Page 17 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-1
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAU10460
Contactslot/stuurslot
ON
OFFLOCKVia het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU10550
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting,
het achterlicht, de kentekenverlichting en
het parkeerlicht gaan branden en de motor
kan worden gestart. De sleutel kan niet
worden uitgenomen.OPMERKINGDe koplampen gaan automatisch branden
als de motor wordt gestart en blijven aan
totdat de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, zelfs als de motor afslaat.
DAU10661
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DWA10061
WAARSCHUWING
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU10683
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel
kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1
2
1. Drukken.
2. Draaien.1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand
in en draai deze dan naar “LOCK”.
Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
53B-F819D-D0_CS.indd 3-153B-F819D-D0_CS.indd 3-1
2011/11/01 12:52:562011/11/01 12:52:56
Process BlackProcess Black
Page 18 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-2
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU49391
Controle- en waarschu-
wingslampjes
SELECT
RESET
ODOOIL
TRI P 1 BE
L
T TRIP 2
OIL CHANGECLOOK
OUT TEM
P
3
24
1 1
1. Controlelampjes richtingaanwijzers “4” en
“6”
2. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “
”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “
”
DAU11030
Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “&”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Om het stuur te ontgrendelen
2
1
1. Draaien.
2. Loszetten.Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“OFF”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
DAU11446
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “
”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden op-
lichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DCA10021
LET OPLaat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING● Bij machines met een of meer radi-
atorkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.● Als de motor oververhit raakt, staan
53B-F819D-D0_CS.indd 3-253B-F819D-D0_CS.indd 3-2
2011/11/01 12:52:562011/11/01 12:52:56
Process BlackProcess Black
Page 19 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-3
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
op pagina 6-34 nadere instructies
vermeld.
DAUT1934
Waarschuwingslampje motorstoring
“
”
Dit waarschuwingslampje begint te knip-
peren of blijft branden wanneer een elek-
trisch systeem dat de motorwerking con-
troleert, defect is. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesysteem
te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden op-
lichten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAUT3721
Multifunctioneel display
SELECT
RESET
ODOOIL
TRI P 1 BE
L
T TRIP 2
OIL CHANGECLOOK
OUT TEM
P
12
34
56
789
1012 111. Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
2. Klok
3. Indicator olieverversing “OIL CHANGE”
4. “SELECT”-toets
5. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
“
”
6. Brandstofniveaumeter
7. Snelheidsmeter
8. Kilometerteller
9. “RESET”-toets
10. Ritteller 1
11. Omgevingstemperatuurweergave
12. Ritteller 2
DWA14431
WAARSCHUWING
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het
rijden kan u afleiden en vergroot het
risico op een ongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:● een kilometerteller● een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand weergeeft
vanaf het moment dat het onderste
segment van de brandstofniveau-
meter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau gaan knipperen)● twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)● een olieverversingskilometerteller (die
de afgelegde afstand toont sinds de
motorolie voor het laatst werd ver-
verst)● een indicator voor olieverversing (die
aangeeft wanneer de motorolie moet
worden ververst)● een V-snaarkilometerteller (die de
afgelegde weg aangeeft sinds de V-
snaar voor het laatst is vervangen)● een indicator V-snaarvervanging● een omgevingstemperatuurweergave● een klok● een brandstofniveaumeter● een helderheidsregeling
53B-F819D-D0_CS.indd 3-353B-F819D-D0_CS.indd 3-3
2011/11/01 12:52:562011/11/01 12:52:56
Process BlackProcess Black
Page 20 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-4
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENOPMERKING● Wanneer de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, gaan alle onderdelen van
het display enkele seconden bran-
den. Gedurende deze tijd voert het
multifunctionele display een zelftest
uit.● Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”-toets
en de “RESET”-toetsen gebruikt. Dat
hoeft echter niet als u de helderheid
wilt instellen.
Weergave van kilometerteller, ritteller
voor brandstofreserve, rittellers, olie-
verversingskilometerteller en V-snaar-
kilometerteller
Druk op de toets “SELECT” om de weer-
gave te wisselen tussen de kilometerteller
“ODO”, de ritteller voor brandstofreserve
“F”, de rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”, de
olieverversingskilometerteller “OIL TRIP”
en de V-snaarkilometerteller “BELT TRIP”
in de onderstaande volgorde:
ODO → F → TRIP 1 → TRIP 2 → OIL
TRIP → BELT TRIP → ODO
Als er ongeveer 1.6 L (0.42 US gal, 0.35
Imp.gal) brandstof in de tank over is,
beginnen het onderste segment van de
brandstofniveaumeter en het waarschu-
wingssymbool voor brandstofniveau te
knipperen. De weergave in het display
wisselt automatisch naar de ritteller voor
brandstofreserve “F”, die de afstand begint
te tellen die vanaf dat punt wordt afgelegd.
In dat geval wisselt het display naar de vo-
rige modus wanneer op de “RESET”-toets
wordt gedrukt.
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door de toets “SELECT”
ingedrukt te houden totdat “Trip” of “Trip F”
begint te knipperen (“Trip” of “Trip F” knip-
pert slechts vijf seconden). Terwijl “Trip” of
“Trip F” knippert, houdt u de toets “RESET”
minstens één seconde lang ingedrukt.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller
niet zelf met de hand op nul terugstelt,
wordt deze automatisch teruggesteld zo-
dra na het tanken 5 km (3 mi) is gereden
en verschijnt de vorige weergavemodus
weer.OPMERKINGHet display kan niet meer worden gewis-
seld naar de ritteller voor brandstofreserve
“F” nadat de “RESET”-toets is ingedrukt.
KilometertellerOPMERKING● Voor Groot-Brittannië: In elke modus
kan de eenheid voor de kilometertel-
ler worden gewijzigd van kilometers
naar mijlen door de “SELECT”-toets
1 seconde lang ingedrukt te houden.● Als de kilometerteller “-----” weer-
geeft, laat dan een Yamaha dealer
het multifunctioneel display nakijken,
aangezien dit defect kan zijn.
Rittellers
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door op de “SELECT”-
toets te drukken totdat “TRIP 1” of “TRIP
2” wordt weergegeven. Vervolgens houdt
u de “RESET”-toets minstens 1 seconde
lang ingedrukt.
OPMERKINGAls de ritteller “-----” weergeeft, laat dan
een Yamaha dealer het multifunctioneel
display nakijken, aangezien dit defect kan
zijn.
53B-F819D-D0_CS.indd 3-453B-F819D-D0_CS.indd 3-4
2011/11/01 12:52:562011/11/01 12:52:56
Process BlackProcess Black
Page 21 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-5
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Olieverversingskilometerteller
Om de olieverversingskilometerteller op
nul terug te stellen, selecteert u deze door
op de “SELECT”-toets te drukken totdat
“OIL CHANGE” en “OIL TRIP” worden
weergegeven. Vervolgens houdt u de
“RESET”-toets minstens 3 seconden lang
ingedrukt. Na het terugstellen verdwijnt
“OIL CHANGE” van het display.
Druk opnieuw op de “SELECT”-toets om
de olieverversingskilometerteller te starten.
De weergave wisselt naar de V-snaarkilo-
meterteller.
Indicator olieverversing “OIL CHANGE”
Deze indicator wordt weergegeven zodra
de eerste 1000 km (625 mi) zijn afgelegd
en daarna om de 6000 km (3750 mi) om
aan te geven dat de motorolie moet wor-
den ververst.
Nadat de motorolie is ververst, moet de
olieverversingskilometerteller worden te-
ruggesteld.
Als de motorolie wordt ververst voordat de
indicator voor olieverversing wordt weer-
gegeven (dus voordat de interval voor de
periodieke olieverversing is verstreken),
moet de olieverversingskilometerteller na
de olieverversing worden teruggesteld om
de eerstvolgende periodieke olieverver-
sing correct aan te geven.OPMERKING● Als de olieverversingskilometertel-
ler vóór het bereiken van de eerste
1000 km (625 mi) op nul wordt terug-
gesteld, is de interval voor periodieke
olieverversing daarna steeds om de
6000 km (3750 mi).● Als de olieverversingskilometerteller
“-----” weergeeft, laat dan een Yama-
ha dealer het multifunctioneel display
nakijken, aangezien dit defect kan
zijn.
Kilometerteller V-snaarvervanging
Om de V-snaarkilometerteller op nul te-
rug te stellen, selecteert u deze door op
de “SELECT”-toets te drukken totdat “V-
BELT” en “BELT TRIP” worden weergege-
ven. Vervolgens houdt u de “RESET”-toets
minstens 3 seconden lang ingedrukt. Na
het terugstellen verdwijnt “V-BELT” van
het display.
Druk opnieuw op de “SELECT”-toets om
de V-snaarkilometerteller te starten. De
weergave wisselt naar de ODO-modus.
Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
Deze indicator wordt elke 20000 km (12500
mi) weergegeven om aan te geven dat de
V-snaar moet worden vervangen.
Stel de indicator voor V-snaarvervanging
terug nadat de V-snaar is vervangen.
Als de V-snaar wordt vervangen voordat
de indicator voor V-snaarvervanging wordt
weergegeven (d.w.z. voordat het periodie-
ke V-snaarvervangingsinterval is bereikt),
moet de indicator voor V-snaarvervanging
worden teruggesteld zodat het eerstvol-
gende tijdstip voor V-snaarvervanging
weer correct wordt aangegeven.OPMERKINGAls de indicator voor V-snaarvervanging
“-----” weergeeft, laat dan een Yamaha
dealer het multifunctioneel display nakij-
ken, aangezien dit defect kan zijn.
Omgevingstemperatuurweergave “OUT
TEMP”
Deze weergave toont de omgevingstem-
peratuur van -10 °C tot 40 °C in stappen
van 1 °C. De weergegeven temperatuur
kan afwijken van de omgevingstempera-
tuur.
53B-F819D-D0_CS.indd 3-553B-F819D-D0_CS.indd 3-5
2011/11/01 12:52:562011/11/01 12:52:56
Process BlackProcess Black
Page 22 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-6
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENOPMERKING● Als de omgevingstemperatuur daalt
tot onder -10 °C, wordt een lagere
temperatuur dan -10 °C niet weerge-
geven.● Stijgt de omgevingstemperatuur tot
boven 40 °C, dan wordt geen hogere
temperatuur dan 40 °C weergegeven.● De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden (ongeveer
onder 20 km/h (12 mi/h)) of door het
oponthoud bij verkeerslichten, spoor-
wegovergangen etc.
Klok
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Ga
zo snel mogelijk tanken als het onderste
segment van de brandstofniveaumeter
en de waarschuwingsindicator brandstof-
niveau “
” gaan knipperen. Wanneer de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid, lichten
eerst alle displaysegmenten van de brand-
stofniveaumeter kort op en wordt daarna
het huidige brandstofniveau weergegeven.
Helderheidsregeling
Met deze functie regelt u de helderheid
van de snelheidsmeterunit, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
Om de helderheid in te stellen
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd
deze ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de “SELECT”-
toets los.
4. Druk op de “RESET”-toets om het
gewenste helderheidsniveau te se-lecteren, en draai dan de sleutel naar
“OFF”.
53B-F819D-D0_CS.indd 3-653B-F819D-D0_CS.indd 3-6
2011/11/01 12:52:562011/11/01 12:52:56
Process BlackProcess Black
Page 23 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-7
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAU12349
StuurschakelaarsLinks
132
1. Dimlichtschakelaar “%/&”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
3. Claxonschakelaar “*”Rechts
1
1. Startknop “,”
DAU12400
Dimlichtschakelaar “&/%”
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Druk deze schakelaar naar “6” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “4” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “*”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAUM1132
Startknop “,”
Druk bij bekrachtigde voor- of achterrem
deze knop in om de motor via de startmo-
tor te starten. Zie pagina 5-1 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAUS2010
Voorremhendel
1
1. Levier de frein avantDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Aangezien dit systeem mechanisch is,
kunt u extra vrije slag voelen in de voor-
remhendel als de achterremhendel wordt
aangetrokken. Zie “Achterremhendel” voor
gedetailleerde informatie over het gekop-
pelde remsysteem.
53B-F819D-D0_CS.indd 3-753B-F819D-D0_CS.indd 3-7
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black
Page 24 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-8
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAUS1961
Achterremhendel
1
1. AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de achterrem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Wanneer u aan de achterremhendel trekt,
wordt de achterrem en een gedeelte van
de voorrem bekrachtigd. Trek beide rem-
hendels tegelijkertijd aan voor maximale
remkracht.OPMERKING● Daar het gekoppelde remsysteem
mechanisch is, kunt u extra vrije slag
voelen in de voorremhendel als de
achterremhendel wordt aangetrok-
ken.
● Het gekoppelde remsysteem functio-
neert niet als alleen de voorrem wordt
bekrachtigd.
DAUT3590
Tankdop
1
2
1. Tankdop
2. Lijn merktekens uitOm de tankdop te verwijderen
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-11.)
2. Draai de tankdop naar links en trek
hem los.
Om de tankdop aan te brengen
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank en draai
deze rechtsom tot de merktekens
“ W/ X” op de dop en de rubber mat
tegenover elkaar staan.
2. Sluit het zadel.
DWA11091
WAARSCHUWING
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
53B-F819D-D0_CS.indd 3-853B-F819D-D0_CS.indd 3-8
2011/11/01 12:52:572011/11/01 12:52:57
Process BlackProcess Black