Page 57 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-20
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
groef om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver-
dwenen, vraag dan een Yamaha-dealer de
remblokken als set te vervangen.
DAU22540
Remschoenen achterrem
1
2
1. Slijtage-indicator
2. SlijtagelimietDe achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden
gecontroleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remschoenslijtage te controleren. Wan-
neer een remschoen zover is afgesleten
dat de slijtage-indicator bij de slijtagelimiet
DAU22380
Controleren van voorremblok-
ken en achterremschoenenDe voorremblokken en achterremschoe-
nen moeten worden gecontroleerd op
slijtage volgens de intervalperioden voor-
geschreven in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
DAU22420
Remblokken voorrem
2
3
1
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
2. Remblok
3. RemschijfElk voorremblok heeft een eigen slijtage-
indicatorgroef, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
(a)(b)
1
1. Stelmoer vrije slag achterremhendelDraai de stelmoer op de remankerplaat
richting (a) voor meer vrije slag van de
remhendel. Draai de stelmoer richting (b)
voor minder vrije slag van de remhendel.
DWA10650
WAARSCHUWING
Vraag een Yamaha dealer de afstelling
te doen als de juiste afstelling niet haal-
baar is volgens de beschreven werk-
wijze.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2053B-F819D-D0_CS.indd 6-20
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 58 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-21
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
kan lucht binnendringen in het
remsysteem, waardoor de rem-
prestaties afnemen.
● Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit
een onaangebroken verpakking.● Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.● Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan
resulteren in een schadelijke che-
mische reactie.● Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-
belvorming kan optreden.
DCA17640
LET OPRemvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk verder
DAU32345
Controleren van remvloeistofni-
veau
1
1. Merkstreep minimumniveauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
DWA15990
WAARSCHUWING
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan re-
sulteren in verlies van remvermogen.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:● Bij een te laag remvloeistofniveau komt, vraag dan een Yamaha dealer de
remblokken als set te vervangen.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2153B-F819D-D0_CS.indd 6-21
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 59 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-22
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
dalen. Een laag remvloeistofniveau kan
duiden op versleten remblokken en/of
lekkage in het remsysteem. Controleer
daarom de remblokken op slijtage en het
remsysteem op lekkage. Vraag als het
remvloeistofniveau plotseling sterk is ge-
daald een Yamaha dealer om een inspec-
tie alvorens verder te rijden.
DAU22721
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in
het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Laat bovendien de oliekeerringen
van de hoofdremcilinder, de remklauwen
en de remslang vervangen volgens de in-
tervalperioden of wanneer ze lekken of zijn
beschadigd.● Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.● Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU23095
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de kabel en kabeleinden moeten in-
dien nodig worden gesmeerd. Vraag een
Yamaha dealer een kabel te controleren of
te vervangen wanneer deze is beschadigd
of niet soepel beweegt. WAARSCHU-
WING! Schade aan de buitenbehuizing
van kabels kan leiden tot interne roest-
vorming en storing veroorzaken met de
beweging van kabels. Vervang bescha-
digde kabels zo snel mogelijk om on-
veilige omstandigheden te voorkomen.[DWA10711]Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha Chain and Cable Lube of
motorolie
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2253B-F819D-D0_CS.indd 6-22
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 60 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-23
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU23192
Middenbok controleren en sme-
ren
1
1. MiddenbokDe werking van de middenbok moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de scharnierpunten en de metaal-op-
metaal contactvlakken moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
DWA11301
WAARSCHUWING
Als de middenbok niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of
te repareren. Een slecht functionerende
middenbok kan het wegdek raken en u
afleiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
DAU23114
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort voor-
afgaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Daarnaast moet de kabel door een
Yamaha dealer worden gesmeerd volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke onderhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber
afdekking. Zorg ervoor dat de afdekking
stevig is aangebracht. Zelfs als de afdek-
king correct is aangebracht, is de kabel
niet volledig beschermd tegen binnendrin-
gend water. Let er daarom op dat er geen
water direct op de afdekking of kabel komt
bij het wassen van de machine. Als de ka-
bel of de afdekking vies wordt, wrijf deze
dan schoon met een vochtige doek.
DAUT3570
Voor- en achterremhendel sme-
ren11. AchterremhendelDe scharnierpunten in de voor- en achter-
remhendel moeten worden gesmeerd door
een Yamaha dealer volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2353B-F819D-D0_CS.indd 6-23
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 61 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-24
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DCA10590
LET OPAls schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU23272
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke on-
dergrond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2453B-F819D-D0_CS.indd 6-24
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 62 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-25
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3760
Accu
1
1. AccuDit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DWA10760
WAARSCHUWING
● Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
DAU45511
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur-
systeem moet als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha dea-
ler de wiellagers te controleren.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2553B-F819D-D0_CS.indd 6-25
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 63 of 84
![YAMAHA XENTER 125 2012 Instructieboekje (in Dutch) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-26
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt wegge YAMAHA XENTER 125 2012 Instructieboekje (in Dutch) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-26
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt wegge](/manual-img/51/52548/w960_52548-62.png)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-26
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand worden
gecontroleerd; laad de accu dan in-
dien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens
deze te installeren.
LET OP:
Draai
voordat u de accu plaatst de sleu-
tel naar “OFF” en sluit vervolgens
eerst de positieve kabel en daarna
de negatieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie van de accu
of de accukabels correct zijn aange-
sloten op de accupolen.
5. Draai het contactslot drie keer van
“ON” naar “OFF” met tussenpozen
van drie seconden om het stationair-
regelsysteem te initialiseren.
DCA16530
LET OPHoud de accu steeds opgeladen. Stal-
len van een ontladen accu kan leiden
De accu bevindt zich achter paneel A. Ver-
wijder het paneel om toegang te krijgen tot
de accu. (Zie pagina 6-7.)
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dea-
ler de accu te laden als deze ontladen lijkt
te zijn. Vergeet niet dat de accu sneller
ontladen raakt als de machine is uitgerust
met optionele elektrische accessoires.
DCA16521
LET OPVoor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een
speciale acculader (met constante
spanning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk
contact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
● Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.● HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
DCA10620
LET OPProbeer nooit om celafdichtingen op de
accu te verwijderen, hierdoor kan per-
manente schade aan de accu worden
toegebracht.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2653B-F819D-D0_CS.indd 6-26
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 64 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-27
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
1
1. Reservezekering2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan. WAARSCHUWING! Gebruik
geen zekeringen met een hogere
amperage dan aanbevolen om
ernstige schade aan het elektri-
sche systeem en mogelijk brand te
voorkomen.
[DWA15131] DAUT3750
Zekeringen vervangen
1
1. ZekeringenkastjeDe zekeringenkast bevindt zich naast het
accucompartiment achter paneel A. (Zie
pagina 6-7.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
tot permanente accuschade.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2753B-F819D-D0_CS.indd 6-27
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black