Page 201 of 286
200
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0N0098mfig. 212
F0N0097mfig. 213
F0N0172mfig. 214
F0N0171mfig. 215
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 200
Page 202 of 286

201
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZEKERINGENTABEL
Zekeringenkast op dashboard fig. 210-211
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Dimlicht rechts F12 7,5
Dimlicht links, Koplampverstelling F13 7,5
Relais zekeringenkast motorruimte, relais zekeringenkast dashboard
(+ via contactslot) F31 7,5
Interieurverlichting Minibus (noodverlichting) F32 10
Stekkerdoos achter F33 15
AfwezigF34 –
Achteruitrijlichten, Servotronic-regeleenheid, Waterdetectiesensor in brandstoffilter
(+ via contactslot) F35 7,5
Regeleenheid centrale portiervergrendeling (+accu) F36 15
Bediening remlichten (primair), Derde remlicht, Instrumentenpaneel
(+ via contactslot) F37 7,5
Relais zekeringenkast dashboard (+accu) F38 10
EOBD-stekker, Autoradio, Bediening A/C, Alarm, Tachograaf,
Webasto-timer (+accu) F39 10
Achterruitverwarming links, Verwarming spiegel bestuurderszijde F40 15
Achterruitverwarming rechts, Verwarming spiegel passagierszijde F41 15
ABS, ASR, ESP, Bediening remlichten (secundair) (+ via contactslot) F42 7,5
Ruitenwissers (+ via contactslot) F43 30
Aansteker, Stekkerdoos voor F44 20
Bedieningsknoppen op bestuurdersportier, Bedieningsknoppen op passagiersportier F45 7,5
AfwezigF46 –
Ruitbediening bestuurderszijde F47 20
Ruitbediening passagierszijde F48 20
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 201
Page 203 of 286

202
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Autoradio, Ruitbediening bestuurderszijde, Bedieningsorganen op dashboard,
regeleenheid alarm, Regensensor (+ via contactslot) F49 7,5
Airbag (+ via contactslot) F50 7,5
Bediening A/C, Cruise-control, Tachograaf (+ via contactslot) F51 7,5
Relais optional zekeringenkast F52 7,5
Instrumentenpaneel, Mistachterlicht (+accu) F53 7,5
Zekeringenkast in motorruimte fig. 212-213
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
ABS-pomp (+accu) F01 40
Voorgloeibougies (+accu) F02 50
Start-/contactslot (+accu) F03 30
Webasto-regeleenheid (+accu) F04 20
Aanjager met Webasto-systeem (+accu) F05 20
Hoge snelheid elektroventilateur (+accu) F06 40/60
Lage snelheid elektroventilateur (+accu) F07 40/50
Aanjager (+ via contactslot) F08 40
Ruitensproeierpomp F09 20
ClaxonF10 15
Elektronische inspuiting (secundaire componenten) F11 15
Grootlicht rechts F14 7,5
Grootlicht links F15 7,5
Elektronische inspuiting (+ via contactslot) F16 7,5
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 202
Page 204 of 286
203
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
Elektronische inspuiting (primaire componenten) F17 10
Regeleenheid motor (+ accu) F18 7,5
Aircocompressor F19 7,5
Koplampsproeierpomp F20 30
Brandstofpomp F21 15
Elektronische inspuiting (primaire componenten) F22 20
Magneetkleppen van ABS F23 30
Automatische versnellingsbak 8 (+ via contactslot) F24 15
Mistlampen voor F30 15
Zekeringenkast (optionals) op de middenstijl rechts fig. 214-215
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRE
AfwezigF54 –
Stoelverwarming F55 15
Stekkerdoos passagiers achter F56 15
Extra verwarming onder stoel F57 10
Contourverlichting F58 10
Automatische niveauregeling (+accu) F59 7,5
AfwezigF60 –
AfwezigF61 –
AfwezigF62 –
Bediening extra verwarming passagiers F63 10
AfwezigF64 –
Aanjager extra verwarming passagiers F65 30
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 203
Page 205 of 286

ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor het opladen van de accu
dient slechts ter informatie. Wendt u bij voorkeur tot het
Fiat Servicenetwerk om deze werkzaamheden uit te laten
voeren.
We raden u aan de accu langzaam en met een lage
stroomsterkte (ampèrage) gedurende ca. 24 uur op te laden.
Als u de accu snel oplaadt met een hoge stroomsterkte, kan
de accu worden beschadigd. Ga voor het opladen als volgt te
werk:
❒maak de klem los van de minpool op de accu;
❒sluit de kabels van de acculader aan op de accupolen; let
hierbij op de polariteit;
❒schakel de acculader in;
❒aan het einde van het opladen: schakel eerst de acculader
uit en koppel dan de accu los;
❒sluit de klem weer aan op de minpool van de accu.
204
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De vloeistof in de accu is giftig en corrosief.
Vermijd het contact met de huid en de ogen.
Het opladen van de accu moet worden uitgevoerd in
een goed geventileerde ruimte, ver verwijderd van
open vuur en vonkvormende apparaten: brand- en
ontploffingsgevaar.
ATTENTIE!
Probeer een bevroren accu niet op te laden:
eerst moet de accu ontdooid worden, anders
loopt u het risico dat de accu ontploft. Als de accu
bevroren is geweest, moet door deskundig personeel
worden gecontroleerd of de cellen niet beschadigd
zijn en of de bak geen scheuren vertoont, waardoor
de giftige en corrosieve vloeistof kan weglekken.
ATTENTIE!
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 204
Page 206 of 286

F0N0340mfig. 216
OPKRIKKEN VAN DE AUTO
Als de auto opgekrikt moet worden, wendt u dan tot een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk. Deze beschikt over
een garagekrik of hefbrug.
De auto mag uitsluitend aan de zijkanten worden opgekrikt
door de hefarm van de garagekrik of de hefbrug te plaatsen,
zoals in de figuur 216 is afgebeeld.
205
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Start de motor niet tijdens het slepen van de
auto.
ATTENTIE!
Schakel voordat de auto gesleept wordt, het
stuurslot uit ( zie paragraaf “Start-
/contactslot” in het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”).
Houd er tijdens het slepen rekening mee dat de rem-
en stuurbekrachtiging niet werken als de motor niet
draait, waardoor meer kracht nodig is voor de
bediening van het rempedaal en het stuur. Gebruik
voor het slepen geen elastische kabels en rijd zo
gelijkmatig mogelijk. Controleer tijdens het slepen of de
sleepkabel geen carrosseriedelen kan beschadigen.
Houdt u bij het slepen van een auto aan de wettelijke
voorschriften. Dit geldt zowel voor het slepen zelf als
voor het gedrag naar andere weggebruikers.
ATTENTIE!
SLEPEN VAN DE AUTO
De auto is uitgerust met twee sleepogen.
Het sleepoog voor bevindt zich in de gereedschapset onder
de passagiersstoel. Bij de uitvoeringen met
bandenreparatieset Fix&Go en zonder reservewiel, is de
gereedschapset uitsluitend als optional leverbaar voor
bepaalde uitvoeringen/markten. Als er geen gereedschapset
aanwezig is, dan is het sleepoog van de auto samen met het
Instructieboek opgeborgen in de map met de
boorddocumentatie.
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:27 Pagina 205
Page 207 of 286
F0N0117mfig. 220F0N0135mfig. 218
F0N0136mfig. 219
❒pak de schroevendraaier uit de gereedschapset en
verwijder hiermee de dop C-fig. 219 op het aangegeven
punt;
❒pak het sleepoog D uit de gereedschapset en draai het op
de schroefdraadpen fig. 219.
Het sleepoog achter B-fig. 220 bevindt zich op het in de
afbeelding aangegeven punt.
206
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Ga voor het gebruik als volgt te werk:
❒Open de klep A en verwijder deze zoals is aangegeven in
fig. 217;
❒draai de vergrendelknop B linksom en verwijder de knop
fig. 217 zodat het vak uitgeschoven kan worden fig. 218;
F0N0134mfig. 217
173-206 DUCATO LUM NL 8ed 27-10-2010 16:28 Pagina 206
Page 208 of 286

207
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTERONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
Doelmatig onderhoud is een beslissende factor voor een
lange levensduur, de beste prestaties en een zo zuinig
mogelijk gebruik van de auto.
Om dit te realiseren heeft Fiat een reeks controle- en
onderhoudsbeurten samengesteld die om de 40.000/45.000
km (afhankelijk van de motoruitvoering) moet worden
uitgevoerd.
Onthoud echter dat het geprogrammeerd onderhoud niet
volledig toereikend is om de auto in optimale staat te
houden: zowel in de beginperiode voor de servicebeurt bij
40.000/45.000 kilometer als daarna, tussen twee
servicebeurten in, moet regelmatig wat aandacht aan de auto
worden geschonken. Controleer bijvoorbeeld regelmatig de
bandenspanning en de vloeistofniveaus en vul deze laatste zo
nodig bij.BELANGRIJK De servicebeurten van het Geprogrammeerd
Onderhoud zijn door de fabrikant voorgeschreven. Het niet
uitvoeren van deze servicebeurten kan het vervallen van de
garantie tot gevolg hebben.
De werkzaamheden van het Geprogrammeerd Onderhoud
kunnen door alle vestigingen van het Fiat Servicenetwerk
tegen vaste tarieftijden worden uitgevoerd.
Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles van het
geprogrammeerd
onderhoud worden uitsluitend na toestemming van de klant
uitgevoerd.
BELANGRIJK Het is raadzaam eventuele kleine defecten
onmiddellijk door het Fiat Servicenetwerk te laten verhelpen
en daarmee niet te wachten tot de volgende servicebeurt.
Als de auto vaak wordt gebruikt voor het trekken van
aanhangers, moeten er kortere intervallen worden
aangehouden voor de werkzaamheden van het
geprogrammeerd onderhoud.
207-230 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 3:05 PM Page 207