ZONNEKLEPPEN
Deze bevinden zich aan beide kanten van de
achteruitkijkspiegel. Ze kunnen naar voren en
opzij worden gedraaid.
De zonnekleppen aan bestuurders- en
passagierszijde hebben een spiegeltje aan de
achterkant. Open het schuifje A fig. 51 om het
spiegeltje aan bestuurderszijde te gebruiken.
BRANDBLUSSER
(voor bepaalde versies/markten)
Deze bevindt zich onder de voorste passagiersstoel
en bij sommige versies aan de rechterkant van
de bagageruimte, in een speciale houder.
SCHUIFDAK(voor bepaalde versies/markten)
Het grote elektrische schuifdak bestaat uit 2
glazen panelen, een vast paneel achter en een
verstelbaar paneel voor. Deze panelen zijn
voorzien van twee zonneschermen (voor en achter)
en kunnen handmatig worden versteld. De
zonneschermen kunnen bij gesloten schuifdak in
alle standen worden versteld. Om de
zonneschermen te openen, trek het handvat A fig.
52 in de richting van de pijl tot de gewenste stand
wordt bekomen. Ga in omgekeerde volgorde te
werk om de zonneschermen te sluiten.
Het zonnescherm kan alleen bediend worden
wanneer de contactsleutel in de stand MAR staat.
Het schuifdak kan worden geopend/gesloten
met de knoppen B en C fig. 52 naast het
plafondlampje in het midden.
De regeleenheid schuifdak behoeft geen
initialisatieprocedure.
Openen
Druk op en houdt de knop C ingedrukt om het
voorste ruitpaneel in “spoilerstand” te brengen.
Druk nogmaals en langer dan een halve seconde
op de knop B om het zonnescherm automatisch in
een tussenstand te brengen ("Comfortstand").
Druk vanaf de “spoilerstand” nogmaals en langer
dan een halve seconde op de knop B om het
zonnescherm in de compleet geopende stand te
brengen.
fig. 51
L0F0055
67WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
.
Sluiten
Druk vanaf de compleet geopende stand op de
knop B. Druk nogmaals en langer dan een halve
seconde op de knop om het zonnescherm
automatisch in de "spoilerstand" te brengen.
Open het schuifdak alleen in
“spoilerstand” als er een imperiaal
gemonteerd is. Open het schuifdak niet
als er sneeuw of ijs op is: risico op
beschadiging.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt verlaten
om te voorkomen dat onverwachtse
bediening van het schuifdak gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
Oneigenlijk gebruik van het schuifdak kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of iemand kan worden
verwond door het bewegende schuifdak
of door voorwerpen die door het
mechanisme worden meegesleept of geraakt.
fig. 52
L0F0152
68
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER