KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
TE HOOG (rood)
Door de contactsleutel in de stand MAR-ON te
draaien, gaat het lampje op het
instrumentenpaneel branden. Enkele seconden na
het starten van de motor moet dit lampje doven.
Het lampje gaat branden (bij sommige versies
verschijnen een melding en een symbool op de
display) als de motor oververhit raakt.
Ga als volgt te werk wanneer het lampje tijdens
het rijden gaat branden:
❒tijdens een normale rit:breng de auto tot
stilstand, zet de motor af en controleer of het
koelvloeistofniveau in het reservoir zich onder
het MIN-teken bevindt. Als dit het geval is,
wacht dan enkele minuten tot de motor is
afgekoeld, draai vervolgens langzaam en
voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof bij en
controleer of het peil zich tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir bevindt Controleer
ook op de aanwezigheid van vloeistoflekken.
Ga naar het Lancia Servicenetwerk als het
lampje gaat branden wanneer de motor opnieuw
wordt gestart;
❒wanneer de auto onder veeleisende
omstandigheden wordt gebruikt
(bijvoorbeeld bij het bergop trekken van een
aanhanger of wanneer de auto volgeladen is):
minder snelheid en breng de auto tot stilstand
als het lampje blijft branden. Wacht 2 of 3minuten met draaiende motor en geef ietwat gas
om de koelvloeistofcirculatie te bevorderen.
Zet vervolgens de motor af. Controleer het
vloeistofpeil zoals hiervoor beschreven.
BELANGRIJK Het is raadzaam om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor voor het
afzetten enkele minuten te laten draaien met het
gaspedaal iets ingetrapt.
BRANDSTOFRESERVE –
BEPERKTE ACTIERADIUS
(geel)
Dit lampje gaat branden wanneer er nog circa 5 à
7 liter brandstof in de tank is. Wanneer het bereik
ongeveer 50 km (of het equivalent in mijl) is,
verschijnt bij sommige versies een waarschuwing
op de display.
BELANGRIJK Het lampje knippert om te wijzen
op een storing in het systeem. Laat het systeem
controleren door het Lancia Servicenetwerk.
STORING EOBD/INSPUITSYSTEEM
(geel)
Wanneer onder normale omstandigheden de
contactsleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
gaat het lampje branden (bij sommige versies
verschijnt ook een melding op de display). Het
moet doven nadat de motor is gestart.
156WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Wanneer het lampje blijft branden of tijdens het
rijden gaat branden, wijst dit op een onjuiste
werking van het inspuitsysteem; met name duidt
een vast brandend lampje op een storing in het
branstoftoevoer-/inspuitsysteem die overmatige
uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies,
slechte rijeigenschappen en een hoog
brandstofverbruik kan veroorzaken
Onder deze omstandigheden kan men met
gematigde snelheid verder rijden zonder te veel
eisen aan de motor te stellen. Het langdurig rijden
met brandend lampje kan schade aan de motor
veroorzaken. Raadpleeg zo snel mogelijk tot
Lancia Servicenetwerk.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen,
maar de storing wordt door het systeem in het
geheugen bewaard.
OPMERKING (alleen voor benzinemotoren)
Als het lampje knippert, kan dit op een mogelijk
defect van de katalysator wijzen.
In dergelijke gevallen moet het gaspedaal worden
losgelaten om het motortoerental te verlagen,
totdat het lampje niet meer knippert. Rijd verder
met gematigde snelheid en voorkom
rijomstandigheden die kunnen leiden tot het
opnieuw gaan knipperen van het lampje.
Raadpleeg zo snel mogelijk het Lancia
Servicenetwerk.
Wanneer, als de sleutel in de stand
MAR wordt gedraaid of tijdens het
rijden, het
lampje niet gaat branden
of als het lampje continu of knipperend gaat
branden (bij sommige versies verschijnen ook
een melding en een symbool op de display),
ga dan onmiddellijk naar een dealer van
het Lancia Servicenetwerk. De verkeerspolitie
beschikt over speciale apparatuur waarmee
de werking van het lampje
kan worden
gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht.
STORING ESP-SYSTEEM (geel)
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Het moet
doven kort nadat de motor is gestart. Als
het lampje continu blijft branden en niet dooft (bij
sommige versies verschijnen een melding en een
symbool op de display), neem dan contact op met
het Lancia Servicenetwerk. Het lampje gaat
tijdens het rijden knipperen om aan te geven dat
et ESC systeem werkt.
157WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Storing Hill Holder
Dit lampje gaat branden (bij sommige versies
verschijnen ook een melding en een
symbool op
de display) als een storing in Hill Holder systeem
optreedt. Wendt u in dergelijke gevallen altijd
tot het Lancia Servicenetwerk.
STORING LANCIA CODE SYSTEEM
(geel)
Het lampje (of het symbool op de display) gaat
branden (en bij sommige versies verschijnt ook
een melding op de display) wanneer een Lancia
CODE systeemfout is waargenomen: raadpleeg in
dat geval zo snel mogelijk het Lancia
Servicenetwerk.STORING VOORGLOEIBOUGIES/
VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren) (geel)
VOORGLOEIBOUGIES
Het lampje brandt wanneer de contactsleutel in de
stand MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft
zodra de voorgloeibougies de vooringestelde
temperatuur hebben bereikt. De motor kan
worden gestart zodra het lampje gedoofd is.
BELANGRIJK Als de buitentemperatuur erg hoog
is, kan het lampje al na zeer korte tijd doven.STORING VOORGLOEISYSTEEM
Het lampje knippert (en bij sommige versies
verschijnen een melding en een symbool op de
display) om een storing in het voorgloeisysteem
aan te geven. Raadpleeg het Lancia
Servicenetwerk om de storing zo spoedig mogelijk
te verhelpen.
WATER IN HET BRANDSTOFFILTER
(dieselmotoren) (geel)
Het lampje brandt continu tijdens het rijden (bij
sommige versies verschijnen ook een melding
en een symbool op de display) als er water in het
brandstoffilter is waargenomen.Water in het brandstofcircuit kan het
inspuitsysteem ernstig beschadigen
en de motor onregelmatig doen
draaien. Als het
lampje gaat branden, ga
dan onmiddellijk naar het Lancia
Servicenetwerk om het water te laten
aftappen. Wanneer het lampje direct na het
tanken gaat branden, kan er tijdens het
tanken water in de brandstoftank zijn
terechtgekomen. Zet in dergelijke gevallen de
motor onmiddellijk af en neem contact op
met het Lancia Servicenetwerk.
158WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STORING ELEKTRISCHE
STUURBEKRACHTIGING
“DUALDRIVE” (rood)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR-ON
wordt gedraaid, gaat dit lampje branden. Het
moet doven kort nadat de motor is gestart. Als het
lampje (of, bij sommige versies, de melding en
het symbool op de display) blijft/blijven branden,
zou de elektrische stuurbekrachtiging niet meer
kunnen werken waardoor aanzienlijk meer
inspanning nodig is om de auto te besturen. Het
sturen blijft echter wel mogelijk. Raadpleeg in
dergelijke gevallen het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Onder bepaalde omstandigheden
kan het branden van het lampje op het
instrumentenpaneel te wijten zijn aan andere
factoren dan de elektrische stuurbekrachtiging.
Breng in dergelijke gevallen de auto tot stilstand,
zet de motor af en wacht ongeveer 20 seconden
alvorens de motor opnieuw te starten. Als het
lampje (of bij sommige versies, een melding en een
symbool op de display) continu blijft/blijven
branden, neem dan contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld
moet de stuurbekrachtiging worden
geïnitialiseerd. Het lampje gaat branden om dit
aan te geven. Ga hiervoor als volgt te werk: draai
het stuurwiel van het ene uiteinde naar het andere
terwijl op een rechtlijnig traject van ongeveer
honderd meter wordt gereden.
CRUISE CONTROL (groen)
(voor bepaalde versies/markten)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Het moet
doven kort nadat de motor is gestart als de cruise
control uitgeschakeld is. Het lampje gaat branden
wanneer de draaiknop van de cruise control in
de stand ON wordt gedraaid (zie de paragraaf
“Cruise Control” in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto"); Bij sommige versies verschijnt
een speciale melding op de display.DPF (ROETFILTER) WORDT
SCHOONGEMAAKT
(alleen dieselmotoren met DPF) (geel)
Wanneer de contactsleutel in de stand MAR wordt
gedraaid, gaat dit lampje branden. Het moet
doven kort nadat de motor is gestart. Het lampje
gaat continu branden (bij sommige versies
verschijnen ook een melding en een symbool op de
display) om de bestuurder te waarschuwen dat
het DPF systeem bezig is met het verwijderen van
de opgehoopte vervuilende deeltjes (roet) middels
regeneratie.
159WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratieproces
branden, maar alleen als de rijomstandigheden
van die aard zijn dat de bestuurder hiervan op de
hoogte zou moeten zijn. De auto moet tot aan
het einde van het regeneratieproces in beweging
blijven opdat het lampje dooft.
Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15
minuten. De optimale condities voor afronding
van het regeneratieproces worden bereikt door een
rijsnelheid van 60 km/u aan te houden met een
toerental boven 2000/min.
Als dit lampje gaat branden, wijst dit niet op een
storing in de auto en moet de auto niet naar een
werkplaatsen worden gebracht. Wanneer het
lampje gaat branden, verschijnt er een specifieke
melding op de display (voor bepaalde versies/
markten, indien van toepassing).
BELANGRIJK
Pas de rijsnelheid aan de
verkeerscondities en
weersomstandigheden aan en neem de
wegenverkeerswetgeving in acht. De motor
afzetten terwijl het DPF lampje brandt is
toegestaan, maar het meermaals
onderbreken van het regeneratieproces kan
leiden tot voortijdig kwaliteitsverlies van
de motorolie. Daarom wordt steeds
aanbevolen te wachten tot het lampje is
gedoofd alvorens de motor af te zetten, zoals
voorheen beschreven. Het wordt sterk
afgeraden de DPF-generatie bij stilstaande
auto te voltooien.ALGEMENE STORINGSMELDING
(geel)
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden onder de volgende
omstandigheden. Raadpleeg in dergelijke gevallen
het Lancia Servicenetwerk om de storing zo
spoedig mogelijk te verhelpen.
160WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STORING START&STOP SYSTEEM
Versies met multifunctioneel display: een
storing in het Start&Stop systeem wordt
aangegeven met een brandend
lampje op het
instrumentenpaneel en met een melding op de
display.
Versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display:hetpictogram gaat
branden en er verschijnt een melding op de
display wanneer een storing in het Start&Stop
systeem optreedt.
Neem contact op met het Lancia Servicenetwerk
als een storing in het Start&Stop systeem optreedt.
KANS OP GLAD WEGDEK
(voor bepaalde versies/markten)
Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, verschijnt een melding +
symbool op de display wanneer de
buitentemperatuur 3°C of minder bedraagt.
BELANGRIJK Bij een storing van de
buitentemperatuursensor, worden streepjes i.p.v.
temperatuurwaarden op de display weergegeven.ECO-FUNCTIE INSCHAKELEN/
UITSCHAKELEN (0.9 TwinAir 85 pk versies)
De inschakeling/uitschakeling van de ECO functie
door het indrukken van de betreffende knop (zie
de paragraaf "Bedieningselementen" in het
hoofdstuk "Kennismaking met de auto")
is aangegeven met een melding op de display.
ASR SYSTEEM
ASR systeem uitschakelen
Het ASR systeem kan worden uitgeschakeld door
op de knop ASR OFF te drukken (zie de paragraaf
"ASR systeem" in het hoofdstuk "Kennismaking
met de auto"). Bij versies met herconfigureerbaar
multifunctioneel display, wordt bij uitschakeling
van het systeem een melding en een symbool op de
display weergegeven; tegelijk gaat ook de led op
de ASR OFF knop branden.
164WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SERVICE (GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDSSCHEMA) VERVALLEN
Wanneer het onderhoudsinterval bijna is vervallen
en de sleutel in de stand MAR wordt gedraaid,
verschijnt de melding "Service" op het
herconfigureerbaar multifunctioneel display,
gevolgd door het aantal resterende kilometers of
mijlen. Neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk om de werkzaamheden van het
"Geprogrammeerd onderhoudsschema" te laten
verrichten en de melding te resetten.
165WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDENLAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
NOODGEVALLEN
Wij adviseren om in een noodsituatie het gratis telefoonnummer te bellen dat in het
garantieboekje is vermeld. Het is ook mogelijk om op de website www.lancia.com de
dichtstbijzijnde Lancia dealer te zoeken.DE MOTOR STARTENGa onmiddellijk naar het Lancia Servicenetwerk
als het waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel vast blijft branden.
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart worden
met een hulpaccu met dezelfde of een iets hogere
capaciteit dan de lege accu.Ga als volgt te werk om de auto te starten:
❒verbind de plusklemmen (+ teken bij de klem)
van de beide accu’s met een startkabel fig. 110;
❒sluit met een tweede startkabel de minklem (–)
van de hulpaccu aan op een massapunt
op de
motor of de versnellingsbak van de auto die
gestart moet worden;
❒start de motor;
❒maak als de motor gestart is, de kabels in de
omgekeerde volgorde los.
Lees voor versies met het Start&Stop systeem, in
geval van starten met een hulpaccu, de paragraaf
“Start&Stop systeem” in het hoofdstuk
“Kennismaking met de auto”.
Als de motor na enkele pogingen niet start, blijf
dan niet proberen maar neem contact op met het
Lancia Servicenetwerk.
fig. 110
L0F0084
166WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER