WAARSCHUWING!
Voor uw persoonlijke veiligheid en be-
veiliging in geval van een ongeluk moet u
de portieren tijdens het rijden vergrendelen en
wanneer u het voertuig parkeert en verlaat .
Neem altijd de sleutelhouder mee uit de auto
wanneer u de portieren vergrendeld. Gebruik
zonder toezicht van de aanwezige uitrusting in de
auto kan ernstig letsel of de dood tot gevolg
hebben.
Kinderen nooit alleen in het voertuig laten.
Kinderen zonder toezicht achterlaten in een auto
is om verschillende redenen gevaarlijk. Kinderen
of derden kunnen ernstige of dodelijke verwon-
dingen oplopen. Laat de sleutelhouder niet in het
contact achter. Een kind zou de elektrische raam-
bediening of andere schakelaars kunnen bedie-
nen of de auto in beweging kunnen brengen.
Centrale portiervergrendeling
Op het bekledingspaneel van beide voorportieren
vindt u een knop voor elektrische portiervergrende-
ling. Met deze schakelaar kunt u de portieren en de
achterklep elektrisch vergrendelen en ontgrendelen.
(afb. 82)
De portieren worden niet vergrendeld als u de ver-
grendelknop indrukt terwijl de sleutelhouder zich in de
auto bevindt en een voorportier is geopend. Hierdoor wordt voorkomen dat u per ongeluk de sleutelhouder
achterlaat in de auto. Na het verwijderen van de sleu-
telhouder of sluiten van het portier werken de sloten
weer zoals gebruikelijk. Als een portier is geopend en
het contactslot staat in de stand LOCK of ACC, klinkt
een gong om u eraan te herinneren de sleutelhouder te
verwijderen.
Automatische portiervergrendeling (voor
bepaalde uitvoeringen/markten)
De automatische portiervergrendeling is standaard uit-
geschakeld. Wanneer deze ingeschakeld is, worden de
portieren automatisch vergrendeld als de rijsnelheid
hoger is dan 24 km/u. De automatische portiervergren-
deling kan door de erkende dealer in of buiten werking
worden gesteld op schriftelijk verzoek van de klant.
Bezoek uw erkende servicedealer.
(afb. 82)
Plaats van de schakelaar voor portiervergrendeling
105
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Automatisch portieren ontgrendelen bij
uitstappen
Bij auto's met elektrische vergrendeling worden de
portieren automatisch ontgrendeld, wanneer:
1. de functie voor het automatische ontgrendelen vande portieren bij uitstappen is ingeschakeld.
2. de auto in de versnelling staat en de auto tot stilstand is gekomen,
3. de versnellingsbak in NEUTRAL of PARK staat,
4. het bestuurdersportier is geopend,
5. de portieren niet al eerder werden ontgrendeld,
6. de auto stilstaat.
Raadpleeg voor het veranderen van de huidige instel-
lingen "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto"
voor meer informatie. OPMERKING: Gebruik de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften.
Programmeren van de functie automatisch
portieren ontgrendelen bij uitstappen
U kunt de functie voor het automatisch ontgrendelen
van de portieren bij uitstappen als volgt in- of uitscha-
kelen:
Raadpleeg voor voertuigen die zijn uitgerust met Uconnect Touch™ “Uconnect Touch™ instellingen”
in “Uw auto” voor meer informatie. Ga bij voertuigen zonder Uconnect Touch™ als
volgt te werk:
1. Ga in de auto zitten en sluit alle portieren.
2. Steek de ingebouwde sleutel in het contact.
3. Schakel het contact binnen 15 seconden viermaal heen en weer tussen de standen LOCK en ON/
RUN en zet de schakelaar na de vierde keer in de
stand LOCK (start de motor niet). Start echter
niet de motor.
4. Druk binnen 30 seconden op de schakelaar voor centrale portiervergrendeling om de portieren te
ontgrendelen.
5. Een geluidssignaal geeft aan dat de programmering voltooid is.
OPMERKING: Als er geen geluidssignaal klinkt, be-
vindt het systeem zich niet in de programmeermodus
en moet u de procedure nogmaals uitvoeren.
6. Herhaal deze stappen als u de vorige instelling voor
deze functie wenst te herstellen.
OPMERKING: Gebruik de functie voor het automa-
tisch ontgrendelen van portieren in overeenstemming
met de plaatselijke geldende wettelijke voorschriften.
KINDERSLOTEN — ACHTERPORTIEREN
Voor de veiligheid van kleine kinderen die op de ach-
terste zitplaatsen meerijden, zijn de achterportieren
voorzien van een kinderslot.
106
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Activeren van het kinderslot
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijkvoorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand LOCK. (afb. 83) (afb. 84)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Wanneer het kinderslot is geacti-
veerd, kan het portier alleen met de portiergreep van
buitenaf worden geopend, ook als de ontgrendelknop
aan de binnenzijde in de ontgrendelde stand staat.
WAARSCHUWING!
Zorg dat bij een aanrijding niemand in
de auto wordt opgesloten. Vergeet niet
dat u de achterportieren uitsluitend van buitenaf
kunt openen als het kinderslot ingeschakeld is.
Als u deze waarschuwing niet opvolgt , kan dit
ernstig letsel of de dood tot gevolg hebben.
OPMERKING:
Controleer na het activeren van het kinderslot altijd
of het portier niet van binnenuit kan worden geopend.
Als u in een noodsituatie de auto moet verlaten
terwijl het systeem is geactiveerd, trekt u de vergren-
delknop omhoog naar de ontgrendelde stand, draait u
(afb. 83) Plaats van het kinderbeveiligde portierslot
(afb. 84) Functie kinderslot
107
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
de ruit omlaag en opent u het portier via de portier-
greep aan de buitenzijde.
Het kinderslot uitschakelen
1. Open het achterportier.
2. Steek de punt van de noodsleutel (of een soortgelijkvoorwerp) in het kinderslot en draai het slot naar de
stand UNLOCK. (afb. 85)
3. Herhaal stappen 1 en 2 voor het andere achterpor- tier.
OPMERKING: Controleer na het uitschakelen van
het kinderslot altijd of het portier van binnenuit kan
worden geopend. KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt verbeteringen ten
opzichte van het systeem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-Go. Met deze
functie kunt u de portieren van uw auto vergrendelen
en ontgrendelen zonder dat u op de afstandbediening
de vergrendel- en ontgrendelknoppen hoeft in te druk-
ken. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/uit) worden gepro-
grammeerd, raadpleeg "Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw auto" voor meer informatie.
Als u handschoenen draagt of als de portierhand-
greep met Passive Entry is natgeregend, is het mogelijk
dat de handgreep minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de afstandsbe-
diening of Passive Entry en er wordt binnen 60 secon-
den geen portier geopend, worden de portieren weer
vergrendeld en wordt (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) het alarmsysteem ingeschakeld.
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
binnen 1,5 m van de handgreep van het bestuur-
dersportier en pak deze handgreep vast om het be-
stuurdersportier automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren zal(afb. 85)
Functie kinderslot
108
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
omhoog komen wanneer het portier wordt ontgren-
deld. (afb. 86) OPMERKING:Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één keer drukken) is
ingesteld, worden alle portieren ontgrendeld wanneer
u de handgreep van het bestuurdersportier vastpakt.
Raadpleeg voor het kiezen tussen "Unlock Driver
Door 1st Press" en "Unlock All Doors 1st Press",
"Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto" voor
meer informatie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het voorste
passagiersportier en pak deze handgreep vast om alle
vier portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen. OPMERKING:
Alle portieren en de achterklep wor-
den ontgrendeld wanneer de handgreep van het voor-
ste passagiersportier wordt vastgepakt, ongeacht de
gewenste ontgrendelinstelling van het bestuurderspor-
tier ("Unlock Driver Door 1st Press" (ontgrendel alle
portieren na één keer drukken) of "Unlock All Doors
1st Press" (ontgrendel alle portieren na één keer druk-
ken)).
Achterklep openen
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
op minder dan 1 meter van de achterklep en vergrendel
of ontgrendel de auto door te drukken op de knop
linksonder van het profiel dat zich op de achterklep
onder de ruit bevindt. (afb. 87)(afb. 86) Handgreep van het bestuurdersportier vastpakken
(afb. 87) Knop achterklep ontgrendelen/vergrendelen
109
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Onbedoeld vergrendelen van afstandsbediening
met Passive Entry in de auto voorkomen
Om te voorkomen dat een afstandsbediening met
Passive Entry onbedoeld wordt ingesloten in de auto, is
het Passive Entry-systeem uitgerust met een automa-
tische portierontgrendelingsfunctie, die in werking
treedt wanneer de contactschakelaar in de stand OFF
staat.
Als een van de autoportieren is geopend en de portier-
paneelschakelaar wordt gebruikt om de auto te ver-
grendelen, zal het voertuigsysteem, na het sluiten van
alle portieren, controleren of er binnen of buiten de
auto geldige afstandsbedieningen met Passive Entry
aanwezig zijn. Als een van afstandsbedieningen met
Passive Entry wordt gedetecteerd binnen de auto en er
geen andere geldige afstandsbediening met Passive En-
try wordt gedetecteerd buiten de auto, ontgrendelt
het Passive Entry-systeem automatisch alle portieren
en zal er drie keer een claxonsignaal klinken (bij de
derde poging worden ALLE portieren vergrendeld en
kan de afstandsbediening met Passive Entry worden
ingesloten in de auto).
Portieren vergrendelen
Aan de buitenzijde van de handgrepen op de voorpor-
tieren zijn LOCK-knoppen (vergrendelknoppen) aan-
gebracht. (afb. 88)
Houd een van de afstandsbedieningen met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het
bestuurders- of passagiersportier en druk op de knopLOCK van de handgreep om alle vier portieren en de
achterklep te vergrendelen. OPMERKING:
Nadat u de knop LOCK hebt ingedrukt, moet u twee
seconden wachten voordat u de portieren kunt ver-
grendelen of ontgrendelen met een Passive Entry-
portierhandgreep. Op deze wijze kunt u controleren
door aan de portiergreep te trekken of de auto is
vergrendeld, zonder dat de auto reageert en de portie-
ren ontgrendelt.
Het Passive Entry-systeem werkt niet als de batterij
van de afstandsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld met de
toets LOCK toets op de afstandsbediening of de ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren.
(afb. 88)
Vergrendelknop op de buitenhandgreep
110
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
RAMEN
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN
Met de ruitbediening op het bekledingspaneel van het
bestuurdersportier kunt u alle portierruiten bedienen.
(afb. 89)
Op het bekledingspaneel van elk van de portieren
bevindt zich een ruitbediening voor het openen en
sluiten van de portierruit. De ruitbediening werkt al-
leen als de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC staat. OPMERKING:Bij auto's die zijn uitgerust met
Uconnect Touch™, blijven de schakelaars van de elek-
trisch bedienbare ruiten nog maximaal 10 minuten
werken nadat de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een voorportier wordt deze functie uitgeschakeld. Deze tijd is instelbaar. Raad-
pleeg "Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto"
voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Laat nooit kinderen in een auto achter
waarin zich de sleutelhouder bevindt .
Inzittenden, en vooral kinderen zonder begelei-
der, kunnen klem komen te zitten in de raamope-
ningen door de ruitschakelaars te bedienen. Bij
een dergelijke beknelling kan ernstig of dodelijk
letsel ontstaan.
De functie "Automatisch omlaag"
De elektrisch bediende ruit in het bestuurdersportier
heeft een automatische openingsfunctie. Druk de scha-
kelaar voorbij de eerste klikstand en laat deze los. De
ruit gaat automatisch helemaal omlaag.
Als u de ruit slechts gedeeltelijk wilt openen, drukt u de
ruitschakelaar naar het eerste klikpunt en laat u de
schakelaar los wanneer u de ruit wilt stoppen.
Als u tijdens het gebruik van de automatische ope-
ningsfunctie de ruit wilt stoppen voordat deze volledig
is geopend, trekt u de schakelaar kort omhoog.
(afb. 89) Schakelaars voor elektrische ruitbediening
111
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Automatische sluitfunctie met klembeveiliging
(voor bepaalde uitvoering/markten)
Bij sommige modellen zijn de ramen van het
bestuurders- en passagiersportier voorzien van de
functie "Automatisch sluiten". Zet de raamschakelaar
naar de tweede klikstand, laat deze los, dan gaat het
raam automatisch dicht.
Als u tijdens het gebruik van de automatische sluitfunc-
tie het raam wilt stoppen voordat het volledig is geslo-
ten, duwt u de schakelaar kort omlaag.
Wanneer u het raam gedeeltelijk wilt sluiten, trekt u de
raamschakelaar naar de eerste klikstand en laat u de
schakelaar los wanneer u het raam wilt laten stoppen. OPMERKING:
Als het raam tijdens het automatisch sluiten op een
obstakel stuit, wordt eerst de bewegingsrichting om-
gekeerd en schuift het raam volledig open. Verwijder
het obstakel en trek nogmaals aan de schakelaar om
het raam te sluiten.
Tijdens het automatisch sluiten kunnen schokken
vanwege een slecht wegdek de automatische omke-
ringsfunctie onverwachts activeren. Als dat gebeurt,
trekt u de schakelaar lichtjes naar het eerste drukpunt
en houdt u deze daar om het raam handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgescha-
keld wanneer het raam bijna gesloten is.
Om persoonlijk letsel te voorkomen moet u zor-
gen dat er zich geen armen, handen, vingers of
andere voorwerpen in het pad van het naar
boven draaiende raam bevinden voordat het
raam gesloten wordt . Bij een dergelijke beknel-
ling kan ernstig of dodelijk letsel ontstaan.
Functies terugstellen
Soms moet de functie "Automatisch omhoog/
Automatisch omlaag" opnieuw in werking worden ge-
steld. Daartoe volgt u de volgende stappen:
1. Trek de schakelaar van de ruitbediening helemaal omhoog tot de ruit helemaal gesloten is en houd de
schakelaar dan nog twee seconden langer vast.
2. Duw de schakelaar van de ruitbediening helemaal omlaag tot de ruit helemaal geopend is en houd de
schakelaar dan nog twee seconden langer vast.
Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het portierpaneel
aan de bestuurderszijde kunt u de raambediening van
alle andere portieren buiten werking stellen. Als u de
ruitschakelaars wilt deactiveren, drukt u kort op de
ruitblokkeerschakelaar om deze in de stand Omlaag te
zetten. Als u de ruitschakelaars wilt activeren, drukt u
112
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD