Page 129 of 170
CONTROLE VAN
VLOEISTOFNIVEAUS
A.Vulopening motorolie
B.Motoroliepeilstok
C.Motorkoelvloeistof
D.Ruitensproeiervloeistof
E.Remvloeistof
F.Accu
fig. 1
128
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
Rook nooit tijdens werk-
zaamheden in de motor-
ruimte: er kunnen ontvlambare gas-
sen en dampen aanwezig zijn: brand-
gevaar.
WAARSCHUWING
Let tijdens het bijvullen op
dat niet de verkeerde soort
vloeistof wordt gebruikt: ze
zijn alle onderling incompati-
bel en kunnen de auto ernstig bescha-
digen.
F0S117Ab
B
A
D
CE
F
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 128
Page 130 of 170

129
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
Motorolieverbruik
Gewoonlijk ligt het maximaal motorolie-
verbruik op 400 gram per 1000 km.
Tijdens de beginperiode van de auto
wordt de motor ingereden. Daarom is het
motorolieverbruik pas stabiel na de eer-
ste 5.000 ÷ 6.000 km.
BELANGRIJK Het motorolieverbruik
hangt af van de rijstijl en de omstandighe-
den waaronder de auto wordt gebruikt.
BELANGRIJK Laat na het bijvullen of het
verversen van motorolie de motor enke-
le seconden draaien alvorens hem uit te
zetten en wacht enkele minuten alvorens
het oliepeil te controleren. MOTOROLIE fig. 1
Controleer ongeveer 5 minuten na het
uitzetten van de motor het oliepeil met de
auto op een vlakke ondergrond.
Controleer of het olieniveau tussen het
MIN- en het MAX-merkteken op de olie-
peilstok Bstaat.
Het verschil tussen het MIN en MAX-te-
ken komt overeen met ongeveer 1 liter
olie.
Wanneer het olieniveau nabij of onder het
MIN-teken komt, moet men olie bijvul-
len via de vulopening Atot aan het MAX-
teken.
Het olieniveau mag nooit boven het MAX-
teken komen.
Wees erg voorzichtig bij het
uitvoeren van werkzaamhe-
den in de motorruimte wanneer de
motor nog warm is: gevaar voor
brandwonden. Vergeet niet dat bij
een warme motor de ventilator on-
verwacht kan inschakelen: kans op
verwonding. Pas op voor sjaals, das-
sen of loszittende kledingstukken: de-
ze kunnen door de bewegende on-
derdelen worden vastgegrepen.
WAARSCHUWING
Vul nooit olie bij met andere
eigenschappen dan de olie
waarmee de motor is gevuld.
De uitgewerkte motorolie en
het vervangen motoroliefilter
bevatten stoffen die schade-
lijk zijn voor het milieu. Het is
raadzaam om het verversen van de olie
en het vervangen van de filters door het
Abarth Servicenetwerk te laten uitvoe-
ren, dat is uitgerust voor het op mi-
lieuvriendelijke wijze en overeenkom-
stig de wettelijke voorschriften verwer-
ken van uitgewerkte olie en filters.
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 129
Page 131 of 170

130
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
VLOEISTOF VOOR
RUITENSPROEIERS/ACHTERRUI
TSPROEIER fig. 1
Verwijder, om vloeistof bij te vullen, de
dop Dmet behulp van het lipje.
Gebruik een mengsel van water en TU-
TELA PROFESSIONAL SC 35, in de vol-
gende mengverhouding:
30% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
70% water in de zomer.
50% TUTELA PROFESSIONAL SC 35 en
50% water in de winter.
Gebruik bij temperaturen onder –20°C,
onverdunde TUTELA PROFESSIONAL
SC 35 vloeistof.
Controleer het vloeistofniveau in het re-
servoir.
Sluit de dop Ddoor in het midden ervan
te drukken. MOTORKOELVLOEISTOF fig. 1
Controleer het koelvloeistofniveau bij
koude motor. Het niveau moet tussen het
MIN- en MAX teken op het expansiere-
servoir staan.
Vul een te laag niveau bij met een meng-
sel van 50% gedemineraliseerd water en
50% PARAFLU
UPvan PETRONAS
LUBRICANTSdoor het langzaam via de
vulopening Cte gieten totdat het niveau
bijna MAX bereikt.
Een 50/50 mengsel van PARAFLU
UPen
gedemineraliseerd water beschermt tot
een temperatuur van −35°C.
Wanneer de auto onder bijzonder extre-
me klimaatomstandigheden wordt ge-
bruikt, adviseren wij een 60/40 mengsel
van PARAFLU
UPen gedemineraliseerd
water.Het motorkoelsysteem moet
worden gevuld met PARAF-
LU
UPantivries. Vul koelvloei-
stof bij met dezelfde kenmer-
ken als de koelvloeistof waarmee het
koelsysteem reeds is gevuld. PARAFLU
UP
mag niet met andere typen vloeistof-
fen worden gemengd. Mocht dit toch
gebeuren, start de motor dan in geen
geval en neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
Het motorkoelsysteem staat
onder druk. Vervang de dop
indien nodig alleen door een origineel
exemplaar, om de werking van het
systeem niet in gevaar te brengen.
Draai bij warme motor de dop van
het expansiereservoir niet los: gevaar
voor brandwonden.
WAARSCHUWING
Rijd nooit met een leeg rui-
tensproeierreservoir: ruiten-
sproeiers zijn van fundamenteel be-
lang voor een goed zicht.
Sommige in de handel verkrijgbare
ruitensproeiervloeistoffen zijn licht
ontvlambaar. De motorruimte bevat
warme onderdelen die bij contact met
de vloeistof brand kunnen veroorza-
ken.
WAARSCHUWING
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 130
Page 132 of 170

131
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
REMVLOEISTOF fig. 1
Draai de dop Elos: controleer of de vloei-
stof in het reservoir op het maximum ni-
veau staat.
Het niveau in het reservoir mag nooit bo-
ven het MAX-teken komen.
Gebruik de remvloeistof vermeld in de ta-
bel “Vloeistoffen en smeermiddelen” (zie
“Technische gegevens”).
OPMERKING Reinig zorgvuldig de reser-
voirdop Een het omliggende oppervlak.
Zorg bij het openen van de dop dat er
geen vuil in het reservoir terechtkomt.
Gebruik voor het bijvullen altijd een trech-
ter met fijne zeef van maximaal 0,12 mm.
IMPORTANT Remvloeistof is hygrosco-
pisch (d.w.z. trekt water aan). Daarom
moet bij overwegend gebruik van de au-
to in gebieden met grote luchtvochtigheid,
de vloeistof vaker worden vervangen dan
is aangegeven in het “Geprogrammeerd
onderhoudsschema”.Vermijd elk contact tussen de
uiterst corrosieve remvloeistof
en de gelakte delen. Mocht
dat toch gebeuren, spoel dan
onmiddellijk met water af.
De remvloeistof is giftig en
bijzonder corrosief. Als rem-
vloeistof per ongeluk wordt gemorst,
moeten de betrokken delen onmid-
dellijk worden gewassen met water en
neutrale zeep en vervolgens met rij-
kelijk water worden afgespoeld.
Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk
een arts.
WAARSCHUWING
Het symbool πop de ver-
pakking geeft aan dat het
om synthetische remvloeistof gaat,
die van minerale remvloeistof ver-
schilt. Het gebruik van minerale vloei-
stoffen kan de speciale rubbers in het
remsysteem onherstelbaar beschadi-
gen.
WAARSCHUWING
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 131
Page 133 of 170

132
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
LUCHTFILTER/
POLLENFILTER
Laat het luchtfilter en het pollenfilter ver-
vangen door het Abarth Servicenetwerk.
ACCU
De auto is voorzien van een onderhouds-
arme accu: onder normale gebruiksom-
standigheden hoeft er niet bijgevuld te
worden met gedestilleerd water .
ACCULADING EN
ELEKTROLYTNIVEAU
CONTROLEREN
De controlewerkzaamheden mogen uit-
sluitend door gespecialiseerd personeel
worden verricht overeenkomstig de tijden
en manieren die in het Instructieboek zijn
vermeld. Het bijvullen mag uitsluitend
door gespecialiseerd personeel van het
Abarth Servicenetwerk worden verricht.
Accuvloeistof is giftig en cor-
rosief. Vermijd contact met
huid en ogen. Houd open vuur en
bronnen van vonken uit de buurt van
de accu: brand- en ontploffingsge-
vaar.
WAARSCHUWING
Als de accu met een te laag
vloeistofniveau werkt, kan
hij onherstelbaar beschadigd raken en
zelfs ontploffen.
WAARSCHUWING
ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een an-
dere originele accu met dezelfde specifi-
caties.
Als de accu vervangen wordt door een ac-
cu met andere specificaties, dan zijn de on-
derhoudsintervallen die in het “Onder-
houdsschema” van dit hoofdstuk zijn ver-
meld, niet meer geldig.
Neem dus voor het onderhoud van de ac-
cu de aanwijzingen van de fabrikant van de
accu in acht.
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 132
Page 134 of 170

133
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedu-
rende langere tijd onder 50% blijft, raakt
de accu door sulfatering beschadigd. Hier-
door verminderen de capaciteit en het
startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij temperaturen
van −10°C gebeuren). Als de auto lange-
re tijd niet gebruikt wordt, zie dan “Lang-
durige stilstand van de auto” in het hoofd-
stuk “Starten en rijden”.
Als men na aanschaf van de auto acces-
soires wil monteren die constante elek-
trische voeding nodig hebben (diefstala-
larm, enz.) of veel stroom verbruiken,
dient men contact op te nemen met het
gespecialiseerde personeel van het Abarth
Servicenetwerk. Zij kunnen het totale
stroomverbruik beoordelen en controle-
ren of de elektrische installatie hierop be-
rekend is en of het noodzakelijk is een
accu met een grotere capaciteit te mon-
teren.
Er zijn namelijk ook apparaten die bij af-
gezette motor stroom blijven verbruiken
en op deze manier de accu ontladen. NUTTIG ADVIES OM DE
LEVENSDUUR VAN DE ACCU
TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht
om het snel ontladen van de accu te voor-
komen en de levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd,
controleer dan of de portieren, de mo-
torkap en de achterklep goed gesloten
zijn;
❒schakel de interieurverlichting uit: de
auto is in ieder geval uitgerust met een
systeem voor automatische uitschake-
ling van de interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is uit-
gezet;
❒maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden uitge-
voerd, de kabel van de minpool op de
accu los;
❒de accuklemmen moeten altijd goed zijn
bevestigd. Verkeerde installatie van elek-
trische en elektronische ap-
paratuur kan ernstige schade
aan de auto toebrengen. Als
na aanschaf van de auto accessoires
(alarmsysteem, mobiele telefoon, enz.)
gemonteerd moeten worden, neem dan
contact op met het Abarth Servicenet-
werk, dat de geschiktste apparaten
weet aan te raden en vooral kan be-
oordelen of een accu met een grotere
capaciteit nodig is.
Accu’s bevatten stoffen die
zeer gevaarlijk voor het milieu
zijn. Laat de accu vervangen
door een dealer van een
Abarth Servicenetwerk, waar deze op
milieuvriendelijke wijze en overeen-
komstig de wettelijke voorschriften ver-
werkt wordt.
Als de auto langdurig gestald
moet worden bij zeer lage
temperaturen, verwijder dan de accu
en breng deze naar een verwarmde
plek, om bevriezing te voorkomen.
WAARSCHUWING
Bij werkzaamheden aan de
accu of in de buurt van de
accu, moeten de ogen altijd met een
speciale bril beschermd worden.
WAARSCHUWING
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 133
Page 135 of 170

134
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
WIELEN EN BANDEN
Controleer de spanning van de banden om
de twee weken en vóór lange reizen.
Deze controle moet bij koude banden
worden uitgevoerd.
Het is normaal dat de spanning tijdens het
rijden toeneemt. Zie voor de correcte
bandenspanning de paragraaf “Wielen” in
het hoofdstuk “Technische gegevens”.
fig. 4F0S118Ab
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
❒Voorkom indien mogelijk bruusk rem-
men, hard optrekken en harde stoten
tegen stoepranden, kuilen en andere
obstakels. Langdurig rijden op slechte
wegen kan de banden beschadigen;
❒Controleer de banden regelmatig op
scheuren in de wangen, bulten en on-
regelmatige slijtage van het loopvlak. Ga
in dit geval naar een dealer van het
Abarth Servicenetwerk.
❒Rijd nooit met een te zwaar beladen au-
to: dit kan ernstige beschadiging van
banden en velgen veroorzaken.
❒Stop onmiddellijk bij een lekke band en
verwissel het wiel om beschadiging van
de band, de velg, de wielophanging en
de stuurinrichting te voorkomen. Een verkeerde spanning veroorzaakt ab-
normale slijtage van de banden fig. 4:
Anormale spanning: gelijkmatige slijta-
ge van het loopvlak.
Bte lage spanning: overmatige slijtage
aan de zijkanten van het loopvlak.
Cte hoge spanning: overmatige slijtage
in het midden van het loopvlak.
Banden moeten worden vervangen wan-
neer de profieldiepte van het loopvlak
minder dan 1,6 mm bedraagt. Neem in elk
geval de wettelijke voorschriften van het
land waarin wordt gereden in acht.
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 134
Page 136 of 170

135
LAMPJES EN
MELDINGEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
RUBBER SLANGEN
Houd voor wat betreft de rubber slangen
van het rem- en brandstofsysteem zorg-
vuldig het “Onderhoudsschema” in dit
hoofdstuk aan.
Ozon, hoge temperaturen en een langdu-
rig gebrek aan vloeistof in het systeem zor-
gen ervoor dat de slangen uitdrogen en
scheuren, met mogelijke lekkage als ge-
volg. Daarom zijn zorgvuldige controles
noodzakelijk.
❒Banden verouderen, ook als ze weinig
gebruikt zijn. Scheurtjes in het loopvlak
en op de wangen betekenen dat de
band verouderd is. Laat de banden door
gespecialiseerd personeel controleren
als ze langer dan 6 jaar onder de auto
zijn gemonteerd.
❒Monteer altijd nieuwe banden en ver-
mijd banden waarvan de herkomst du-
bieus is.
❒Bij de montage van een nieuwe band
moet ook een nieuw ventiel worden
voorzien.
❒Om een gelijkmatige slijtage van voor-
en achterbanden te garanderen, wordt
geadviseerd ze elke 10-15 duizend ki-
lometer van as te verwisselen; houd de
banden aan dezelfde zijde van de auto
gemonteerd zodat de draairichting niet
wordt omgekeerd.
Onthoud dat de wegligging
van de auto in grote mate
van een juiste bandenspanning af-
hankelijk is.
WAARSCHUWING
Als de spanning te laag is,
raakt de band oververhit,
met mogelijke ernstige beschadiging
als gevolg.
WAARSCHUWING
Verwissel de banden niet
kruiselings, door ze van de
rechterzijde naar de linkerzijde en
omgekeerd te verplaatsen.
WAARSCHUWING
Voer geen spuitwerkzaam-
heden op de lichtmetalen
wielvelgen uit met temperaturen bo-
ven 150°C. De mechanische kenmer-
ken van de wielen kunnen hierdoor
veranderen.
WAARSCHUWING
123-140 ABARTH 500 2ed NL.qxd:127-144 FIAT 500 IT 4-07-2011 9:42 Pagina 135