BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld moet de
stuurbekrachtiging worden geïnitialiseerd. Het
lampje gaat
branden om dit aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai het
stuurwiel van het ene uiteinde naar het andere terwijl op een
rechtlijnig traject van ongeveer honderd meter wordt gereden.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende langere tijd onder 50%
blijft, raakt de accu door sulfatering beschadigd. Hierdoor
verminderen de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor bevriezing (dit kan reeds
bij temperaturen van -10°C gebeuren). Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, zie dan "Langdurige stilstand van de auto” in het
hoofdstuk "Starten en rijden".
Als men na aanschaf van het voertuig accessoires wil monteren die
constante elektrische voeding nodig hebben (diefstalalarm, enz.)
of veel stroom verbruiken, dient men contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Zij kunnen het totale benodigde stroomverbruik beoordelen.
Accuvloeistof is giftig en corrosief. Vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en bronnen van vonken
uit de buurt van de accu: brand- en
ontploffingsgevaar.Als de accu met onvoldoende vloeistof werkt, kan dit
de accu onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.
Verkeerde installatie van elektrische en elektronische
apparatuur kan ernstige schade aan de auto toebrengen.
Als men na aanschaf van de auto accessoires wil monteren
(alarm, mobiele telefoon enz.), wordt geadviseerd contact op te nemen
met het Alfa Romeo Servicenetwerk, dat de meest geschikte apparaten
zal aanraden en zal controleren of een accu met een grotere capaciteit
gemonteerd moet worden.Accu’s bevatten stoffen die zeer gevaarlijk zijn voor het
milieu. Neem steeds contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk om de accu te laten vervangen.Als de auto langere tijd niet gebruikt wordt onder
extreem koude weersomstandigheden, dan moet de
accu worden verwijderd en op een verwarmde plaats
worden bewaard om bevriezing te voorkomen.Bij werkzaamheden aan de accu of in de buurt van de
accu, moeten de ogen altijd met een speciale bril
beschermd worden.
202WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WIELEN EN BANDENControleer voor een lange reis en elke twee weken de spanning van de
banden en van het noodreservewiel. Controleer de bandenspanning
wanneer de banden koud zijn.
Tijdens het rijden neemt de bandenspanning onder normale
omstandigheden toe: zie voor de juiste waarde van de
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in het hoofdstuk “Technische
gegevens”.
Onjuiste bandenspanning veroorzaakt abnormale slijtage van de
banden fig. 171:
A normale spanning: gelijkmatige slijtage van het loopvlak;
B te lage spanning: overmatige slijtage aan de zijkanten van het
loopvlak;
C te hoge spanning: overmatige slijtage in het midden van het
loopvlak.
De banden moeten worden vervangen wanneer de profieldiepte van
het loopvlak minder dan 1,6 mm bedraagt.BELANGRIJK
Pas de volgende voorzorgsmaatregelen toe om bandschade te
voorkomen:
❒voorkom bruusk remmen, met spinnende wielen optrekken, harde
schokken van de banden tegen stoepranden, kuilen en andere
hindernissen. Voorkom ook het langdurig rijden op een slecht
wegdek;
❒controleer de banden regelmatig op scheuren in de wangen,
oneffenheden of onregelmatige slijtage op het loopvlak;
❒rijd niet met een te zwaar beladen auto. Stop zo snel mogelijk in
geval van lekke band en verwissel het wiel;
❒verwissel de banden elke 10-15 duizend kilometer van as; houd de
banden aan dezelfde zijde van de auto gemonteerd zodat de
draairichting niet wordt omgekeerd;
❒banden verouderen, ook als ze weinig gebruikt zijn. Scheurtjes in
het loopvlak en op de wangen betekenen dat de band verouderd
is. Laat de banden door gespecialiseerd personeel controleren als ze
langer dan 6 jaar onder de auto zijn gemonteerd. Vergeet ook niet
het reservewiel zorgvuldig te laten controleren;
❒Monteer altijd nieuwe banden en vermijd banden waarvan de
herkomst dubieus is;
❒bij de montage van een nieuwe band moet ook een nieuw ventiel
worden voorzien.
Onthoud dat de wegligging van de auto in grote mate
van een juiste bandenspanning afhankelijk is.Als de spanning te laag is, raakt de band oververhit,
met mogelijke ernstige beschadiging tot gevolg.
fig. 171
A0K0023
203WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Verwissel de banden niet kruiselings door de banden
van de rechterzijde aan de linkerzijde en omgekeerd te
monteren.Voer bij lichtmetalen velgen nooit
spuitwerkzaamheden uit die een temperatuur vereisen
boven 150°C. Dit kan de mechanische eigenschappen
van de wielen in gevaar brengen.
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSERWISSERBLADENHet is raadzaam de wisserbladen jaarlijks te vervangen.
Met enkele eenvoudige voorzorgsmaatregelen kan de beschadiging
van het wisserblad worden gereduceerd:
❒bij temperaturen onder het vriespunt moet men controleren of er ijs
tussen het wisserblad en de ruit is. Gebruik zo nodig een
antivriesmiddel om de wissers vrij te maken;
❒verwijder sneeuw van de ruit;
❒gebruik de ruitenwissers/achterruitwisser nooit op een droge ruit.
Rijden met versleten wisserbladen is bijzonder
gevaarlijk, doordat het zicht onder slechte
weersomstandigheden wordt beperkt.
204WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Wisserbladen vervangenGa als volgt te werk:
❒hef de wisserarm op, druk op het klepje A fig. 172 van de
springveer en schuif het wisserblad van de arm los;
❒monteer het nieuwe wisserblad door het klepje in de speciale zitting
op de wisserarm te blokkeren. Controleer of het goed vastzit;
❒breng de wisserarm voorzichtig tegen de ruit.
Schakel de ruitenwissers niet met van de ruit opgeheven
wisserbladen in.
Wisserbladen optillenGa voor het optillen van de wisserbladen als volgt te werk (bv. om
sneeuw te verwijderen):
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR;❒bedien de hendel rechts van het stuurwiel om een wisslag te maken
(zie paragraaf "Ruiten wassen" in het hoofdstuk "Kennismaking met
de auto");
❒draai de contactsleutel naar de stand MAR STOP wanneer de
wisserarm aan bestuurderszijde tegen de zijstijl van de voorruit komt
en til het wisserblad op naar de ruststand;
❒breng de wisserarm terug tegen de ruit alvorens de ruitenwissers in
te schakelen.
Wisserblad achterruit vervangenGa als volgt te werk:
❒til de dop A fig. 173 op, draai de moer B los en verwijder de
wisserarm C;
❒monteer de nieuwe wisserarm op correcte wijze, draai de moer B
volledig vast en breng de dop A omlaag.
fig. 172
A0K0144
fig. 173
A0K0101
205WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
RUITENSPROEIERSRuitensproeier
De ruitensproeiers zijn niet verstelbaar fig. 174.
Als de ruitensproeiers niet werken, controleer dan eerst of er
ruitensproeiervloeistof in het reservoir zit (zie “Controle van
vloeistofniveaus” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de sproeikoppen niet verstopt zijn. Gebruik
zo nodig een speld om ze vrij te maken.
Achterruitsproeier
De sproeierhouder bevindt zich boven de achterruit fig. 175.
De sproeiers van de achterruit zijn niet verstelbaar.KOPLAMPSPROEIERS(voor bepaalde versies/markten)
De koplampsproeiers bevinden zich in de voorbumper fig. 176.De koplampsproeiers worden ingeschakeld wanneer bij brandend
dimlicht en/of grootlicht de ruitensproeiers worden ingeschakeld.
Controleer regelmatig de werking en de aanwezigheid van vuil in de
koplampsproeiers.
fig. 174
A0K0139
fig. 175
A0K0102
fig. 176
A0K0138
206WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CARROSSERIEBESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE
INVLOEDENOp de auto zijn de beste technologische oplossingen toegepast om de
carrosserie tegen roest te beschermen.
De belangrijkste oplossingen zijn:
❒lakproducten en lakspuitsystemen die de auto de benodigde
weerstand tegen roest en schurende elementen verschaffen
❒toepassing van verzinkte (of voorbehandelde) plaatdelen met een
hoge corrosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van kunststofmaterialen met een beschermende
functie op de meest blootgestelde delen: onderzijde portieren,
binnenzijde spatborden, randen enz.;
❒toepassing van "open" holle ruimtes om te voorkomen dat
condensvorming en vochtophoping roest van binnenuit bevorderen;
❒toepassing van speciale beschermlagen op slijtagevoelige delen (bv.
achterklep, portieren, etc.).CARROSSERIEGARANTIEDe auto bezit een garantie tegen doorroesten, veroorzaakt door
corrosie, van alle originele structuur- of carrosseriedelen. Voor de
algemene voorwaarden van deze garantie wordt verwezen naar het
garantieboekje.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN DE
CARROSSERIELak
Werk beschadigingen van de laklaag, zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te voorkomen.
Het normale onderhoud van de lak beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van het gebruik van de auto en van
de omgeving. Zo is het bijvoorbeeld raadzaam de auto vaker te
wassen in gebieden met sterke luchtverontreiniging of bij het rijden
over wegen met strooizout.
Ga als volgt te werk om de auto correct te wassen:
❒verwijder de antenne van het dak als de auto in een wastunnel
wordt gewassen;
❒als voor het wassen van de auto hogedrukreinigers worden
gebruikt, houd dan een afstand van minimaal 40 cm t.o.v.
de carrosserie aan om beschadiging of aantasting te voorkomen.
Onthoud dat stagnerend water op lange termijn de auto kan
beschadigen.
❒maak de carrosserie eerst nat met een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte spons met een lichte
zeepoplossing en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
207WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Droog de minder zichtbare delen (bijv. randen van portieren,
motorkap, koplampranden) zorgvuldig, aangezien in deze zones
water makkelijker kan stagneren. Was de auto nooit als hij in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten op dezelfde wijze als de rest van
de auto gewassen worden.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het milieu. Was
daarom de auto op een plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.Om de esthetische eigenschappen van de lak te behouden,
mogen er geen schuur- en/of poetsproducten voor het
reinigen van de auto worden gebruikt.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder bomen: de hars die uit de
bomen druppelt, maakt de lak mat en vergroot de kans op
roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en schone, zachte doeken
om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de achterruit voorzichtig
met een doek af, en volg hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming niet te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een drukreiniger wordt gewassen, moet
de straal op minstens 20 cm van de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de elektronische regeleenheden
of op de motoren van de ruitenwissers worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet de
contactsleutel in de stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet verwijderd of beschadigd zijn.
208WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INTERIEURControleer af en toe of er geen water onder de matten is blijven staan,
waardoor het plaatwerk kan gaan roesten.
Gebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum
of wasbenzine voor het reinigen van het interieur van
de auto. De elektrostatische lading die door het
wrijven tijdens het reinigen ontstaat, kan brand veroorzaken.Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet
blootgesteld worden aan temperaturen boven 50°C.
Wanneer de auto in de zon staat, kan de binnentemperatuur
deze waarde ruim overschrijden.
STOELEN EN STOFFEN BEKLEDINGVerwijder stof met een zachte borstel of een stofzuiger. Gebruik een
vochtige borstel voor velours bekleding. Reinig de stoelen met een
spons bevochtigd in een oplossing van water en neutrale zeep.LEDEREN STOELEN(voor bepaalde versies/markten)
Verwijder het droge vuil met een zeemleren lap of een iets vochtige
doek, zonder al te hard te drukken. Dep vloeistoffen of vetvlekken op
met een absorberende, droge doek zonder hierbij te wrijven. Reinig
vervolgens met een zachte doek of een zeemleren lap bevochtigd met
water en neutrale zeep. Als de vlek nog niet verwijderd is, gebruik dan
een speciaal reinigingsmiddel en volgt de aanwijzingen strikt op.BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol. Controleer of de gebruikte
reinigingsproducten geen alcohol of alcoholderivaten, zelfs niet in
kleine hoeveelheden bevatten.
KUNSTSTOF EN GECOATE
INTERIEURDELENReinig kunststof interieurdelen met een vochtige doek (bij voorkeur een
microvezeldoek) en een oplossing van water en een neutraal,
niet-schurend reinigingsmiddel. Gebruik voor het reinigen van
olieachtige of hardnekkige vlekken speciale producten zonder
oplosmiddelen die het originele voorkomen en de kleur van de
interieurdelen niet veranderen.
Verwijder stof met een microvezeldoek, eventueel bevochtigd met
water. Het gebruik van papieren doekjes wordt afgeraden, aangezien
deze resten achterlaten.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol, benzine en afgeleide producten
om het glas van het instrumentenpaneel te reinigen.LEDEREN INTERIEURDELEN(voor bepaalde versies/markten)
Gebruik uitsluitend water en neutrale zeep om deze delen te reinigen.
Gebruik nooit alcohol of producten op basis van alcohol. Controleer
alvorens een specifiek product voor interieurreiniging te gebruiken, of
het geen alcohol en/of stoffen op basis van alcohol bevat.
209WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER