Page 81 of 286

Op afdalingen kan bij ingeschakelde cruise-control de
snelheid iets oplopen ten opzichte van de opgeslagen
snelheid.
Het systeem is ingeschakeld als het lampje
Übrandt en op
het instrumentenpaneel de bijbehorende melding verschijnt.
SNELHEID OPSLAAN
Ga als volgt te werk:
❒zet de draaiknop A in stand ON en trap het gaspedaal in
tot de auto met de gewenste snelheid rijdt;
❒plaats de hendel ten minste 1 seconde omhoog (+) en
laat vervolgens de hendel los: de snelheid van de auto is
opgeslagen en het gaspedaal kan worden losgelaten.
Indien nodig (bijvoorbeeld bij inhalen) kan de snelheid simpel
verhoogd worden door het intrappen van het gaspedaal: als u
daarna het gaspedaal loslaat, wordt teruggekeerd naar de
opgeslagen snelheid.
OPGESLAGEN SNELHEID OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het
intrappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de
opgeslagen snelheid op de volgende manier worden
opgeroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelijk is
aan de opgeslagen snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het
moment van het opslaan van de snelheid;
❒druk op de knop RES B.
F0N0040mfig. 79
CRUISE-CONTROL
(snelheidsregelaar)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit is een elektronisch hulpmiddel, waardoor de auto (bij een
snelheid boven 30 km/h) op lange, rechte en droge trajecten
en bij weinig verandering in de rij-omstandigheden
(bijv. snelwegen), met een constante en vooraf ingestelde
snelheid blijft rijden zonder het gaspedaal te hoeven
bedienen. Het gebruik van dit systeem biedt geen voordelen
in druk verkeer.
Gebruik dit systeem niet in de stad.
SYSTEEM INSCHAKELEN fig. 79
Draai de draaiknop A in stand ON.
Het systeem kan niet worden ingeschakeld in de 1e
versnelling of de achteruit. Het is raadzaam het systeem in te
schakelen in de 4e of hogere versnelling.
80
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 80
Page 82 of 286

OPGESLAGEN SNELHEID VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe snelheid
op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets
verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog wordt
gehouden, verandert de snelheid traploos.
OPGESLAGEN SNELHEID VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (−) totdat de nieuwe snelheid is
bereikt die automatisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid iets
verlaagd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omlaag wordt
gehouden, verandert de snelheid traploos.
81
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden
uitgeschakeld:
❒door de draaiknop A in stand OFF te draaien;
❒door de motor uit te zetten;
❒door het rempedaal in te trappen of de handrem aan te
trekken;
❒door het koppelingspedaal in te trappen;
❒door een verzoek tot sequentieel schakelen bij
automatische versnellingsbak;
❒als de snelheid van de auto onder de vastgestelde limiet
komt;
❒door het gaspedaal in te trappen; in dat geval wordt het
systeem niet werkelijk uitgeschakeld, maar heeft het
acceleratie-verzoek voorrang op het systeem; de cruise-
control blijft ingeschakeld en het systeem stelt, na de
acceleratie, de hiervoor opgeslagen snelheid weer in,
zonder dat de knop RES ingedrukt hoeft te worden.
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch uit:
❒als het ABS of ESP in werking treedt;
❒als er een storing in het systeem is.
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 81
Page 83 of 286

F0N0041mfig. 8082
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR MET SPOTJES
Met schakelaar A-fig. 80 kunnen de lampen in de
plafondverlichting worden in- en uitgeschakeld. Met de
schakelaar A in het midden, worden de lampjes C en D in-
/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van de voorportieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven, blijven de lampjes
C en D altijd uitgeschakeld. Met de schakelaar A naar rechts
geschoven, blijven de lampjes C en D altijd ingeschakeld. Het
inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgeschakelde
plafondverlichting wordt met de schakelaar B:
❒in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❒in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
Als de cruise-control tijdens het rijden is
ingeschakeld, zet dan nooit de
versnellingspook in de vrijstand.
ATTENTIE!
Bij een storing of een afwijkende werking
van de cruise-control, moet de draaiknop
A in stand OFF worden gezet. Laat het systeem, na
controle van de zekering, door het Fiat
Servicenetwerk controleren.
ATTENTIE!
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 82
Page 84 of 286

❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een voorportier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van een portier.
De brandduurregeling schakelt automatisch uit als de
portieren worden vergrendeld.
PLAFONDVERLICHTING ACHTER IN
LAADRUIMTE fig. 81
Deze bevindt zich boven de achterdeur. Druk voor
inschakeling op het lampenglas op het in de afbeelding
aangegeven punt.
83
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of beide
schakelaars in de middelste stand staan. Op deze manier
zullen de lampjes van de plafondverlichting doven bij het
sluiten van de portieren, en voorkomt u dat de accu ontlaadt.
Als de schakelaar in de rechter stand is blijven staan, schakelt
de verlichting 15 minuten na het uitzetten van de motor
automatisch uit.
Brandduurregeling van de plafondverlichting
Bepaalde uitvoeringen hebben, om het in- en
uitstappen vooral in het donker te vergemakkelijken,
2 brandduurregelingen.
BRANDDUURREGELING BIJ HET INSTAPPEN
De plafondlampjes gaan op de volgende manier branden:
❒ongeveer 10 seconden tijdens het ontgrendelen van de
voorportieren;
❒ongeveer 3 minuten bij het openen van een zijportier;
❒ongeveer 10 seconden bij het sluiten van de portieren.
De werking van de brandduurregeling wordt onderbroken als
de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid.
BRANDDUURREGELING BIJ HET UITSTAPPEN
Als de contactsleutel uit het start-/contactslot wordt
verwijderd, gaan de plafondlampjes op de volgende manier
branden:
❒ongeveer 10 seconden binnen 2 minuten na het uitzetten
van de motor;
F0N0042mfig. 81
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 83
Page 85 of 286
F0N0220mfig. 83F0N0219mfig. 82
UITNEEMBARE PLAFONDVERLICHTING fig. 83
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze kan als vast licht gebruikt worden en als zaklamp.
Als de uitneembare plafondverlichting in de vaste houder zit,
wordt de batterij van de zaklamp automatisch opgeladen.
Het opladen van de plafondverlichting bij stilstaande auto en
met de contactsleutel in stand STOP of uitgenomen,
is beperkt tot 15 minuten. PLAFONDVERLICHTING AAN DE ZIJKANT IN
LAADRUIMTE fig. 82
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk voor inschakeling op het lampenglas op het in de
afbeelding aangegeven punt.
84
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 84
Page 86 of 286

F0N0044mfig. 84F0N0045mfig. 85
De functie schakelt automatisch uit als de remvertraging niet
meer het karakter van een noodstop heeft.
Deze functie voldoet aan de huidige wettelijke voorschriften.
MISTLAMPEN VOOR fig. 85
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk bij ingeschakelde buitenverlichting op knop
5.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
5branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
Het gebruik van de mistlampen is afhankelijk van de wetgeving
van het land waarin u zich bevindt. Houdt u aan de
voorschriften.
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN fig. 84
Deze worden ingeschakeld als op knop A wordt gedrukt,
ongeacht de stand van de contactsleutel.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de lampjes
Îen ¥op het instrumentenpaneel.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
Het gebruik van de waarschuwingsknipperlichten is
afhankelijk van de wetgeving van het land waarin u zich
bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
Bij een noodstop schakelen automatisch de
waarschuwingsknipperlichten in en gaan gelijktijdig de lampjes
Îen
¥op het instrumentenpaneel branden.
85
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 85
Page 87 of 286

F0N0046mfig. 86
F0N0043mfig. 87
PARKEERVERLICHTING
Draai met de sleutel in stand STOP of met uitgenomen
sleutel, de draaiknop van de linker hendel eerst in stand Oen
vervolgens in stand
6of 2. Op het instrumentenpaneel
gaat het controlelampje
3branden.
ACHTERRUITVERWARMING fig. 87
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Druk voor inschakeling op de knop A. Bij ingeschakelde
achterruitverwarming zorgt een tijdschakeling ervoor dat de
verwarming na ongeveer 20 minuten uitschakelt.
HOOFDSTROOMSCHAKELAAR (ONDERBREKER)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De hoofdstroomschakelaar voor loskoppeling van de accu
wordt geactiveerd door de contactsleutel in stand BATT te
draaien, zoals is aangegeven op het speciale plaatje dat in fig.
88 staat afgebeeld. Om de contactsleutel in stand BATT te
kunnen draaien moet u op de (rode) knop A fig. 89 drukken.
De accu wordt losgekoppeld door onderbreking van de
massakabel circa 45 seconden nadat de sleutel in stand BATT
is gedraaid.
Deze 45 seconden zijn nodig om:
❒de inzittenden te gelegenheid te geven de auto te verlaten
en de portieren met behulp van de afstandsbediening te
vergrendelen;
❒te garanderen dat alle elektrische systemen van de auto
uitgeschakeld zijn.
Bij losgekoppelde accu is toegang tot de auto uitsluitend
mogelijk nadat het slot van het bestuurdersportier met
behulp van de sleutel is ontgrendeld. MISTACHTERLICHT fig. 86
Het mistachterlicht werkt alleen als het dimlicht of de
buitenverlichting en mistlampen voor (voor bepaalde
uitvoeringen/markten) zijn ingeschakeld en knop 4wordt
ingedrukt. Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
4branden. Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of
schakel het dimlicht en/of de mistlampen voor (indien
aanwezig) uit. Het gebruik van het mistachterlicht is afhankelijk
van de wetgeving van het land waarin u zich bevindt. Houdt u
aan de voorschriften.
86
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 86
Page 88 of 286
F0N0811mfig. 88
F0N0810mfig. 89F0N0132mfig. 91
F0N0047mfig. 90
PORTIERVERGRENDELING fig. 90-fig. 91
U kunt de centrale portiervergrendeling inschakelen door de
knop A op de middenconsole in te drukken, onafhankelijk van
de stand van de contactsleutel. Druk voor het ontgrendelen
van de portieren op de knop B. Op het paneel voor de
ruitbediening bevindt zich een knop D waarmee u de deuren
van de laadruimte onafhankelijk kunt ver-/ontgrendelen. Om de verbinding van de accu te herstellen, moet u de
contactsleutel in het contactslot steken en in stand MAR
draaien, waarna de auto op de normale manier kan worden
gestart.
Als de accu losgekoppeld is geweest, dan moeten enkele
elektrische systeem opnieuw worden ingesteld (bijv. klokje,
datum enz.).
87
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
037-128 DUCATO LUM NL 7ed 6/22/10 2:39 PM Page 87