Page 57 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
45
LET OP:
o Plaats geen voorwerpen (bekerh- ouder, cassettehouder, stickers, etc.) op het dashboardpaneel boven het dashboardkastje bij auto's met passagiersairbag.Deze voorwerpen kunnen gevaar opleveren en letsel veroorzaken als ze worden weggeslingerd bijactivering van de passagiers- airbag.
o Een flacon luchtverfrisser mag in de auto niet dichtbij hetinstrumentenpaneel of op het dashboard worden geplaatst. Dooreventuele lekkage van de luchtverfrisser op deze delen (instrumentenpaneel, dashboardof aanjager) kunnen ze worden beschadigd. Als de vloeistof van de luchtverfrisser op deze delenkomt moeten ze direct met water worden gereinigd.
B240B01TG
Passagiersairbag voor!
Nadat de airbag is opgeblazen, zal hij onmiddellijk weer beginnen metleeglopen, zodat de bestuurder weer naar voren kan kijken en de wagen kan besturen.
Passagiersairbag voor
B240B05L
WAARSCHUWING:
o Het in werking treden van de airbag gaat gepaard met een luide knal, terwijl eveneens enige rook vrijkomt. Dit is normaal en is niet gevaarlijk. De rook die bijhet in werking treden van de airbag vrijkomt kan echter huidirritatie veroorzaken. Na eenaanrijding waarbij de airbag in werking is getreden, moeten de handen en het gezicht grondigmet lauwwarm water en een milde zeep worden gewassen.
!
Page 58 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
46
B990A01TG-GXT AAN/UIT-schakelaar voor passagiersairbag(Indien gemonteerd)
B990A01TG
De passagiersairbag kan worden uitgeschakeld met de AAN/UIT-schakelaar (1) voor de passagiersairbag als een kinderzitje op de passagiersstoel is geplaatst of als er niemand op depassagiersstoel zit. Voor de veiligheid van uw kind moet de passagiersairbag worden uitgeschakeld,als het onder zeer bijzondere omstandigheden nodig is om een kinderzitje, waarin het kind naar achterenkijkt, op de passagiersstoel te plaatsen. (1)o Het airbagsysteem kan alleen
worden gebruikt als het contactslot op "ON" staat.Als het airbagsysteem niet juist werkt, dan:
(1) Gaat de SRI niet branden als
het contactslot in de stand "ON" wordt gezet of als de motor is gestart.
(2) Knippert de SRI gedurende één seconde en blijft branden nade ongeveer 6 seconden dievolgen op het inschakelen van het contactslot ("ON") of het starten van de motor.
(3) Gaat de SRI branden tijdens de rit.
Als dit gebeurt, laat dan de autoonmiddellijk door een Hyundai dealer controleren.o Alvorens een zekering te vervangen of een accukabel los te maken, moet de contactsleutel in de stand "LOCK" worden gedraaid of worden verwijderd. Vervangnooit zekering nummer 12 als de contactsleutel in de stand "ON' staat. Als deze waarschuwing nietwordt opgevolgd, gaat de onderhoudsindicatie branden.
Page 59 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
47
Passagiersairbag uit- of inschakelen Plaats om de passagiersairbag uit te schakelen de hoofdsleutel in de AAN/UIT-schakelaar aan de rechterzijde van het dashboard en zet de schakelaar in de stand "OFF".De lamp "passagiersairbag OFF" gaat branden en blijft branden, totdat de passagiersairbag weer wordtingeschakeld. Inschakelen van de passagiersairbag: plaats de hoofdsleutel in de AAN/UIT- schakelaar en zet de schakelaar in de stand "ON". De lamp "passagiersairbagOFF" dooft.
! LET OP:
o Als de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag niet juist werkt, dan gaat de airbaglamp inhet instrumentenpaneel branden. Als de lamp "passagiersairbag OFF" niet gaat branden, danschakelt de SRSCM (de regeleenheid van het systeem) de passagiersairbag in en wordt depassagiersairbag bij een frontale botsing opgeblazen, ook als de AAN/UIT-schakelaar in de stand "OFF" staat. Als dit gebeurt, laat dan de AAN/UIT-schakelaar voor de passagiersairbag, het gordelspannersysteem en hetairbagsysteem zo snel mogelijk door een Hyundai dealer controleren.
o Als de airbaglamp niet gaat
branden als het contactslot in de stand "ON" wordt gezet of als deze gaat branden tijdens de rit, laat dan de AAN/UIT-schakelaar voorde passagiersairbag, de gordelspanners en het airbagsysteem zo snel mogelijkdoor een Hyundai dealer controleren.
Page 60 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
48
B990B02TG-AXT Zij-airbag (Indien gemonteerd) Uw Hyundai is uitgerust met zijairbags
voor of zijairbags achter. Deze airbag heeft tot taak om de bestuurder en/of voorpassagiers extra bescherming te geven naast de werking van alleen deveiligheidsgordel. De zij-airbags zijn ontworpen om in werking te treden bij een aanrijding van opzij, afhankelijkvan de ernst van de aanrijding, de hoek, de snelheid en het aanrijdingspunt. De airbags zijn nietontworpen om bij alle aanrijdingen van opzij in werking te treden. B990B02LZ
!WAARSCHUWING:
o De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste stand van de AAN/ UIT-schakelaar voor de passagiersairbag.
o Schakel de passagiersairbag
alleen uit bij uitgeschakeldcontactslot. Als dit niet gebeurt kan een storing ontstaan in deSRSCM. Hierdoor is het mogelijk dat de bestuurders- en/of passagiersairbag en/of de zij- en headbags niet of niet juist ontsteken tijdens een botsing.
o Plaats nooit een kinderzitje waarin het kind naar achteren kijkt op depassagiersstoel. The infant orchild could be severely injured or killed by an airbag deployment in case of an accident.
o Plaats geen kinderzitje waarin het
kind vooruit kijkt op de voorpassagiersstoel, ook al is uw auto voorzien van een AAN/UIT- schakelaar voor depassagiersairbag. Een dergelijk kinderzitje mag nooit op de voorstoel worden geplaatst.Kinderen die te groot zijn om gebruik te maken van een kinderzitje moeten altijd op deachterbank plaatsnemen en gebruik maken van de beschikbare heup- of 3-puntsgordels. Aankinderen wordt tijdens een ongeval de meeste veiligheid geboden als ze zich in een goedgekeurdeveiligheidsvoorziening op de achterbank bevinden.
o Schakel onmiddellijk de passagiersairbag in, zodra het nietmeer nodig is dat de airbag is uitgeschakeld.
Page 61 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
49
B990B01TG
Zij-airbag sensor
Belangrijke veiligheidsmaatre- gelen betreffende het zij-airbagsysteem Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijdin acht worden genomen om de kans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken
WAARSCHUWING:
o De zij-airbags vormen een aanvulling op de driepunts veiligheidsgordels van de bestuurder en de voorpassagier, maar vervangt deze niet. Daarommoet de veiligheidsgordel altijd worden gedragen als u in de auto zit. De zij-airbags wordenalleen geactiveerd bij bepaalde botsingen aan de zijkant die ernstig genoeg zijn om letsel teveroorzaken.
o Voor de beste bescherming van het zij-airbagsysteem en omverwondingen bij het in werkingtreden van de zij-airbag te voorkomen, moeten de beide inzittenden van de voorstoelenrechtop zitten met de veiligheidsgordel correct vastgegespt. De handen van debestuurder moeten in de standen 9:00 en 3:00 uur op het stuurwiel worden gehouden. De armen enhanden van de voorpassagiers moeten in de schoot worden gehouden.!o Breng geen extra stoelhoezen
aan.
o Door het gebruik van stoelhoezen wordt het effect van het systeem beperkt.
o Monteer geen accessoires aan
de zijkant of bij de zij-airbag.
o Gebruik geen grote krachten aan de zijkant van de stoel.
o Breng geen objecten aan over de airbag of tussen de airbag enuzelf.
o Plaats geen objecten (paraplu, tas enz.) tussen het voorportier en de voorstoel. Dergelijke objecten kunnen gevaarlijkeprojectielen worden of extra verwondingen veroorzaken als de zij-airbag in werking treedt.
o Om ongewild in werking treden van de zij-airbag en daardoorverwondingen te voorkomen,moeten schokken tegen de botsingssensor voor de zij-airbag bij aangezet contact wordenvoorkomen.
Page 62 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
50
!WAARSCHUWING:
o Zie voor de installatie van een veiligheidssysteem voor kinderen "Veiligheidssysteem voor kinderen" voor de juiste installatieen een maximale bescherming van de inzittenden.
o Zorg ervoor dat van de inzittende
geen lichaamsdelen (hoofd, armenen benen) zich buiten het bereik van het airbag-systeem bevinden.Als een zich opblazende airbag een klein kind aan het hoofd raakt, dan kan dit ernstige verwondingentot gevolg hebben.
o Zorg ervoor dat de opening voor
de headbag altijd vrij is, zodat deheadbag zonodig op de juiste wijze kan worden opgeblazen.
o De ingebouwde kledinghaken
mogen alleen gebruikt wordenvoor lichte kledingstukken. Zorg ervoor dat in de zakken geen zwareof scherpe voorwerpen aanwezig zijn. Hang geen kleding aan hangertjes op aan dekledinghaken.
De gordijnairbags zijn zodanigontworpen dat ze alleen wordengeactiveerd bij aanrijdingen van opzij met een bepaalde sterkte, onder een bepaalde hoek en met een bepaaldesnelheid. De gordijnairbags zijn niet ontworpen om in alle aanrijdingssituaties van opzij,aan voor- en achterzijde of bij het over de kop slaan te worden geactiveerd.
Belangrijke veiligheids- voorschriften voor headbag-systemen Onderstaande opmerkingen over de veiligheid van het systeem moeten altijdin acht worden genomen om de kans op verwondingen tijdens een ongeval zo klein mogelijk te maken.
B990C01JM-GXT Gordijnairbag De gordijnairbags bevinden zich langs beide dakstijlen boven de voor- en achterportieren.Ze dienen voor de bescherming van het hoofd van de voorpassagiers en de passagiers op de beide buitenstezitplaatsen achterin bij aanrijdingen van opzij. HLZ2051
Gordijnairbag
Page 63 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
51
o De ruimte tussen de inzittende en
de headbag moet nooit worden ingenomen door kinderen, eenandere passagier of huisdieren. Inzittenden mogen nooit uit het raam leunen en er mogen geenlichaamsdelen uit het raam steken als de motor draait.
o Draai de zonneklep niet naar de
zijruit als er voorwerpen aan dezonneklep zijn bevestigd, zoals de afstandsbediening van degaragedeur, pennen, luchtverfrissers of iets dergelijks. Deze voorwerpen kunnen verwondingen veroorzaken als de headbag wordt opgeblazen.
o Als jaloezieën op de achterportieren zijn gemonteerd,dan mogen deze op geen enkelewijze in de weg zitten of de werking van de airbag belemmeren. o Plaats geen accessoires of
kinderspeelgoed in het gebied waarin de headbags wordenopgeblazen. Dit kan de werking van de headbag negatief beïnvloeden of delen kunnen hetinterieur ingeschoten worden, waardoor de inzittenden gewond kunnen raken als de headbagwordt opgeblazen.
o Om de headbag in goede conditie
te houden, moeten allewerkzaamheden, het verwijderen en monteren van de headbag en de bijbehorende componenten(zoals hemelbekleding of zij- afwerking) door een Hyundai dealer worden uitgevoerd. B240C01NF-GXT Onderhoud van het airbagsysteem Het airbagsysteem is praktisch onderhoudsvrij; het is niet toegestaanzelf werkzaamheden eraan uit te voeren. Als de SRS SRI (Service Reminder Indicator) niet gaat branden of continublijft branden, laat de auto dan door een Hyundai dealer controleren. Alle werkzaamheden aan het airbagsysteem, zoals het verwijderen, aanbrengen, repareren ofwerkzaamheden aan het stuurwiel moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde Hyundai monteur.Onvakkundig uitgevoerde werkzaamheden aan het airbagsysteem kunnen ernstig persoonlijk letsel totgevolg hebben.
Page 64 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
52
o Als de airbag in werking is
getreden, moet deze worden vervangen door een officiëleHyundai dealer.
o Aan de diverse componenten en
aan de bedrading van hetairbagsysteem mogen geen werkzaamheden worden uitgevoerd, terwijl deze ook nietmogen worden losgemaakt. Als dit wel gebeurt, kan dit persoonlijk letsel tot gevolg hebben omdat deairbag abusievelijk in werking kan treden of niet in werking kan treden.
o Op de rechter voorstoel mag geen veiligheidssysteem voor kinderenworden gemonteerd. Op devoorstoel mag nooit een kinderstoeltje worden geplaatst. Het kind kan letsel oplopen als deairbag bij een aanrijding wordt geactiveerd.o Het stootvlak kan worden gereinigd
met een zachte, droge doek of een doek die vochtig is gemaakt metwater zonder enige toevoeging. Oplosmiddelen of reinigingsmiddelen kunnen eennegatief effect hebben op het stootvlak van het stuurwiel alsmede op de goede werking vansysteem.
o Er mogen geen voorwerpen over
of bij de airbageenheden op hetstuurwiel, het instrumentenpaneel of de afdekking boven het dashboardkastje aan passagierszijde worden geplaatst, omdat een dergelijk voorwerpletsel kan verooraken bij een aanrijding die ernatig genoeg is om de airbags in werking te latentreden.
!
B240C01HP
WAARSCHUWING:
o Als wijzigingen worden uitgevoerd aan de diverse componenten en de bedrading van het airbagsysteem, inclusief hetaanbrengen van voorwerpen op het stootvlak van het stuurwiel of wijzigingen worden uitgevoerd aanhet stuurwiel, kan de werking van het airbagsysteem worden beïnvloed en persoonlijk letsel totgevolg hebben.