Page 49 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-12
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
1
1. Vuldop versnellingsbakolie4. Verwijder de vuldop van de eindover-
brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.
5. Verwijder de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen.
DAU20065
EindoverbrengingsolieHet eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en
repareren. Bovendien dient de eindover-
brengingsolie als volgt te worden ververst
op de tijdstippen vermeld in het periodieke
onderhouds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
tor dan direct af en zoek de oorzaak.
10. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
Het controlelampje olieverversingster-
mijn en de olieverversingskilometertel-
ler resetten
OPMERKINGHet controlelampje olieverversingstermijn
en de olieverversingskilometerteller kun-
nen worden gereset, wanneer “OIL CHAN-
GE” en “OIL TRIP” op het multifunctionele
display verschijnen. (zie pagina 3-3.)
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1253B-F819D-D0_CS.indd 6-12
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 50 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-13
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Aanbevolen eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
0.2 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
8. Plaats de vuldop van de eindover-
brengingsolie met de nieuwe o-ring
en draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis
op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20070
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofni-
veau worden gecontroleerd. Ook moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUT3690
Controleren van het koelvloeistofniveau
Voor iedere rit moet als volgt het koel-
vloeistofniveau worden gecontroleerd.
Ook moet de koelvloeistof worden ververst
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING● Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.● Zorg dat de machine rechtop staat
bij het controleren van het koelvloei-
stofniveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Open het zadel. (Zie pagina 3-11.)
3. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
1
1. Aftapplug versnellingsbakolie6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe
pakking en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.Aanhaalmoment:
Aftapplug eindoverbrengingsolie:
20 Nm (2.0 m·kgf, 14.5 ft·lbf)
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde materia-
len in het eindoverbrengingshuis
terechtkomen. Zorg ervoor dat
geen olie op de band of het wiel
terechtkomt.
[DWA11311]
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1353B-F819D-D0_CS.indd 6-13
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 51 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-14
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
servoirdop en het paneel.
LET OP:
Als er geen koelvloeistof aanwezig
is, gebruik dan in plaats daarvan
gedistilleerd water of onthard
leidingwater. Gebruik geen hard
water of zout water, dit is schade-
lijk voor de motor. Als er in plaats
van koelvloeistof water is gebruikt,
vervang dit dan zo snel mogelijk
door koelvloeistof, anders is het
systeem niet beschermd tegen
vorst en corrosie. Als er water aan
de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
6. Sluit het zadel.
DAU33031
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10381]
12
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveauOPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
4. Als het koelvloeistofniveau zich op
of onder de merkstreep voor mini-
mumniveau bevindt, open dan de
reservoirdop. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te
verwijderen als de motor koud
is.
[DWA15161]
5. Vul koelvloeistof of gedestilleerd
water bij tot aan de merkstreep voor
maximumniveau en bevestig de re-
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1453B-F819D-D0_CS.indd 6-14
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 52 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-15
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder de schroefafdekking en het
luchtfilterdeksel door de schroeven
los te halen.
3. Trek het luchtfi lterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis.
LET OP:
Zorg ervoor dat het filterelement
goed aanligt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met
het lucht lterelement uitgenomen,
hierdoor kunnen de zuiger(s) en/
of cilinder(s) overmatig versleten
raken.
[DCA10481]
5. Monteer het luchtfi lterdeksel door de
schroeven en de schroefafdekking
aan te brengen.
Reinigen van de lucht lteraftapslang
1. Controleer of zich in de slang aan
de achterkant van het luchtfilterhuis
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los als er vuil of water
in zit, reinig hem grondig en breng
opnieuw aan.
Reinigen van het luchtfilterelement in
de v-snaarbehuizing
1. Verwijder het paneel B. (Zie pagina
6-8.)
2. Verwijder het luchtfilterdeksel op de V-snaarbehuizing door de bouten los
te halen.
1
1. Luchtfi lterdeksel v-snaarbehuizing3. Trek het luchtfi lterelement naar buiten
en reinig het met perslucht.
LET OP:
Spring voorzichtig om met het fil-
terelement en verdraai het niet om
beschadiging te voorkomen.
[DCA10521] DAUT3550
Luchtfilter en luchtfilterelemen-
ten in v-snaarbehuizingHet luchtfi lter en de luchtfi lterelementen in
de v-snaarbehuizing moeten worden ge-
reinigd of vervangen volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Controleer beide
luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffi ge of vochtige gebieden rijdt. Verder
moet de aftapslang van het luchtfilter re-
gelmatig worden gecontroleerd en gerei-
nigd.
Het lucht lterelement vervangen
2
3
1
1. Schroefafdekking
2. Luchtfi lterdeksel
3. Aftapslang luchtfi lter
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1553B-F819D-D0_CS.indd 6-15
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 53 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-16
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
1
1. Luchtfi lterelement in V-snaarbehuizing4. Plaats het fi lterelement in het luchtfi l-
terhuis.
5. Monteer het luchtfilterdeksel van de
V-snaarbehuizing door de bouten aan
te brengen.
6. Monteer het paneel.
DAU44734
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.Stationair toerental:
1600 ~ 1800 r/min
DAU21384
De vrije slag van de gasgreep
controleren
1
1. Vrije slag van gasgreepDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3 ~ 5 mm
(0.12 ~ 0.20 in) te bedragen. Controleer
de vrije slag van de gasgreep regelmatig
en laat de vrije slag indien nodig afstellen
door een Yamaha dealer.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1653B-F819D-D0_CS.indd 6-16
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 54 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-17
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
175 kPa (1.75 kgf/cm
2, 25 psi)
Achter:
200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
90 kg (198 lb)<->maximale:
Voor:
175 kPa (1.75 kgf/cm2, 25 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Maximale belasting*:
179 kg (395 lb)
*Totaal gewicht van bestuurder,
passagier, bagage en accessoires
DWA10511
WAARSCHUWING
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
DAUT2142
BandenLet ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig wor-
den bijgesteld.
DWA10503
WAARSCHUWING
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk
ernstig letsel of overlijden tot gevolg.● De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).● De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
DAU21401
KlepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan
afwijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het motor-
geluid toeneemt. Om dit te voorkomen
moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1753B-F819D-D0_CS.indd 6-17
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 55 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-18
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
de nodige vakkundige kennis en
ervaring beschikt.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless ban-
den.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model goed-
gekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.Voorband:
Maat:
100/80-16M/C 50P
Fabrikant/model:
DURO/DM1157F
Achterband:
Maat:
120/80-16M/C 60P
Fabrikant/model:
DURO/DM1157
DWA10470
WAARSCHUWING
● Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.● De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over
Inspectie van banden
1
2
1. Bandprofi eldiepte
2. Wang van bandVoor elke rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha dea-
ler worden vervangen.Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
0.8 mm (0.03 in)OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofi eldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
altijd de lokale voorschriften in acht.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1853B-F819D-D0_CS.indd 6-18
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 56 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-19
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU22170
Vrije slag van achterremhendel
afstellen11. Vrije slag achterremhendelDe vrije slag van de remhendel dient 10
~ 15 mm (0.4 ~ 0.6 in) te bedragen, zoals
weergegeven. Controleer de vrije slag van
de remhendel regelmatig en stel deze in-
dien nodig als volgt af.
DAU21962
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.● Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repa-
reren, hoe klein de reparatie ook is.
Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.● Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAUS2001
Vrije slag van voorremhendel
controleren
1
1. Vrije slag voorremhendelControleer van tijd tot tijd de vrije slag van
de remhendel. Als de vrije slag groter is
dan 10 mm (0.39 in), laat u deze aanpas-
sen door een Yamaha dealer.
DWA10641
WAARSCHUWING
Als de vrije slag van de remhendel niet
normaal is, wijst dat op een serieus
defect in het remsysteem. Laat het rem-
systeem vóór gebruik van het voertuig
nakijken of repareren door een Yamaha
dealer.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-1953B-F819D-D0_CS.indd 6-19
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black