Page 9 of 288

F9
1. Schakelaar
koplampafstelling ............................... 1-81
2. Schakelaar mistachterlicht ...................................1-77
3. Schakelaar elektronisch stabiliteits programma (ESP)
(Indien gemonteerd) .............................................. 2-13
4. Regelknop instrumenteverlichting .........................1-83
5. Hendel voor stuurwielverstelling in hoogte- en
lengterichting ...................................................... 1-108
6. Ontgrendelingshefboom motorkap ......................1-104
7. Sigarettenaansteker ............................................. 1-848. Asbak
voor ........................................................... 1-85
9. Stoelverwarming (Indien gemonteerd) ...................1-26
10. Schakelaar voor de jaloezie van de achterruit
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-107
11. Digitale klok .......................................................... 1-83
12. Gordelwaarschuwingslamp (passagiersstoel voor)
(Indien gemonteerd) .............................................. 1-62
13. Schakelaar waarschuwingsknipperlichtinstallatie ....1-82
14. Electrisch aansluitpunt ......................................... 1-84
LET OP:
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op deze onderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd. Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijkmet water worden afgespoeld.
!
N.B.: De schakelaarplaatsing van nr. 1 tot nr. 4 kan overeenkomstig de opties zijn aangepast.
Page 10 of 288
F10
B250B01TG-GXTINSTRUMENTEN EN BEDIENINGSORGANEN (
II)
B250B01TG
Page 11 of 288

F11
1. Elektrobox
instrumentenpaneel .............................6-23
2. Instrumentenpaneel ............................................... 1-54
3. Parkeerrempedaal ................................................. 1-98
4. Rempedaal ............................................................. 2-4
5. Gaspedaal ............................................................. 2-4
6. Multischakelaar verlichting/ Schakelaar mistlampen voor .........................1-74/1-76
7. Toets audioafstandsbediening .............................1-112
8. Claxon/SRS airbag (bestuurdersijde) ...........1-107/1-43
9. Hoofdschakelaar automatische snelheidsregeling (Indien gemonteerd) ............................................ 1-10910. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers
..............1-77
11. Audiosysteem ..................................................... 1-129
12. Airbag voor passagi erszijde .................................. 1-43
13. Bedieningsorganen verwarming/airconditioning
(Indien gemonteerd) ............................................ 1-116
14. Dashboardkastje ................................................... 1-93
15. Opbergkastje ......................................................... 1-93
16. Keuzehandel/Versnellingshandel ............................ 2-7
17. Bekerhouder .......................................................... 1-86
18. Middenconsole ...................................................... 1-94
LET OP:
Als u gebruik maakt van een luchtverfrisser in uw auto mag deze niet op of aan het dashboard worden geplaatst. Als lekkage optreedt van de vloeistof van de luchtverfrisser op dezeonderdelen (instrumentenpaneel, dashboard of aanjager), kunnen ze worden beschadigd. Als lekkage van de luchtverfrisservloeistof optreedt op deze onderdelen moet dit onmiddellijk met water worden afgespoeld.
!
Page 12 of 288
UW AUTO IN ÉÉN OOGOPSLAG
F12B255A02TG-GXT WAARSCHUWINGS- EN CONTROLELAMPEN OP HET INSTRUMENTENPANEEL * Een gedetailleerde uitleg van deze onderdelen treft u aan op pagina 1-58.
Controlelamp richtingaanwijzers Controlelamp grootlicht Controlelamp niet goed gesloten achterklep
Controlelamp oliedruk
Controlelamp parkeerrern/ remvloeistofpeil
Controlelamp laadstroom
Controlelamp voor niet goed gesloten portieren
Controlelamp benzine-reserve
Waarschuwingslamp laag ruitensproeiervloeistofniveau
Gordel-waarschuwingslamp
Controlelamp mistlampen
Storingscontrole-lamp
Onderhoudsindicatie (SRI) Van airbag systeem "Passagiersairbag Off"-Lamp (Indien gemonteerd)
Controlelamp ABS
Controlelamp Cruise Control (Indien gemonteerd) Controlelampen elektronischstabiliteitsprogramma
Indicator ingeschakelde cruise controle (Indien gemonteerd)
Controlelamp immobilizer (Diefstalbeveiliging)
Waarschuwingslamp Water In Brandstoffilter (Dieselmotor)
Controlelamp Voorgloeien (Dieselmotor)
Page 13 of 288

Brandstofvoorschriften ................................................. 1-2
Inrijden van uw nieuwe Hyundai ................................... 1-4
Startblokkering .............................................................. 1-4
Portiersloten ................................................................. 1-8Diefstalbeveiligingsinstallatie ...................................... 1-12
Elektrisch bediende ruiten ........................................... 1-16
Stoel ...... ....................................................................... 1-20
Geïntegreerd geheugen (I.M.S)................................... 1-24
Veiligheidsgordels ........................................................ 1-29
Veiligheidssysteem voor kinderen ............................... 1-33
Airbagsysteem ............................................................. 1-42
Instrumentenpaneel en controlelampen ..... ..................1-54
Indicator en waarschuwingslamp ................................ 1-58
Instrumentenpaneel ..................................................... 1-67
Boordcomputer ............................................................ 1-69
Multischakelaar ............................................................ 1-74
Ruitenwisser/sproeierschakelaar ................................1-77
Schuifdak ..................................................................... 1-87
Buitenspiegel ............................................................... 1-94
Openen mo torkap...................................................... 1-104
Automatische snelheidsregeling ................................ 1-109
Bediening verwarming en koeling.............................. 1-114
Stereo geluidsinstallatie ............................................. 1-125
Antenne ..................................................................... 1-128
Audiosysteem ............................................................ 1-129
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
1
1
Page 14 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
2
B010A02CM-GXT Tank uitsluitend loodvrije ben- zine Voor optimale prestaties van uw auto raden wij aan om ongelode benzine meteen octaangetal (RON) hoger dan 95/ AKI (Anti Knock Index) hoger dan 91 te tanken. U kan gebruik maken vanongelode benzine met een octaangetal (RON) 91~94 / AKI 87~90, maar hierdoor kunnen de prestaties van de auto ietsminder worden. Het tanken van loodhoudende benzine heeft een onherstelbare beschadiging van dekatalysator en een onvoldoende werking van het emissieregelsysteem tot gevolg.BRANDSTOFVOORSCHRIFTEN
B010A01TG-A
ALLEN
LOODVRIJE BENZINE Bovendien kan dit hogeonderhoudskosten met zichmeebrengen. Om vergissingen bij het tanken te voorkomen past het vulpistool voorloodhoudende benzine niet in de vulopening van uw Hyundai. Dieselmotor Dieselbrandstof Gebruik voor de dieselmotor alleen bij het bemzinestation verkrijgbaredieselbrandstof die aan de EN 590-norm of vergelijkbaar voldoet. (EN staat voor “European Norm”). Gebruik geendieselbrandstof die bestemd is voor de scheepvaart, lichte stookoliën of niet- goedgekeurde brandstoftoevoegingen,aangezien dit de slijtage zal bespoedigen en de motor en het brandstofsysteem kan beschadigen. Het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen en/of brandstoftoevoegingen heeft een beperking van de garantie tot gevolg.Het cetaangetal van de dieselbrandstof voor uw auto moet 52 - 54 zijn. Als er twee soorten diesel leverbaar zijn, moetafhankelijk van de temperatuur worden gekozen voor zomer- of winterdiesel. o Boven -5°C (23°F)
.......................
Zomerdiesel
o Beneden -5°C (23°F) ...................
Winterdiesel
Houd het brandstofpeil zorgvuldig in degaten: als de motor afslaat bij gebrek aan brandstof, moet het completebrandstofsysteem worden ontlucht alvorens de motor opnieuw gestart kan worden.
! LET OP:
Zorg ervoor dat er geen benzine of water in de brandstoftank terechtkomt. Als dat wel het geval is, moet de brandstoftank wordenafgetapt en moet het brandstofsysteem worden ontlucht om schade aan de brandstofpompen de motor te voorkomen.
Page 15 of 288

1
BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
3
B010B01A-AXT Gasohol Gasohol (een mengsel van 90% loodvrije benzine en 10% ethanol) kan worden gebruikt in uw Hyundai. Als echter problemen optreden in de werking van de motor, wordt het gebruik van uitsluitend benzine aangeraden. Brandstoffen met een onbekende hoeveelheid alcohol of een andere alcohol dan ethanol mogen niet worden gebruikt. B010D01S-AXT Gebruik geen methanol Benzine die methanol bevat mag niet worden gebruikt voor uw Hyundai. Deze benzine kan een vermindering van de motorprestaties tot gevolg hebben en onderdelen van het brandstofsysteem beschadigen. ZB010D1-AXRijden in het buitenland Overtuig u voor het maken van buitenlandse reizen van het volgende:
o Wordt voldaan aan de wettelijke
bepalingen.
o Is de geschikte brandstof
verkrijgbaar.
B010E01A-AXT Benzine voor een lagere belasting van het milieu Hyundai raadt het gebruik aan van benzine met detergerendetoevoegingen, waardoor aanslag in de motor wordt voorkomen. Door gebruik van deze benzine wordt het milieu minderbelast. Deze benzine houdt de motor schoner, waardoor de werking van het uitlaatgasregelsysteem wordt verbeterd.
LET OP:
Het gebruik van methanol of brandstoffen die methanol bevatten kan tot schade aan het brandstofsysteem en een vermindering van de motorprestaties leiden; dit valt niet altijd onder de garantie.
!
Biodiesel Indien uw auto aan de EN 14214-norm of vergelijkbaar voldoet, mag bij het benzinestation verkrijgbare biodieselmengsels met niet meer dan 5% biodiesel, algemeen bekend als “B5-biodiesel” worden gebruikt. (EN staat voor “European Norm”). Het gebruik van biobrandstoffen van koolzaadmethylester (RME), vetzuur methylester (FAME), plantaardige methylester (VME), enz. of een diesel/ biodieselmengsel zal de slijtage bespoedigen en kan de motor of het brandstofsysteem beschadigen. Reparatie of vervanging van versleten of beschadigde onderdelen als gevolg van het gebruik van niet-goedgekeurde brandstoffen valt niet onder de fabrieksgarantie.!
LET OP:
o Gebruik nooit brandstof, diesel of B5-biodiesel, dat niet aan de meest recente specificaties voldoet.
o Gebruik nooit brandstoftoevoegingen en dergelijke die niet door de fabrikant zijn aanbevolen of goedgekeurd.
Page 16 of 288

1BIJZONDERHEDEN VAN UW HYUNDAI
4STARTBLOKKERING
B880A01A-GXT De starblokkering is een anti- diefstalvoorziening en is ontworpen om diefstal van de wagen tegen te gaan en te vertragen. B880B03NF-GXT Drie sleutels Voor uw gemak is uw Hyundai voorzien van twee typen sleutels, zoals in de afbeelding is aangegeven. Portieren contactslotsleutel
B880B01TG
B020B01FC-GXT Gedurende de eerste 1000 km (Dieselmotor) Voor uw Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een lange levensduuren optimale prestaties van uw Hyundai is het echter aan te bevelen gedurende de eerste 1000 km onderstaandeaanbevelingen op te volgen:
o Houd tijdens het rijden het
motortoerental (omwentelingen per minuut) ongeveer op 3000/min.
o Rijd niet harder dan driekwart van de maximumsnelheid.
o Accelereer niet te fors. Druk het
gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te voorkomen dat de motor overmatigwordt belast.
o Varieer uw snelheid.
o Laat de motor van een wagen met katalysator niet langer dan 3 minutenstationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 1000 km niet met een caravan of aanhanger. Hoofdsleutel
INRIJDEN VAN UW NIEUWE HYUNDAI
B020A01S-GXT Gedurende de eerste 2000 km (Benzinemotor) Voor uw nieuwe Hyundai geldt geen speciale inrijperiode. Voor een langelevensduur en optimale prestaties is het aan te bevelen gedurende de eerste 2000 km onderstaande regels op tevolgen:
o Rijd niet sneller dan 90 km/u.
o Houd het motortoerental tijdens het
rijden tussen 2000 en 4000 t/min.
o Accelereer niet te fors. Druk het gaspedaal bij het starten niet in.
o Vermijd gedurende de eerste 300 km
krachtig afremmen.
o Schakel tijdig terug, teneinde te voorkomen dat de motor overmatigwordt belast.
o Varieer uw rijsnelheid.
o Laat de motor van een wagen met
katalysator niet langer dan 3 minuten stationair draaien.
o Rijd gedurende de eerste 2000 km
niet met een caravan of aanhanger.