Page 65 of 348

63Toegang tot de auto
Brandstoftank Inhoud van de brandstoftank: ongeveer 60 liter.
Als er minder dan 5 liter brandstof getankt wordt, wordt deze stijging van het brandstofniveau niet weergegeven op de brandstofmeter.
Tijdens het openen van de tankdop kan eengeluid van aangezogen lucht hoorbaar zijn. Dit wordt veroorzaakt door de onderdruk
die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit. Dit geluid is normaal. )Kies bij het tankstation de juiste brandstof (deze staat vermeld op de sticker aan de binnenzijde van de brandstofvulklep vanuw auto). ) Open de vuldop door deze een kwart
omwenteling linksom te draaien. ) Verwijder de vuldop en plaats deze op de steun (aan de klep).
Openen
Indien u per vergissing de verkeerdebrandstof voor uw auto tankt, moetde tank beslist worden afgetapt voordat de motor kan wordengestart.
Tank nooit als de motor door het Stop & Start-systeem in de STOP-stand is geschakeld; zet in dat geval altijd hetcontact af met "START/STOP"-knop.
Tanken
)
Steek bij een benzine-uitvoering het
vulpistool zo ver mogelijk in de vulopening en druk hierbij de metalen klep Ain. ) Vul de brandstoftank. Laat het vulpistoolmaximaal drie keer afslaan, aangezien er
anders storingen kunnen optreden. ) Plaats de vuldop terug en sluit deze door
de dop een kwart omwenteling rechtsom te draaien. ) Druk de klep van de tankdop dicht.
Uw auto is voorzien van een katalysator, die de schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Door de vernauwde vulpijp kan alleen benzine
worden getankt.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije benzine worden gebruikt.
)Druk op de toets.
Na afzetten van het contact is deze toetsnog enkele minuten actief. Zet eventueel
opnieuw het contact aan om deze toets weer te activeren.
Page 66 of 348

Minimumbrandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveauis bereikt, gaat dit
waarschuwingslampje branden, in
combinatie met een geluidssignaalen een melding op het display van het instrumentenpaneel.
Als dit lampje gaat branden, zit er nog ongeveer 6 liter brandstof in de tank.Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomendat u zonder brandstof komt te staan.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer afsluit.
Het vullen van de brandstoftank metbehulp van een jerrycan is wel mogelijk.Houd de tuit van de jerrycan recht, druk deze niet tegen de klep van de vulpistoolrestrictie en giet voorzichtig om ervoor te zorgen dat de brandstof netjes in de vulopening stroomt.
Vulpistoolrestrictie (diesel) *
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is ombenzine te tanken. Hiermee wordt schade aan motoren, ontstaan door het tanken van de verkeerde
brandstof, voorkomen.
Deze voorziening, die inde tankopening is ingebouwd, is zichtbaar zodra u de brandstoftankdop ver wijdert.
Wanneer u bij een dieseluitvoering eenbenzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep,
waardoor het vergrendeld blijft en er dus nietgetankt kan worden.
Probeer in dat geval niet toch te tankenmaar kies een dieseltankpistool.
Werking
Reizen naar het buitenland
Omdat de tankpistolen voor het tanken van
Diesel per land kunnen verschillen, kan de
aanwez
igheid van een tankbeveiliging op de
auto er toe leiden dat tanken niet mogelijk is.
Wij adviseren u daarom voordat u naar het
buitenland afreist bij het CITROËN-netwerk
te in
formeren of uw auto geschikt is om in het desbetreffende land te kunnen tanken.
*
Vol
gens land van bestemming.
Page 67 of 348

DIESEL
65
Toegang tot de auto
Brandstofkwaliteit voor
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnenprobleemloos rijden op biobrandstoffen van het
type E10 en E24 (deze bevatten resp.
10% en 24% ethanol) die voldoen aan de
Europese richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandstoffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de
ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn
EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen met
een ethanolgehalte tot 100% (type E100), worden alleen verkocht in Brazilië.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos
rijden op biobrandstoffen die aan de huidige en toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel die voldoet aan de richtlijn EN590 gemengd met biobrandstof die voldoet aan
de richtlijn EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk
bij bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat
de bijzondere onderhoudsvoorschriften strikt
worden nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden (kans op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
Uitschakelen
Om te kunnen tanken bij tankstations met
dieselvulpistolen die niet van het juiste
t
ype zijn (aanwezig in sommige landen), is er gereedschap waarmee u tijdelijk de
tankbeveiliging kunt uitschakelen.
Gebruik
)Steek het gereedschap in de tank tot dehandgreep tegen de aanslag stoot. )Ver wijder het gereedschap volledig. )Vul de tank.
De tankbeveiliging treedt automatisch weer in werking zodra wordt getankt met een vulpistool dat aan de normen voldoet.
Page 68 of 348
Page 69 of 348
Page 70 of 348
Vo or stoelen
Handmatig
1.Hoofdsteun in hoogte verstellen en
kantelen
Trek de hoofdsteun omhoo
g om deze hoger te stellen.
Houd de pal ingedrukt en druk gelijktijdigop de hoofdsteun om de hoofdsteun lager
te stellen.2.Kantelen van de rugleuningDraai aan de draaiknop om de rugleuningin de gewenste hellingshoek te zetten.3.Instellen van de zithoogteBeweeg de hendel net zo lang omhoog
of omlaag tot de gewenste instelling is bereikt.4.Verstellen van de stoel in lengterichtingTil de beugel op en schuif de stoel naar
voren of naar achteren. 5.Lendensteun bestuurdersstoel
verstellen
Draai aan de draaiknop om de
gewenstemate van steun voor de lendenen in testellen.
Page 71 of 348

Comfort
Zet het contact aan of star t de motor als de eco-mode is ingeschakeld.
Na het openen van het voorportier kan de bediening van de elektrischeverstelling van de bestuurdersstoel nog ongeveer 45 seconden wordengebruikt. Ongeveer 45 seconden na het afzetten van het contact en in de eco-mode, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling uitgeschakeld. Als het contact wordt aangezet, wordt de bediening van de elektrische stoelverstelling weer ingeschakeld.
Elektrisch
1.Zitting kantelen en in hoogte en in lengterichting verstellen )Licht de schakelaar aan de voorzijde op
of druk deze neer om de zitting van de stoel te kantelen. )Licht de schakelaar aan de achterzijde
op of druk deze neer om de zitting te
verhogen of te verlagen. )Beweeg de schakelaar naar voren of naar achteren om de stoel naar voren of naar achteren te bewegen.2.Kantelen van de rugleuning Beweeg de schakelaar naar voren of naar achteren om de hellingshoek van derugleuning in te stellen. 3.Lendensteun bestuurdersstoel verstellenDruk op de schakelaars om de gewenstemate van steun voor de lendenen in te stellen.
4. Handmatig verstellen van de zitting Trek aan de handgreep om de lengte van
de zitting in te stellen.
Page 72 of 348

Opslaan van zitposities in
het
geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel en het head-up display
op. U kunt twee standen opslaan met de
toetsen aan
de zijkant van de bestuurdersstoel.
Opslaan van een zitpositie met
de toetsen M / 1 / 2
)
Zet het contact aan. )
Zet uw stoel en de head-up display in degewenste stand. )
Druk op de toets Men vervolgens binnen
4 seconden op de toets 1 of 2.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Het opslaan van een andere stand annuleert de
vorige, in het geheugen opgeslagen stand.
Oproepen van een opgeslagen
zitpositie )Druk kor t op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
Een geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
U kunt de beweging onderbreken door op de toets M, 1of 2te drukken of door een van de schakelaars van destoelverstelling te bedienen. U kunt een zitpositie niet oproepen tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagenzitpositie is tot 45 s na het afzetten van het contact mogelijk.