Page 97 of 180
95
4
ERGONOMIE en COMFOR
T
Stoelen
VOORSTOELEN
Hoofdsteunen
In hoogte verstellen van de hoofdsteun: druk
de nok in en schuif de hoofdsteun omhoog
of omlaag.
De hoofdsteun staat in de juiste stand als
de bovenzijde van de hoofdsteun zich ter
hoogte van de bovenzijde van het hoofd
bevindt.
Maak om de hoofdsteun te verwijderen de
basis van de pen van de hoofdsteun vrij,
druk op de borglip en trek de hoofdsteun
omhoog.
Druk om de hoofdsteun terug te zetten
de borglip in en steek de pennen van de
hoofdsteun recht in de openingen.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd. De hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct zijn
afgesteld.
Page 98 of 180
Stoelen
Hoogte van de zitting
De zitting van de bestuurdersstoel is in
hoogte verstelbaar. Hoger zetten: trek de
hendel zo veel keren omhoog als nodig is
om de gewenste stand te verkrijgen.
Lager zetten: duw de hendel zo veel keren
omlaag als nodig is om de gewenste stand
te verkrijgen.
Verstellen in lengterichting
Schakelaar stoelverwarming
Druk op de schakelaar.
De temperatuur wordt automatisch
geregeld.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
verwarming uit te schakelen. Til de beugel van de stoel op en schuif de
stoel naar voren of naar achteren tot de
gewenste stand bereikt is.
Lendensteun
Rugleuningverstelling
Draai aan de knop om de hoek van de
rugleuning te verstellen. Draai aan de knop.
Armsteun
De bestuurdersstoel kan zijn voorzien
van een armsteun aan de zijde van de
middenconsole.
Klap de armsteun omhoog of omlaag om
de voor u meest comfortabele zitpositie te
verkrijgen.
Page 99 of 180

97
4
ERGONOMIE en COMFOR
T
Stoelen
WEGKLAPBARE PASSAGIERSSTOEL
Tafelstand
Duw op de hoofdsteun om deze in de
laagste stand te zetten.
Duw een van de hendels naar achteren. De
hendels bevinden zich aan weerszijden van
de rugleuning.
Laat de rugleuning op de zitting zakken,
zodat een tafeltje ontstaat.
Weggeklapte stand
Trek als de rugleuning in de tafelstand is gezet
aan de riem op de achterzijde van de stoel,
terwijl u de neergeklapte rugleuning naar voren
begeleidt in de richting van de vloer.
Terugkeer van de stoel in de normale stand
Trek, om de stoel te ontgrendelen, aan de riem
aan de achterzijde van de stoel.
Til de stoel aan de voor- en achterzijde op en
breng hem vervolgens naar voren om de stoel
in de tafelstand te zetten.
Duw een van de hendels naar achteren. De
hendels bevinden zich aan weerszijden van de
rugleuning. Duw gelijktijdig op de rugleuning en
zet deze vervolgens rechtop.
Druk stevig op de rugleuning om de stoel in de
vloer te vergrendelen.
Zet de hoofdsteun met behulp van de knop aan
de zijkant in de juiste stand. Klap de stoel alleen weg als er geen
passagiers op de achterbank zitten.
Page 100 of 180

98
Stoelen
ACHTERBANK MET NIET-GESCHEI-DEN ZITTING EN RUGLEUNING
Tafelstand
Druk de blokkeerpal in en duw gelijktijdig de
hoofdsteun omlaag om hem in de laagste
stand te zetten.
Ontgrendel de rugleuning door op de
twee knoppen aan de zijkant te drukken. Het
rode vlak wordt zichtbaar.
Kantel de rugleuning op de zitting.
Portefeuillestand
Trek nadat u de rugleuning in de tafelstand
hebt gezet aan de riem in het midden om de
zitting uit de achterste verankeringen te halen.
Zet de zitting helemaal rechtop om hem in
de portefeuillestand vast te zetten.
Verwijderen van de achterbank
Zet wanneer de achterbank in de
portefeuillestand staat de dwarsstang
omlaag om de voorste verankeringen van de
zitting te ontgrendelen.
Til de achterbank op om hem uit de voorste
verankeringen te halen.
Zorg ervoor dat tijdens het rijden de
achterbank goed is vastgezet: bevestig
het ene uiteinde van de rode riem aan
de achterzijde van de zitting aan een van de
pennen van de hoofdsteun vóór en het andere
uiteinde aan de zijkant van de zitting.
Page 101 of 180

99
4
ERGONOMIE en COMFOR
T
Stoelen
Plaatsen van de achterbank
Breng de achterbank in de portefeuillestand
aan in de voorste verankeringspunten.
Zet de achterbank in de tafelstand, de
voorste verankeringen en de achterzijde
van de zitting worden daarbij automatisch
vergrendeld.
Terugzetten in de zitstand
Zet de rugleuning van de achterbank
rechtop.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet
klem komen te zitten.
Vergrendel de rugleuning door deze zo ver
mogelijk naar achteren te duwen. Het rode
vlak is niet meer zichtbaar.
Hoofdsteunen achter
De hoofdsteunen achter zijn afneembaar en
kunnen in twee standen worden gezet:
omhoog, om ze te gebruiken.
omlaag, als ze niet worden gebruikt.
Trek de hoofdsteun naar voren en kantel
hem gelijktijdig om hem omhoog of omlaag
te zetten.
U kunt de hoofdsteun verwijderen door hem
omhoog te zetten, op de blokkeerpal te
drukken en de hoofdsteun gelijktijdig naar
voren en omhoog te trekken.
Steek om de hoofdsteun te plaatsen de
pennen recht in de openingen.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen
zijn verwijderd; de hoofdsteunen
moeten zijn geplaatst en correct zijn
afgesteld.
Page 102 of 180

100
Stoelen
IN TWEE DELEN NEERKLAPBARE
ACHTERBANK
U kunt het linkerdeel (2/3) en/of het rechterdeel
(1/3) van de achterbank neerklappen om de
bagageruimte te vergroten.
Tafelstand
Druk de blokkeerpal in en duw gelijktijdig de
hoofdsteun omlaag om hem in de laagste
stand te zetten.
Ontgrendel de rugleuning door aan
de hendel aan de buitenzijde van het
desbetreffende deel te trekken. Het rode
vlak wordt zichtbaar.
Kantel het desbetreffende deel van de
rugleuning op de zitting.
Portefeuillestand
Trek nadat u de rugleuning in de tafelstand
hebt gezet aan de desbetreffende riem om de
zitting uit de achterste verankeringen te halen.
Zet de zitting helemaal rechtop om hem in de
portefeuillestand vast te zetten.
Verwijderen van de achterbank
Zet wanneer de achterbank in de
portefeuillestand staat de desbetreffende
dwarsstang omlaag om de voorste
verankeringen van de zitting te
ontgrendelen.
Til de achterbank op om hem uit de voorste
verankeringen te halen.
Zorg ervoor dat tijdens het rijden de
achterbank goed is vastgezet: bevestig
het ene uiteinde van de rode riem aan
de achterzijde van de zitting aan een van de
pennen van de hoofdsteun vóór en het andere
uiteinde aan de zijkant van de zitting.
Page 103 of 180
101
4
ERGONOMIE en COMFOR
T
Stoelen
Plaatsen van de achterbank
Breng de achterbank in de portefeuillestand
aan in de voorste verankeringspunten.
Zet de achterbank in de tafelstand, de
voorste verankeringen en de achterzijde
van de zitting worden daarbij automatisch
vergrendeld.
Terugzetten in de zitstand
Zet de rugleuning van de achterbank
rechtop.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet
klem komen te zitten.
Vergrendel de rugleuning door deze zo ver
mogelijk naar achteren te duwen. Het rode
vlak is niet meer zichtbaar.
Herhaal deze handelingen voor het andere
deel van de achterbank.
Page 104 of 180

102
Ventilatie
ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
Voorruit
De uitstroomopeningen aan de onderzijde
van de voorruit en de zijventilatieroosters
zorgen voor een snelle ontwaseming van
de voorruit en zijruiten. Dek deze acht
uitstroomopeningen daarom niet af.
Het systeem van de handbediende
airconditioning is voorzien van een
pollenfilter en een luchtrecirculatiestand.
Het pollenfilter zorgt voor een constante
en krachtige filtering van stofdeeltjes uit de
luchttoevoer.
De luchtrecirculatie in het interieur kan
worden ingeschakeld door de bestuurder of
voorpassagier en dient om de toevoer van
buitenlucht af te sluiten.
Gebruik deze stand echter niet langer
dan nodig is; zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten weer in de
stand toevoer buitenlucht.
Handbediening
Zet de schakelaar van de
luchtverdeling in deze stand.
Snel ontdooien en ontwasemen
van de voorruit:
- zet de aanjager in de hoogste
stand,
Zet de schakelaar zodra de
omstandigheden dit toelaten weer in
de stand toevoer buitenlucht om de
lucht in het interieur te verversen.
Achterruit- en buitenspiegelverwarming
De achterruit- en
buitenspiegelverwarming werkt
uitsluitend bij draaiende motor.
Druk deze toets in om de achterruit
en buitenspiegels snel te ontwasemen/
ontdooien. Deze functie wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig energieverbruik
te voorkomen. Als de motor wordt afgezet,
wordt de achterruitverwarming automatisch
uitgeschakeld. Door deze knop weer in te
drukken wordt de functie ook uitgeschakeld.
- zet de schakelaar van de
luchttoevoer tijdelijk in de
luchtrecirculatiestand.
Bij auto's met een
Stop & Start-systeem geldt dat zolang
de achterruitverwarming in werking is,
de STOP-stand niet beschikbaar is.