gewenste instelling wordt gemarkeerd
en drukt u daarna kort op deze instelling totdat naast
de instelling een vinkje verschijnt, dat aanduidt dat de
instelling is geselecteerd. Display (scherm)
Display Mode (schermmodus)
(voor bepaalde uitvoeringen/landen)
In dit scherm kunt u een van de automatische scherm-
instellingen selecteren. Om de status van de modus te
veranderen drukt u op de schermtoets Day (Dag),
Night (Nacht) of Auto en laat deze weer los. Druk
vervolgens op de schermtoets met de pijl naar links.
Display Brightness with Headlights ON (Helder-
heid van de weergave bij ingeschakelde koplam-
pen) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
en - of door een punt op de schaal tussen de scherm-
toetsen + en - te selecteren en op de schermtoets met
de pijl naar links te drukken.
Display Brightness with Headlights OFF (Hel-
derheid van de weergave bij uitgeschakelde kop-
lampen) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Wanneer u toegang tot dit scherm hebt kunt u de
helderheid ervan bij in- of uitgeschakelde koplampen
regelen. Stel de helderheid in met de schermtoetsen +
en - of door een punt op de schaal tussen de scherm-
toetsen + en - te selecteren en op de schermtoets met
de pijl naar links te drukken.
41
UW AUTO
VEILIGHEID
S
TARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Engine Off Options (opties voor
uitgeschakelde motor)
Engine Off Power Delay (vertraging voedings-
spanning bij uitgeschakelde motor)
Wanneer deze functie is geselecteerd, blijven de elek-
trisch bedienbare ruiten, de radio, het Uconnect™
telefoonsysteem (voor bepaalde uitvoeringen/landen),
DVD-videosysteem (voor bepaalde uitvoeringen/
landen), het elektrisch bedienbare zonnedak (voor be-
paalde uitvoeringen/landen) en de aansluitcontacten
nog maximaal 10 minuten werken nadat de contact-
schakelaar in de stand OFF is gezet. Door het openen
van een voorportier wordt deze functie uitgeschakeld.
Druk, om de status van de functie Engine Off Power
Delay (uitschakelvertraging voeding bij motor uit) te
veranderen, op de schermtoets 0 seconden, 45 secon-
den, 5 minuten of 10 minuten. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links. Headlight Off Delay (uitschakelvertraging kop-
lampen) (voor bepaalde uitvoeringen/landen)
Als u deze functie selecteert, kunt u kiezen of bij
uitstappen de koplampen nog 0, 30, 60 of 90 seconden
blijven branden. Druk, om de status van de Headlight
Off Delay (uitschakelvertraging koplampen) te veran-
deren op de schermtoets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna
op de schermtoets met de pijl naar links.
47
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
(Vervolgd)
Laat de sleutelhouder niet in of nabij de auto
achter en laat Keyless Enter-N-Go™ niet in de
stand ACC of ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische raambediening of
andere schakelaars kunnen bedienen of de auto
in beweging kunnen zetten.
Laat nooit kinderen of dieren achter in een in
de zon geparkeerde afgesloten auto, de hitte kan
ernstig of dodelijk letsel toebrengen.
KEYLESS ENTERNGO™
Met deze functie kan de bestuurder
de contactschakelaar bedienen door
op een knop te drukken, zolang de
afstandsbediening zich in het passa-
gierscompartiment bevindt.
NORMAAL STARTEN – BENZINEMOTOR
Gebruik van de knop ENGINE START/STOP
(motor aan/uit)
1. De schakelhendel moet in de stand PARK of NEU- TRAL staan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u één keer op de knop ENGINE START/STOP drukt. 3. Het systeem neemt het dan over en probeert de
auto te starten. Als de auto niet start, wordt de
startmotor automatisch na 10 seconden uitgescha-
keld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken voordat de motor aanslaat, druk dan nogmaals op de knop.
OPMERKING: Bij normaal starten van een koude of
warme motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (motor aan/uit)
1. Zet de schakelhendel in de stand PARK en druk vervolgens kort op de knop ENGINE START/STOP.
2. De contactschakelaar keert terug naar de stand OFF.
3. Als de schakelhendel niet in de stand PARK staat en de rijsnelheid hoger is dan 8 km/u, moet de knop
ENGINE START/STOP twee seconden lang worden
ingedrukt voordat de motor wordt uitgeschakeld.
De contactschakelaar blijft in de stand ACC, totdat
de schakelhendel in de stand PARK staat en de knop
twee keer wordt ingedrukt naar de stand OFF (uit).
Als de schakelhendel niet in de stand PARK staat en
de knop ENGINE START/STOP één keer wordt
ingedrukt, verschijnt op het scherm van het EVIC
het bericht “Vehicle Not In Park” (auto niet in
224UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
PARK) en blijft de motor draaien. Verlaat een auto
nooit als deze niet in de stand PARK staat, omdat de
auto dan kan wegrollen.
OPMERKING: Wanneer de contactschakelaar in de
stand ACC of RUN (motor draait niet) blijft staan
terwijl de schakelhendel in de stand PARK staat, wordt
het systeem, nadat het 30 minuten niet actief is ge-
weest, automatisch uitgeschakeld en wordt de contact-
schakelaar in de stand OFF gezet.
Functies van knop ENGINE START/STOP –
rempedaal NIET ingetrapt (in de stand PARK
of NEUTRAL)
De ENGINE START/STOP knop werkt hetzelfde als
een contactslot. Er zijn vier standen: OFF, ACC, RUN
en START. Om de contactschakelaar in een andere
stand te zetten zonder de auto te starten en om de
accessoires te kunnen gebruiken, volgt u de onder-
staande stappen.
Starten met de contactschakelaar in de stand OFF:
Druk op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in de stand ACC te zetten.
Druk nogmaals op de knop ENGINE START/STOP om de contactschakelaar in de stand RUN te zetten. Druk een derde keer op de knop ENGINE START/
STOP om de contactschakelaar in de stand OFF te
zetten.
EXTREEM LAGE TEMPERATUREN (LAGER
DAN 29°C)
Om te zorgen voor betrouwbaar starten bij deze
temperaturen wordt het gebruik van een van buitenaf
gevoede elektrische motorblokverwarming aanbevo-
len.
ALS DE MOTOR NIET START
WAARSCHUWING!
Gi
et nooit brandstof of andere brand-
bare vloeistoffen in de luchtinlaat van
het gasklephuis om de auto te starten. Hierdoor
kunnen steekvlammen ontstaan die ernstig letsel
kunnen veroorzaken.
(Vervolgd)
225
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLENSERVICE EN
ONDERHOUDTECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD