DE SLEUTELSCODE-CARD
(voor bepaalde versies/markten)
De CODE-cardfig. 12 die bij de sleutels wordt
geleverd, bevat:
A: een elektronische code;
B: de mechanische code voor de sleutels die bij
aanvraag van duplicaatsleutels aan het Lancia
Servicenetwerk moet worden gegeven.
Bewaar deze codes op een veilige plaats, maar niet
in de auto.
BELANGRIJK Bij verkoop van de auto, moeten
alle sleutels en de CODE-card aan de nieuwe
eigenaar overhandigd worden.SLEUTEL ZONDER AFSTANDSBEDIENING
De metalen baard A fig. 13 activeert:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van de tankdop
(voor bepaalde versies/markten).
SLEUTEL MET AFSTANDSBEDIENING
(voor bepaalde versies/markten)
De metalen baard A fig. 14 activeert:
❒het contactslot;
❒de portiersloten;
❒de vergrendeling/ontgrendeling van de tankdop
(voor bepaalde versies/markten).
Druk op de knop B om de metalen baard in/uit te
klappen.
fig. 12
L0F0009
fig. 13
L0F0077
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De elektronische onderdelen in de
sleutels kunnen beschadigen als de
sleutel aan sterke schokken wordt
blootgesteld. Om een correcte werking van de
inwendige elektronische componenten te
garanderen, mag de sleutel nooit aan direct
zonlicht blootgesteld worden.
EXTRA AFSTANDSBEDIENINGEN
AANVRAGEN
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen
herkennen. Als een nieuwe afstandsbediening
nodig mocht zijn, neem dan contact op met het
Lancia Servicenetwerk en neem de CODE-card,
een identiteitsbewijs en de autodocumenten die de
eigendom aantonen mee.
BATTERIJ VAN DE SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING VERVANGEN
Ga als volgt te werk om de batterij te vervangen:
❒druk op de knop A fig. 15 en klap de metalen
baard B uit;
❒draai de schroef C naar
met een kleine
schroevendraaier;
❒trek de batterijhouder D naar buiten en vervang
de batterij E met inachtneming van de juiste
polariteit;
❒plaats de batterijhouder D weer in de sleutel en
draai de schroef C naar.
Lege batterijen moeten overeenkomstig
de wet in speciale bakken gedeponeerd
worden. Ze kunnen ook ingeleverd
worden bij het Lancia Servicenetwerk dat
voor hun verwerking zal zorgen.
SAFE LOCK SYSTEEM
(voor bepaalde versies/markten)
Deze veiligheidsvoorziening verhindert de werking
van de binnenhandgrepen en de
vergrendelknoppen van de portieren. Wij
adviseren om deze voorziening te activeren
wanneer de auto geparkeerd wordt.
Safe lock inschakelen
De voorziening wordt voor alle portieren
geactiveerd door twee maal op de
knop op de
sleutel te drukken.
fig. 15
L0F0189
28
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CONTACTSLOTDe sleutel kan naar 3 standen worden gedraaid:
fig. 17:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwijderd worden
en stuur geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische apparaten/
systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een beveiliging: als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
BELANGRIJK
Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan
moet men het laten controleren bij het
Lancia Servicenetwerk alvorens te gaan
rijden.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten, om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen. Vergeet
niet de handrem aan te trekken. Schakel
de 1
eversnelling in als de auto op een
helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter.
STUURSLOT
Inschakeling:draai de sleutel naar de stand
STOP, verwijder de sleutel en verdraai het
stuurwiel tot het vergrendelt.
Uitschakeling:draai het stuur iets heen en weer
terwijl de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid.
fig. 17
L0F0102
30
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
naar het lichaam en de zijruitennaar het lichaam, de zijruiten en de voetenalleen naar de voetennaar de voeten en de voorruitalleen naar de voorruit
D Knop voor in-/uitschakeling
achterruitverwarming fig. 32.
Wanneer de functie actief is, brandt de LED op de
knop.
Om de accu efficiënt te houden, wordt de functie
na ongeveer 20 minuten automatisch
uitgeschakeld.
E Draaiknop voor ventilatorsnelheid en
inschakeling/uitschakeling airconditioning fig.
32. Druk op de knop om de airconditioning
in te schakelen: de led op de knop gaat
branden. Dit zorgt voor een snelle koeling van
het interieur.
OpmerkingDraai de knop naar 0 om de
luchtstroom uit de roosters te onderbreken.
F knop voor inschakeling/uitschakeling
aircocompressor fig. 32.
Snel ontwasemen/ontdooien van de voorruit
en de voorste zijruiten (MAX-DEF)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop A naar het rode gebied;
❒verplaats het schuifje B naar
;❒draai de knop C naar
;
❒draai knop E naar 4 (maximum
ventilatorsnelheid).
BELANGRIJK De airconditioning is zeer nuttig
om het ontwasemen te versnellen, aangezien
de lucht wordt ontvochtigd. Plaats de knoppen
dus zoals hierboven is beschreven en druk op de
knop
om de airconditioning in te schakelen (de
led op de knop gaat branden).
EXTRA VERWARMING
(voor bepaalde versies/markten)
De extra verwarming versnelt het opwarmen van
het interieur wanneer het zeer koud is. De extra
verwarming schakelt automatisch uit nadat de
gewenste comfortsituatie is bereikt.
De extra verwarming werkt alleen bij lage
buitentemperatuur en
motorkoelvloeistoftemperatuur. De extra
verwarming wordt niet ingeschakeld als de
accuspanning laag is.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens
eens per maand circa 10 minuten in. Laat vóór
het begin van het zomerseizoen het systeem
controleren door het Lancia Servicenetwerk.
40
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
C Draaiknop luchtverdeling fig. 32
+
+
Luchtstroomverdeling tussen
uitstroomopeningen voor en
achter, roosters midden/zijkanten
dashboard, uitstroomopening
achter, uitstroomopeningen voor
ontwasemen/ontdooien voorruit
en voorste zijruiten.
Luchtstroomverdeling naar roosters
midden/zijkanten dashboard (lichaam
passagier).+
Luchtstroom verdeeld over
uitstroomopeningen beenruimten en
uitstroomopeningen voor
ontwasemen/ontdooien voorruit/voorste
zijruiten. Deze luchtverdeling zorgt
voor een snelle verwarming van het
interieur en voorkomt dat de ruiten
beslaan.
+
Luchtstroomverdeling tussen
uitstroomopeningen beenruimten
(hetere lucht) en roosters midden/
zijkanten dashboard en achterste
uitstroomopening (koelere lucht).
+
Luchtstroomverdeling tussen roosters
midden/zijkanten dashboard,
uitstroomopening achter en
uitstroomopeningen voor ontwasemen/
ontdooien voorruit en voorste zijruiten.
Deze instelling van de verdeling biedt
een doeltreffende ventilatie van het
interieur en voorkomt dat de ruiten
beslaan.BELANGRIJK Voor de werking van de
klimaatregeling moet minstens een van de
knoppen A bediend worden fig. . Het systeem
staat niet de uitschakeling van alle knoppen A toe.
BELANGRIJK Druk op de OFF-knop om de
klimaatregeling weer in te schakelen: op deze
manier worden alle werkingsomstandigheden die
vóór uitschakeling zijn opgeslagen, hersteld.
Druk op de AUTO-knop om de automatische
regeling van de luchtverdeling na een handmatige
instelling te herstellen.
UITSCHAKELING VAN DE
KLIMAATREGELING
Druk op de OFF-knop.
De volgende informatie wordt op de display
getoond:
❒OFF
❒aanduiding buitentemperatuur
❒aanduiding ingeschakelde interne
luchtrecirculatie.
ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning minstens
eens per maand circa 10 minuten in.
Laat vóór het begin van het zomerseizoen het
systeem controleren door het Lancia
Servicenetwerk.
48
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
33
RUITEN REINIGENDe rechter hendel bedient de ruitenwissers/-
sproeier en de achterruitwisser en -sproeier.
RUITENWISSERS/-SPROEIER
De ruitenwissers kunnen alleen werken met de
contactsleutel in de stand MAR.
De draaischakelaar A fig. 35 kan in vier
verschillende standen worden gezet:
ruitenwissers uit.wissen met interval.langzaam continu wissen.snel continu wissen.Hef de hendel op (onstabiele stand) om de
tijdelijke snelle wisstand in te schakelen. Bij het
loslaten keert de hendel terug naar de beginstand
en wordt de werking van de ruitenwissers
automatisch afgebroken.
Met de draaischakelaar A fig. 35 in de stand
,
wordt de wissnelheid automatisch aan de
voertuigsnelheid aangepast.
Bij ingeschakelde ruitenwissers, wordt bij het
inschakelen van de achteruit ook de
achterruitwisser automatisch ingeschakeld.
Gebruik de ruitenwissers nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs van de
voorruit te verwijderen. In dergelijke
omstandigheden wordt bij overbelasting van
de ruitenwissers de beveiliging ingeschakeld,
waardoor de ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld. Als hierna de
ruitenwissers niet meer werken (ook niet na
de motor opnieuw te hebben gestart), neem
dan contact op met het Lancia
Servicenetwerk.Schakel de ruitenwissers niet met van
de ruit opgeheven wisserbladen in.
fig. 35
L0F0126
53WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Uitschakelen
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra de hendel
wordt losgelaten.
Gebruik de achterruitwisser nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs te
verwijderen. In dergelijke
omstandigheden wordt bij overbelasting van
de ruitenwissers de beveiliging ingeschakeld,
waardoor de ruitenwissers enkele seconden
worden uitgeschakeld. Als hierna de
ruitenwissers niet meer werken, neem dan
contact op met het Lancia Servicenetwerk.
CRUISE-CONTROL(voor bepaalde versies/markten)
Dit is een elektronisch geregeld hulpsysteem,
waarmee de auto (bij een snelheid boven 30
km/h) op lange, rechte en droge wegen met weinig
veranderingen qua rijomstandigheden (bijv.
snelwegen), met een constante, vooraf ingestelde
snelheid blijft rijden zonder het gaspedaal te
hoeven bedienen. Het gebruik van de
cruise-control wordt dus niet aanbevolen op
buitenwegen met druk verkeer. Gebruik het
systeem niet in de stad.
Inschakeling van het systeem
Inschakeling wordt aangeduid door een brandend
controlelampje
en, bij sommige versies, door
een melding op de display.
De snelheidsregelaar kan niet in de 1
eof de
achteruitversnelling ingeschakeld worden; het
systeem kan het beste geactiveerd worden in de 4
e
versnelling of hoger.
Op afdalingen kan de snelheid bij ingeschakelde
cruise-control iets hoger liggen dan de opgeslagen
snelheid.
56
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒door de hendel omlaag (–) te bewegen tot de
nieuwe snelheid is bereikt, die automatisch
wordt opgeslagen.
Elke beweging van de hendel komt overeen met
een verlaging van de snelheid van ongeveer 1
km/h; als de hendel omlaag wordt gehouden, dan
neemt de snelheid traploos af.
Uitschakeling van het systeem
De bestuurder kan het systeem op de volgende
manieren uitschakelen:
❒door de draaischakelaar A in de OFF-stand te
plaatsen
❒door de motor af te zetten
❒door het rem-, koppelings- of gaspedaal in te
drukken; in het laatste geval wordt het systeem
eigenlijk niet uitgeschakeld, maar wordt
voorrang aan het acceleratieverzoek gegeven.
Het systeem blijft actief, zonder de noodzaak
om de RES-knop te bedienen om na het
accelereren naar de vorige toestand terug te
keren.Automatische uitschakeling
Het systeem schakelt in de volgende gevallen
automatisch uit:
❒als het ABS- of het ESC-systeem ingrijpt
❒bij een autosnelheid onder de ingestelde limiet
❒in geval van een systeemstoring.
BELANGRIJK
Als met actieve cruise-control wordt
gereden, mag de versnellingspook
nooit in de vrijstand worden gezet.
BELANGRIJK
Draai bij een storing of defect van het
systeem de draaischakelaar A naar
OFF en neem contact op met het Lancia
Servicenetwerk.
58
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Opgeslagen snelheid verlagen
Dit kan op twee manieren gebeuren:
❒door de cruise-control uit te schakelen en de
nieuwe snelheid op te slaan;
of