Hef de hendel op (onstabiele stand) om de tijdelijke snelle wisstand in
te schakelen. Bij het loslaten keert de hendel terug naar de beginstand
en wordt de werking van de ruitenwissers automatisch afgebroken.
Gebruik de ruitenwisser nooit om opgehoopte sneeuw
of ijs van de voorruit te verwijderen. In dergelijke
omstandigheden wordt bij overbelasting van de
ruitenwisser de beveiliging ingeschakeld, waardoor de
ruitenwisser enkele seconden wordt uitgeschakeld. Als hierna de
ruitenwissers niet meer werken (ook niet na de sleutel te hebben
gedraaid en de motor opnieuw te hebben gestart), neem dan
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.Schakel de ruitenwissers niet met van de ruit
opgeheven wisserbladen in.
"Intelligente" wis-/wasfunctie
Trek de hendel naar het stuur (onstabiele stand) om de ruitensproeier
in te schakelen. Als de hendel langer dan een halve seconde wordt
aangetrokken, dan worden in één beweging de ruitenwissers en
-sproeiers ingeschakeld.
Als de hendel wordt losgelaten, stoppen de ruitensproeiers
onmiddellijk terwijl de ruitenwissers nog drie slagen maken. Na circa
zes seconden volgt nog een extra reinigingsslag.
REGENSENSOR(voor bepaalde versies/markten)
Dit is een infrarood-ledsensor die op de voorruit fig. 41 is geplaatst.
Deze sensor detecteert de aanwezigheid van regen en regelt het
wissen van de voorruit aan de hand van de hoeveelheid water op de
ruit.
Inschakeling
De sensor wordt geactiveerd wanneer de draaischakelaar A fig. 40
naar de "automatische" stand wordt gedraaid ("AUTO" regeling): de
frequentie van de wisslagen wordt aangepast aan de hoeveelheid
water op de voorruit.
De sensor heeft een regelbereik dat oplopend varieert van
uitgeschakelde ruitenwissers (geen wisslagen) als de ruit droog is, tot
ruitenwissers die ingeschakeld worden met de 2
econtinue snelheid
(snel continu wissen) bij hevige regen.
De gevoeligheid van de regensensor kan in het Setup-menu ingesteld
worden (zie de paragraaf "Menuopties" in dit hoofdstuk).
fig. 41
A0K0111
68
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Tijdregeling bij het uitstappen
Als de sleutel uit het contactslot wordt verwijderd, gaan de
plafondlampjes op de volgende manieren branden:
❒binnen twee minuten nadat de motor is uitgezet, gaat de
plafondverlichting ongeveer 10 seconden branden;
❒ongeveer 3 minuten wanneer een portier worden geopend;
❒ongeveer 10 seconden wanneer een van de portieren wordt
gesloten.
De tijdregeling stopt automatisch wanneer de deuren worden
vergrendeld.PLAFONDVERLICHTING ACHTERDruk op het lampenglas A fig. 44 om het licht in- en uit te schakelen.
De plafondverlichting achter blijft enkele seconden branden nadat
de portieren zijn gesloten en gaat dan automatisch uit. De
plafondverlichting gaat uit wanneer de contactsleutel in de stand MAR
wordt gedraaid.BELANGRIJK De verlichting gaat ook uit wanneer een portier een paar
minuten open wordt gelaten. Open een ander portier of sluit en open
hetzelfde portier om de plafondverlichting opnieuw aan te zetten.
INSTAPVERLICHTING(voor bepaalde versies/markten)
Op de achterkant van de zonnekleppen zijn twee plafondlichtjes B fig.
45 voorzien.
Til de klep A op om de lichtjes aan te zetten.
fig. 44
A0K0092
fig. 45
A0K0114
73WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOERDeze grijpt bij een botsing in en veroorzaakt het volgende:
❒onderbreking van de brandstoftoevoer met afzetten van de motor als
gevolg;
❒automatische ontgrendeling van de portieren;
❒inschakeling van de interieurverlichting.
Wanneer het systeem wordt ingeschakeld, verschijnt er een melding op
de display.
Controleer de auto zorgvuldig op brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder de auto of in de buurt van de tank.
Draai na een botsing de contactsleutel naar STOP om te voorkomen
dat de accu leegloopt.Ga als volgt te werk om de correcte werking van de auto te herstellen:
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts in;
❒schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
❒schakel de richtingaanwijzer links in;
❒schakel de richtingaanwijzer links uit;
❒draai de contactsleutel naar de stand STOP.
Als na een botsing een brandstoflucht wordt geroken
of brandstoflekkage wordt geconstateerd, dan mag
het systeem niet opnieuw ingeschakeld worden om
brand te voorkomen.
77WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SKIVAK(voor bepaalde versies/markten)
Dit opbergvak is geschikt voor het transporteren van lange
voorwerpen.
Om dit opbergvak te openen, breng de armsteun achter omlaag en
druk op de voorziening A fig. 57 om de klep B omlaag te brengen.
STOPCONTACTHet stopcontact bevindt zich links in de achterklep fig. 58. Het werkt
alleen met de contactsleutel in de stand MAR.
BELANGRIJK Sluit geen apparaten met een hoger vermogen dan 180
W op het stopcontact aan. Beschadig het stopcontact niet door
ongeschikte stekkers te gebruiken.
fig. 57
A0K0217
fig. 58
A0K0140
81WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
AANSTEKERDe aansteker bevindt zich op de middelste tunnel. Druk op de knop A
fig. 59 om de aansteker in te schakelen.
Na enkele seconden keert de knop automatisch terug naar de
beginstand en is de aansteker gebruiksklaar.
BELANGRIJK Controleer na gebruik altijd of de aansteker is
uitgeschakeld.
BELANGRIJK Sluit geen apparaten met een hoger vermogen dan 180
W op het stopcontact aan. Beschadig het stopcontact niet door
ongeschikte stekkers te gebruiken.
De aansteker wordt zeer heet. Wees voorzichtig en
zorg dat hij niet wordt gebruikt door kinderen:
brandgevaar en/of gevaar voor brandwonden.
ASBAK
Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan
door sigarettenpeuken in brand raken.
fig. 59
A0K0087
fig. 60
A0K0112
82
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De asbak is een verwijderbare kunststof houder met deksel onder
veerdruk, die in de beker-/blikjeshouders op de tunnelconsole
geplaatst kan worden fig. 60.
ELEKTRISCH SCHUIFDAK(voor bepaalde versies/markten)
Het elektrische schuifdak bestaat uit 2 glazen panelen, een vast paneel
achter en een verstelbaar paneel voor. Deze panelen zijn voorzien
van twee zonneschermen (voor en achter) en kunnen handmatig
worden versteld.
De zonneschermen kunnen bij gesloten schuifdak in alle standen
worden versteld.BEDIENINGHet schuifdak kan alleen bediend worden wanneer de contactsleutel in
de stand MAR staat. Het schuifdak kan worden geopend/gesloten
met de knoppen A en B fig. 63 naast het plafondlampje voor.Schuifdak openen
Druk op knop A fig. 63 en houdt deze ingedrukt. Het voorste
ruitpaneel wordt in “spoilerstand” gebracht. Druk nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop A om het schuifdak automatisch
in een tussenstand te brengen ("Comfortstand").
Als knop A nogmaals langer dan een halve seconde wordt ingedrukt,
wordt het dak automatisch tot de eindaanslag gebracht. Het voorste
glazen paneel kan in een tussenstand worden stopgezet door
nogmaals op knop A te drukken.
Open het schuifdak niet als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.Verwijder altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van het schuifdak gevaar
oplevert voor de achtergebleven passagiers. Oneigenlijk gebruik
van het schuifdak kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door het bewegende schuifdak of door voorwerpen die
door het mechanisme worden meegesleept of geraakt.
fig. 63
A0K0131
84
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ELEKTRISCHE RUITBEDIENINGDeze werkt met de contactsleutel in de stand MAR en gedurende circa
drie minuten nadat de contactsleutel naar de stand STOP is gedraaid
of verwijderd is als een van de voorportieren geopend is.
De bedieningsknoppen bevinden zich op de portierpanelen (vanaf het
paneel van het bestuurdersportier kunnen alle ruiten bediend worden).
Er is een knelbeveiliging aanwezig die tijdens het sluiten van de voor-
en achterruiten werkt.BEDIENINGSELEMENTENBestuurdersportier fig. 69
❒A - Openen/sluiten zijruit linksvoor; "continue automatische"
werking tijdens openen/sluiten ruit;
❒B - Openen/sluiten zijruit rechtsvoor; "continue automatische"
werking tijdens openen/sluiten ruit;
❒C - Inschakeling/uitschakeling bediening achterste zijruiten;
❒D - openen/sluiten zijruit linksachter (bij bepaalde versies/markten);
"continue automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit;
❒E - Openen/sluiten zijruit rechtsachter (bij bepaalde versies/
markten); "continue automatische" werking tijdens openen/sluiten
ruit.
Druk op de knoppen om de gewenste ruit te openen/sluiten.
Wanneer een van de twee knoppen kort wordt ingedrukt, beweegt de
ruit in "stappen"; als de knop ingedrukt wordt gehouden, wordt de
"continue automatische" werking voor het openen en sluiten
geactiveerd.Als opnieuw op de bedieningsknop wordt gedrukt, stopt de ruit in de
gewenste positie. Als de knop enkele seconden ingedrukt wordt
gehouden, gaat de ruit automatisch open of dicht (alleen met de
contactsleutel in de stand MAR).
fig. 69
A0K0067
90
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voorportier aan passagierszijde en achterportieren
(bij bepaalde versies/markten)
Op het portierpaneel aan passagierzijde en bij sommige versies op de
achterportieren, zijn knoppen F fig. 69 aanwezig om de betreffende
ruiten te bedienen.
Knelbeveiliging
De auto is uitgerust met een knelbeveiliging die tijdens het sluiten van
de zijruiten voor en achter actief is.
Dit veiligheidssysteem detecteert de aanwezigheid van een obstakel
tijdens het sluiten van de ruit en grijpt in door de slag van de ruit
te stoppen en, afhankelijk van de positie van de ruit, om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per ongeluk worden
bediend door kinderen aan boord.
De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige als de automatische
bediening van de ruit actief. Wanneer de knelbeveiliging geactiveerd
wordt, wordt de beweging van de ruit onmiddellijk gestopt en
omgekeerd. Tijdens de omkering van de beweging kan de ruit op geen
enkele manier bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen één minuut 5 keer achter
elkaar ingrijpt of defect is, wordt het automatische sluiten van de
ruit geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve seconde
toegestaan; hierbij moet de knop losgelaten worden voor de volgende
manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te herstellen, moet de
betreffende ruit geopend worden.BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand STOP staat of verwijderd
is, dan kunnen de ruiten nog ongeveer 3 minuten worden bediend.
Het systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de portieren wordt
geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging aanwezig is, zorgt
bediening van de knop
op de afstandsbediening langer dan 2
seconden voor het openen van de ruiten zolang de knop ingedrukt
wordt gehouden. Als de knop
langer dan 2 seconden ingedrukt
wordt gehouden, worden de ruiten gesloten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EG richtlijn inzake de
bescherming van de inzittenden die uit het
inzittendencompartiment leunen.Oneigenlijk gebruik van de elektrische ruitbediening
kan gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens het
bedienen altijd of de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruit of door voorwerpen die door
het mechanisme worden meegesleept of geraakt. Verwijder altijd
de sleutel uit het contactslot als de auto wordt verlaten om te
voorkomen dat onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de achtergebleven
passagiers.
91WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER