Trek de handgreep aan de voorzijde van de klep naar
boven om de opbergruimte te openen. (afb. 66)
VERSCHUIFBARE ARMSTEUN
Voor een eenvoudige toegang tot de opbergruimte kan
de middenarmsteun kan ook naar achteren worden
geschoven. (afb. 67)
WAARSCHUWING!
Het voertuig niet bedienen terwijl het
consolevak open staat .Tijdens het rijden
moeten mobiele telefoons, muziekspelers en an-
dere handbediende elektronische apparatuur
zijn opgeborgen. Gebruik van deze toestellen tij-
dens het rijden kan dodelijke ongelukken of ver-
wondingen veroorzaken omdat men wordt afge-
leid.
(afb. 66) Geopende opbergruimte
(afb. 67) Verschuifbare armsteun 89
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
FLIP 'N STOW™ OPBERGRUIMTE IN
VOORSTOEL PASSAGIERSZIJDE — INDIENAANWEZIG
De ontgrendelriem van de stoel bevindt zich in het
midden tussen de zitting en de rugleuning. Trek de riem
naar boven om het veerslot te ontgrendelen en daarna
naar voren om de zitting open te zetten tot de klik-
stand. (afb. 68) OPMERKING:Zorg dat de voorwerpen in het op-
bergvak de grendel niet blokkeren voordat u de stoel
dichtklapt. Duw de zitting naar beneden na sluiten van
het vakje en zorg dat de vergrendeling vastgrijpt in het
draagvlak.
WAARSCHUWING!
Zorg dat de zitting stevig vergrendeld is
voordat men erop gaat zitten. Anders
biedt de stoel niet voldoende stabiliteit voor de
passagiers. Een slecht vastgezette zitting kan ern-
stig letsel veroorzaken.
TIJDELIJK OPBERGVAK TWEEDE ZITRIJ
Dit is een tijdelijk opbergvak dat gebruikt kan worden
als de rugleuning/armsteun is neergeklapt. Zorg dat alle
voorwerpen uit dit vak zijn verwijderd voordat de
rugleuning/armsteun wordt opgeklapt.
KAARTENTAS EN
LEVENSMIDDELENHOUDERS TWEEDE
ZITRIJ — INDIEN AANWEZIG
In de rugleuning van de bestuurdersstoel zijn een kaar-
tentas en levensmiddelenhouders aangebracht.
(afb. 69)
OPBERGVAK IN DE VLOER MET
UITNEEMBARE BAK OPMERKING: Zet de voorstoel midden op de rails
zodat u makkelijk bij het opbergvak kunt.
Dit opbergvak bevindt zich in de vloer achter de
voorstoelen. Ieder opbergvak van 5,9 l kan 12 blikjes
van 0,35 l bevatten plus ijs of andere voorwerpen. De
uitneembare voering vereenvoudigt het vullen, leegma-
ken en schoonmaken van het opbergvak.
(afb. 68) Opbergruimte voorstoel passagierszijde
90
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Om bij het opbergvak te komen moet u de mat opzij
leggen (indien aanwezig). Trek de ontgrendelriem naar
boven om het veerslot te ontgrendelen en dan naar
voren om het luikje te openen. (afb. 70)De bak kan eenvoudig worden gereinigd door de bak,
zoals is afgebeeld, aan de openingen op te tillen en hem
te verwijderen. (afb. 71)(afb. 69)
Kaartentas en levensmiddelenhouders(afb. 70) In-Floor opbergvak
(afb. 71) Uitneembare bak 91
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
OPMERKING:
Nadat u de knop LOCK hebt ingedrukt, moet u twee
seconden wachten voordat u de portieren kunt ver-
grendelen of ontgrendelen met een Passive Entry-
portierhandgreep. Op deze wijze kunt u controleren
door aan de portiergreep te trekken of de auto is
vergrendeld, zonder dat de auto reageert en de portie-
ren ontgrendelt.
Het Passive Entry-systeem werkt niet als de batterij
van de afstandsbediening leeg is.
De portieren kunnen ook worden vergrendeld met de
toets LOCK toets op de RKE-afstandsbediening of de
vergrendelknop aan de binnenzijde van de portieren.RAMEN
ELEKTRISCH BEDIENDE RAMEN
Met de ruitbediening op het bekledingspaneel van het
bestuurdersportier kunt u alle portierruiten bedienen.
(afb. 89)
Op het bekledingspaneel van elk van de portieren
bevindt zich een ruitbediening voor het openen en
sluiten van de portierruit. De ruitbediening werkt al-
leen als de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC staat. OPMERKING:
Bij auto's die zijn uitgerust met
Uconnect Touch™, blijven de schakelaars van de elek-
trisch bedienbare ruiten nog maximaal 10 minuten
werken nadat de contactschakelaar in de stand OFF is
gezet. Door het openen van een voorportier wordt(afb. 88) Vergrendelknop op de buitenhandgreep
(afb. 89)Schakelaars voor elektrische ruitbediening 105
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
LAADRUIMTE
OPLAADBARE ZAKLAMP — INDIEN AANWEZIG
De oplaadbare LED-zaklamp wordt in de oplader links
achter in het bekledingspaneel opgeborgen. Druk kort
op de inkeping aan de zijkant van de zaklamp om deze
uit de oplader te nemen. (afb. 92)
Om de zaklamp te gebruiken, moet u de schakelaar één
keer indrukken voor veel licht, twee keer voor minder
licht en drie keer om deze uit te schakelen. (afb. 93) OPMERKING:Zorg dat u de zaklamp terugzet in de
oplader als deze niet in gebruik is om te zorgen dat hij
altijd paraat is wanneer u deze nodig heeft. LAADMANAGEMENTSYSTEEM
SYSTEEMFUNCTIES BIJ UITVOERINGEN
VOOR VIJF PASSAGIERS
Een hogere laadvloer die bovenop een grote inge-
bouwde opbergruimte ligt.
Een drievoudig luik dat in de laadvloer is ingebouwd zodat men makkelijk toegang heeft tot de voorwer-
pen in de opbergruimte.
60/40 verdeelde, neerklapbare tweede zitrij waar- door meer laadruimte beschikbaar komt. Raadpleeg
“Stoelen” voor meer informatie.
Een optionele neerklapbare passagiersstoel voorin waardoor de laadruimte nog verder wordt uitge-
breid. Raadpleeg “Stoelen” voor meer informatie.
Sjorhaken bagage.(afb. 92) Oplaadbare zaklamp
(afb. 93)Drievoudige indrukschakelaar 109
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Verwijderbaar afdekpaneel bagageruimte (indienaanwezig).
SYSTEEMFUNCTIES BIJ UITVOERINGEN
VOOR ZEVEN PASSAGIERS
Een grote ingebouwde opbergruimte met een schar- nierluik dat zich in de vloer bevindt achter de derde zitrij.
60/40 verdeelde, neerklapbare tweede zitrij waar- door meer laadruimte beschikbaar komt. Raadpleeg
"Stoelen" in "De functies van uw auto begrijpen"
voor meer informatie.
50/50 verdeelde, neerklapbare tweede zitrij waar- door meer laadruimte beschikbaar komt. Raadpleeg
“Stoelen” voor meer informatie.
Een optionele neerklapbare passagiersstoel voorin waardoor de laadruimte nog verder wordt uitge-
breid. Raadpleeg “Stoelen” voor meer informatie.
Sjorhaken bagage.
SJORHAKEN BAGAGE
WAARSCHUWING!
De sjorhaken zijn geen veilige veranke-
ringen voor de ankerband van een kin-
derzitje. Bij een noodstop of een botsing kan een
haak worden losgetrokken en kan het kinderzitje
losraken. Het kind zou ernstig letsel kunnen op-
lopen. Gebruik alleen de ankerpunten die speci-
aal bedoeld zijn voor de ankerbanden voor kin-
derzitjes. De sjorhaken bevinden zich op beide achterbekle-
dingspanelen. Met deze sjorhaken kunnen ladingen vei-
lig worden vastgemaakt als het voertuig in beweging is.
(afb. 94)
WAARSCHUWING!
Het gewicht en de positie van lading en
inzittenden is van invloed op de locatie
van het zwaartepunt van de auto en het wegge-
drag. Volg onderstaande richtlijnen bij de bela-
ding van uw auto, om letsel door onbestuurbaar-
heid te voorkomen:
Vervoer geen lading die zwaarder is dan het maxi- mum laadgewicht zoals vermeld op de sticker op het
linkerportier of op de linker middenstijl.
(afb. 94) Sjorhaken bagage
110
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Verdeel bagage altijd gelijkmatig over de bodem vande bagageruimte. Plaats zwaardere objecten zo laag
en zo ver naar voren als mogelijk is.
Plaats zoveel mogelijk bagage vóór de achteras. Als er te veel gewicht of niet goed verdeeld gewicht
boven of achter de achteras wordt geplaatst, kan dit
slingeren van het voertuig veroorzaken.
Stapel bagage of lading niet hoger op dan tot aan de bovenrand van de achterbankrugleuning. Anders kan
het zicht naar achteren worden belemmerd of kun-
nen voorwerpen worden gekatapulteerd bij een
noodstop of een ongeval.
Ter bescherming tegen persoonlijk letsel horen pas- sagiers niet plaats te nemen in de bagageruimte. De
bagageruimte achterin is alleen bedoeld voor ver-
voer van bagage en niet van passagiers, deze horen in
stoelen te zitten en autogordels te gebruiken.
OPROLBAAR DEKZEIL VOOR DE
LAADRUIMTE (INDIEN AANWEZIG) —
UITVOERINGEN VOOR VIJF PASSAGIERS OPMERKING: Het dekzeil is bedoeld om bagage
aan het zicht te onttrekken, niet om deze vast te
zetten. Het dekzeil voorkomt niet dat bagage ver-
schuift en beschermt de inzittenden niet tegen loslig-
gende voorwerpen.
Het oprolbare dekzeil voor de laadruimte is bevestigd
in de laadruimte achter de bovenkant van de achter-
bank. Als het zeil is uitgerold bedekt het de laadruimte zodat
daarin aanwezige voorwerpen aan het oog worden
onttrokken. De inkepingen in de sierpanelen naast de
achterklepopening houden het uitgerolde dekzeil op
zijn plaats.
Als het dekzeil niet wordt gebruikt, rolt deze netjes op
in de behuizing. U kunt het dekzeil ook uit de auto
nemen om meer ruimte te maken in de laadbak.
Om het dekzeil te installeren legt u het in de auto met
de platte kant van de behuizing naar boven gericht.
Breng vervolgens de linker of rechter veerstang (deze
bevinden zich aan de uiteinden van de dekzeilbehuizing)
aan in resp. het linker of rechter bevestigingspunt (zoals
afgebeeld). (afb. 95)
(afb. 95)
Uitneembaar dekzeil van bagageruimte aanbrengen 111
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
PARKSENSE® PARKEERSENSOREN
ACHTER — INDIEN AANWEZIG ParkSense
®parkeersensoren achter zorgt voor zicht-
bare en hoorbare aanwijzingen m.b.t. de afstand tussen
de achterzijde van de auto en een gedetecteerd obsta-
kel bij het achteruitrijden, bijv. tijdens een parkeerma-
noeuvre. Raadpleeg "Voorzorgsmaatregelen bij gebruik
van het ParkSense
®" voor de beperkingen van dit
systeem en adviezen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand ON/RUN
draait, wordt door ParkSense
®
automatisch de sys-
teemstatus (actief of inactief ) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld. ParkSense
®kan alleen actief zijn als de versnellingshen-
del in REVERSE (achteruit) staat. Als ParkSense
®
in
deze stand is ingeschakeld, blijft het systeem actief tot
de rijsnelheid circa 18 km/u of meer bedraagt. Het
systeem wordt weer actief als de rijsnelheid is gedaald
naar minder dan ongeveer 16 km/u.
ParkSense
®sensors
De vier ParkSense
®
sensoren, in de paneel/bumper
achter, bewaken het gebied achter de auto dat binnen
de zichtsafstand van de sensors valt. De sensoren
kunnen in horizontale richting obstakels op een afstand
van ongeveer 30 tot 200 cm van het achterpaneel/de
achterbumper detecteren, afhankelijk van de plaats, het
type en de richting van het obstakel. Waarschuwingsdisplay van ParkSense
®
Het ParkSense
®
waarschuwingsscherm wordt alleen
weergegeven als Sound and Display (beeld en geluid)
m.b.v. het Uconnect Touch™ systeem is geselecteerd.
Raadpleeg “Uconnect Touch™ instellingen” voor meer
informatie.
Het ParkSense
®waarschuwingsscherm bevindt zich in
het elektronisch voertuig informatie centrum (EVIC).
Het zorgt voor visuele waarschuwingen om de afstand
tussen de achterzijde - bumper en het gedetecteerde
obstakel weer te geven. Raadpleeg "Elektronisch voer-
tuiginformatiecentrum (EVIC)/instellingen" voor meer
informatie.
ParkSense
®display
Als de transmissie in REVERSE (achteruit) staat, scha-
kelt het waarschuwingsdisplay in en geeft de systeem-
status weer. (afb. 103) (afb. 104)
(afb. 103) Display parkeersensoren achter
132
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD