Page 65 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-28
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3660
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorge-
brand.
DCA10650
LET OPPas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:● Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders
kan de doorzichtigheid van het glas, de
lichtintensiteit en de levensduur nade-
lig worden beïnvloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdrukken
op het gloeilampglas weg met een
doekje gedrenkt in alcohol of thinner.● Koplamplens
• Plak geen kleurfolie of stickers
op de koplamplens.
• Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is
voorgeschreven.
1. Verwijder paneel A samen met de
koplampunit. (Zie pagina 6-7.)
2. Verwijder de gloeilampkap en maak
vervolgens de koplampstekker los.
1
1. Gloeilampkap
1
2
3
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
3. Koplampgloeilamp3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de
gloeilamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan en mon-
teer vervolgens de gloeilampkap.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
15 A
Koplampzekering:
15 A
Backup-zekering:
7.5 AOPMERKINGDraai na het verwijderen en plaatsen van
de hoofdzekering het contactslot drie keer
van “ON” naar “OFF” met tussenpozen
van drie seconden om het stationairregel-
systeem te initialiseren.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het elektrisch systeem te controle-
ren.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2853B-F819D-D0_CS.indd 6-28
2011/11/01 12:52:582011/11/01 12:52:58
Process BlackProcess Black
Page 66 of 84
1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-29
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3650
Gloeilamp in voorste richting-
aanwijzer vervangenVervang de gloeilamp van een voorste
richtingaanwijzer als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-7.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
6. Monteer het stroomlijnpaneel samen
met de koplampunit.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit
1
1. Remlicht/achterlichtDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-2953B-F819D-D0_CS.indd 6-29
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black
Page 67 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-30
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT3640
Parkeerlichtgloeilamp vervan-
genVervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-7.)
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Parkeerlichtgloeilamp3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting.
5. Breng de lampfi tting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzer3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
DCAU0080
LET OPAls een richtingaanwijzergloeilamp
van een ander wattage dan aanbevolen
wordt gebruikt, kan de knipperwerking
van de richtingaanwijzer verslechteren.
5. Breng de lampfi tting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-3053B-F819D-D0_CS.indd 6-30
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black
Page 68 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-31
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.
LET OP:
Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan
de lens breken.
[DCA11191]
DAUT3670
Gloeilamp achterste richtingaan-
wijzer vervangen1. Verwijder de lamplens van de rich-
tingaanwijzer door de schroef te ver-
wijderen.
1
1. Gloeilamp achterste richtingaanwijzer2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fi t-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
DCAU0080
LET OPAls een richtingaanwijzergloeilamp
van een ander wattage dan aanbevolen
wordt gebruikt, kan de knipperwerking
van de richtingaanwijzer verslechteren.
DAU24330
Kentekenverlichting
1
1. KentekenverlichtingAls de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-3153B-F819D-D0_CS.indd 6-31
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black
Page 69 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-32
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DWA15141
WAARSCHUWING
Rook niet tijdens het controleren van
het brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explo-
deren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
DAU25881
Problemen oplossenYamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in
motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
scooter echter wel naar een Yamaha dea-
ler als reparaties nodig zijn, hier zijn vak-
kundige monteurs aanwezig die beschik-
ken over het benodigde gereedschap en
de ervaring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de scooter correct te ver-
richten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-originele on-
derdelen lijken misschien op Yamaha on-
derdelen maar zijn toch vaak van mindere
kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-3253B-F819D-D0_CS.indd 6-32
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black
Page 70 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-33
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU42704
Storingzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de startmotor.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de startmotor.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.
DroogNat
Bedien de startmotor.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-3353B-F819D-D0_CS.indd 6-33
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black
Page 71 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-34
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Oververhitte motor
DWAT1040
WAARSCHUWING
● Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kun-
nen naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.● Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom te-
gen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai
deze linksom en verwijder de dop.Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
53B-F819D-D0_CS.indd 6-3453B-F819D-D0_CS.indd 6-34
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black
Page 72 of 84

1
2
3
4
5
6
7
8
9
7-1
DAU25991
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
DAU26094
VerzorgingDe open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook meer
kwetsbaar. Er kan roestvorming en cor-
rosie optreden, ook al zijn hoogwaardige
componenten gebruikt. Een roestige
uitlaatpijp valt bij een auto niet zo op, bij
een scooter is dit echter nadelig voor de
algehele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar verzekert ook
een fraai uiterlijk van de scooter, verlengt
de levensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen en alle elektrische stekkers
en aansluitingen, inclusief de bougie-
doppen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar
gebruik dergelijke producten nooit op
afdichtingen, pakkingen en wielas-
sen. Spoel vuil en ontvetter altijd af
met water.
Reinigen
DCA10783
LET OP● Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen. Als
dergelijke producten toch worden
gebruikt om hardnekkig vuil los te
maken, laat het reinigingsmiddel
dan niet langer inwerken dan is
vermeld in de gebruiksinstructies.
Spoel vervolgens grondig na met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.● Bij verkeerd reinigen kunnen
kunststof delen (zoals stroomlijn-
panelen, framepanelen, kuipruiten,
koplamplenzen, lenzen van de in-
strumentenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel rei-
nigingsmiddelresten zorgvuldig
af met grote hoeveelheden water,
aangezien ze de kunststof delen
DAU25991
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
DAU37833
Matkleur, let op
DCA15192
LET OPSommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten wor-
den om het voertuig te reinigen.
Het gebruik van een borsteltje, chemi-
sche producten of reinigingsmiddelen
tijdens het reinigen van deze onderde-
len kan het oppervlak bekrassen of be-
schadigen. Ook was moet niet worden
aangebracht op een van de matkleurige
onderdelen.
53B-F819D-D0_CS.indd 7-153B-F819D-D0_CS.indd 7-1
2011/11/01 12:52:592011/11/01 12:52:59
Process BlackProcess Black