Page 65 of 274

64
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid
iets verlaagd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omlaag
wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
Systeem uitschakelen
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden uit-
geschakeld:
❒door de draaiknop A in stand OFF te draaien;
❒door de motor uit te zetten;
Functie uitschakelen
Het systeem kan als volgt door de bestuurder worden uit-
geschakeld:
❒door het rempedaal in te trappen, terwijl het systeem
de snelheid regelt;
❒door het koppelingspedaal in te trappen, terwijl het sys-
teem de snelheid regelt;
❒door op knop B-fig.48 te drukken, terwijl het systeem
de snelheid regelt (bij bepaalde uitvoeringen/markten);
❒door het gaspedaal in te trappen; in dit geval wordt het
systeem niet werkelijk uitgeschakeld, maar heeft het
acceleratie-verzoek voorrang op het systeem; de crui-
se-control blijft ingeschakeld en het systeem stelt, na
de acceleratie, de hiervoor opgeslagen snelheid weer
in, zonder dat de knop B-fig. 48 hoeft te worden be-
diend. Opgeslagen snelheid oproepen
Als het systeem is uitgeschakeld door bijvoorbeeld het in-
trappen van het rem- of koppelingspedaal, kan de opgesla-
gen snelheid op de volgende manier worden opgeroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid ongeveer gelijk
is aan de opgeslagen snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingeschakeld was op het
moment van het opslaan van de snelheid;
❒druk op toets B-fig. 48.
Opgeslagen snelheid verhogen
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens de nieuwe snel-
heid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend, wordt de snelheid
iets verhoogd (ongeveer 1 km/h). Als de hendel omhoog
wordt gehouden, verandert de snelheid traploos.
Opgeslagen snelheid verlagen
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervolgens de nieuwe
snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (–) totdat de nieuwe snelheid
is bereikt die automatisch wordt opgeslagen.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 64
Page 66 of 274

65
PLAFONDVERLICHTING
PLAFONDVERLICHTING VOOR
MET KANTELBAAR LAMPENGLAS
De verlichting gaat geleidelijk branden, maar de mogelijk-
heid om direct de volle lichtsterkte in te schakelen door
op de zijkant te drukken.
Bij de Doblò Cargo-uitvoeringen is de inschakeling ge-
koppeld aan de voorportieren.
Bij de uitvoeringen Doblò/Doblò Combi personen is de
inschakeling gekoppeld aan de voorportieren en de zij-
schuifdeuren. Het systeem schakelt in de volgende gevallen automa-
tisch uit:
❒als het ABS of ESC in werking treedt;
❒als de snelheid van de auto onder de vastgestelde limiet
komt;
❒als er een storing in het systeem is.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als de cruise-control tijdens het rijden is
ingeschakeld, zet dan nooit de versnel-
lingspook in de vrijstand.
ATTENTIE!
Bij een storing of een afwijkende werking
van de cruise-control, moet de draaiknop
A in stand OFF worden gezet en moet u contact
opnemen met het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
F0V0055mfig. 49
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 65
Page 67 of 274

66
F0V0056mfig. 50F0V0057mfig. 51
❒in linker stand, het spotje C ingeschakeld;
❒in rechter stand, het spotje D ingeschakeld.
BELANGRIJK Controleer voordat u de auto verlaat of bei-
de schakelaars in de middelste stand staan. Op deze ma-
nier zullen de lampjes van de plafondverlichting doven bij
het sluiten van de portieren en voorkomt u dat de accu
ontlaadt. Als de schakelaar in de rechter stand is blijven
staan, schakelt de verlichting 15 minuten na het uitzetten
van de motor automatisch uit.
PLAFONDVERLICHTING ACHTER MET
KANTELBAAR LAMPENGLAS
(uitvoeringen Doblò/Doblò Combi)
Het lampje gaat automatisch branden als u een voorpor-
tier/zijschuifdeur opent en dooft als het betreffende por-
tier wordt gesloten.
Bij gesloten deuren kunt u het lampje in- en uitschakelen
door op de aangegeven wijze op de linker zijde van het
lampenglas A-fig. 51 te drukken. PLAFONDVERLICHTING VOOR
MET SPOTJES fig. 50
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij de Doblò Cargo-uitvoeringen is de inschakeling ge-
koppeld aan de voorportieren.
Bij de uitvoeringen Doblò/Doblò Combi personen is de
inschakeling gekoppeld aan de voorportieren en de zij-
schuifdeuren.
Met de schakelaar A kunnen de plafondlampjes worden in-
en uitgeschakeld. Met de schakelaar A in het midden worden
de lampjes C en D in-/uitgeschakeld bij het openen/sluiten van
de portieren.
Met de schakelaar A naar links geschoven, blijven de lamp-
jes C en D altijd uitgeschakeld.
Met de schakelaar A naar rechts geschoven, blijven de
lampjes C en D altijd ingeschakeld.
Het inschakelen/doven van de verlichting gaat geleidelijk.
Met de schakelaar B bedient u de spotjes; bij uitgescha-
kelde plafondverlichting wordt met de schakelaar:WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 66
Page 68 of 274

67
F0V0171mfig. 52
PLAFONDVERLICHTING ACHTER
MET KANTELBAAR LAMPENGLAS
(Cargo-uitvoeringen zonder dakluik)
Deze bevindt zich op de achtertraverse van de laadruim-
te. Het lampje gaat automatisch branden als u de zij-
schuifdeuren (voor bepaalde uitvoeringen/markten) of de
achterdeuren/achterklep (voor bepaalde uitvoeringen/
markten) opent en dooft bij het sluiten.
Bij gesloten deuren kunt u het lampje in- en uitschakelen
door op de aangegeven wijze op de linker/rechter zijde
van het lampenglas fig. 52 te drukken.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
PLAFONDVERLICHTING ACHTER
MET KANTELBAAR LAMPENGLAS
(extra voor Cargo-uitvoeringen
met lange wielbasis)
Het lampje bevindt zich rechts in de laadruimte. Het lamp-
je gaat automatisch branden als u de zijschuifdeuren of de
achterdeuren/achterklep opent en dooft als u de deu-
ren/achterklep sluit.
Bij gesloten deuren kunt u het lampje in- en uitschakelen
door op de aangegeven wijze op de linker zijde van het
lampenglas A-fig. 52 te drukken.
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
(uitvoeringen Doblò/Doblò Combi)
Het lampje fig. 53 gaat automatisch branden bij het ope-
nen van de achterdeuren of de achterklep (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten) en dooft bij het sluiten.
F0V0172mfig. 53
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 67
Page 69 of 274

68
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0174mfig. 55
Bij gesloten deuren kunt u het lampje in-/uitschakelen door
op de schakelaar A-fig. 54 te drukken.
De schakelaar A kan in 3 standen worden gezet:
❒met de schakelaar in het midden wordt de verlichting
ingeschakeld bij het openen van een achterdeur;
❒met de schakelaar omhoog gedrukt (stand 1) blijft de
verlichting altijd ingeschakeld;
❒met de schakelaar omlaag gedrukt (stand 2 – AUTO
OFF) blijft de verlichting altijd uitgeschakeld.
ZAKLAMP
(voor bepaalde Cargo-uitvoeringen)
Deze bevindt zich rechts in de laadruimte. De verlichting
bestaat uit een uitneembare zaklamp.
Om de zaklamp te gebruiken A-fig. 55 moet u op de knop
B drukken en de zaklamp in de richting van de pijl uit de
houder nemen. Bedien vervolgens de schakelaar C om
de verlichting in of uit te schakelen. PLAFONDVERLICHTING
ACHTER MET ZAKLAMP
(voor bepaalde Cargo-uitvoeringen)
Het lampje in het uitneembare plafondlampje wordt niet
bediend door de portieren; het kan uitsluitend met de hand
worden in-/uitgeschakeld door op knop A-fig. 54 te druk-
ken als de contactsleutel in stand MAR staat.
De schakelaar A kan in 3 standen worden gezet:❒met de schakelaar in het midden blijft de verlichting
altijd uitgeschakeld;
❒met de schakelaar omhoog gedrukt (stand 1) blijft de
verlichting altijd ingeschakeld;
❒met de schakelaar omlaag gedrukt (stand 2 – AUTO
OFF) blijft de verlichting altijd uitgeschakeld.
Bij de Cargo-uitvoeringen met dakluik
Het lampje gaat automatisch branden als u de zijschuif-
deuren of de achterdeuren/achterklep opent en dooft als
u de betreffende deur of de achterklep weer sluit.
F0V0173mfig. 54
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 68
Page 70 of 274

69
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
De plafondverlichting achter dooft geleidelijk, onmiddel-
lijk na het sluiten van alle zijschuifdeuren en achterdeu-
ren (achterdeuren of achterklep) als de contactsleutel in
stand MAR staat.
De plafondverlichting achter dooft geleidelijk, 10 secon-
den na het sluiten van alle zijschuifdeuren en achterdeu-
ren (achterdeuren of achterklep) met de contactsleutel
in stand OFF.
Uitvoeringen Doblò/Doblò Combi
Inschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor en achter gaat branden na het
openen van een van de voorportieren of zijschuifdeuren
en blijft 3 minuten branden als ten minste een van deze
deuren geopend blijft.
Uitschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor en achter dooft geleidelijk, on-
middellijk na het sluiten van alle voorportieren en zij-
schuifdeuren als de contactsleutel in stand MAR staat.
De plafondverlichting voor en achter dooft geleidelijk,
10 seconden na het sluiten van alle voorportieren en zij-
schuifdeuren met de contactsleutel in stand OFF. Als de uitneembare plafondverlichting in de vaste hou-
der zit, wordt de batterij van de zaklamp automatisch op-
geladen.
Bij de Cargo-uitvoeringen met dakluik
Het opladen van de plafondverlichting bij stilstaande auto
en met de contactsleutel in stand STOP of uitgenomen,
is beperkt tot 15 minuten.
PLAFONDVERLICHTING
IN-/UITSCHAKELEN
Cargo-uitvoeringen
Inschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor gaat branden na het openen van
een van de voorportieren en blijft 3 minuten branden als
ten minste een van de twee portieren geopend blijft.
De plafondverlichting achter gaat branden na het openen
van een van de zijschuifdeuren of achterdeuren (achter-
deuren of achterklep) en blijft 3 minuten branden als ten
minste een van de deuren (of de achterklep) geopend blijft.
Uitschakeling plafondverlichting
De plafondverlichting voor dooft geleidelijk, onmiddellijk
na het sluiten van alle voorportieren als de contactsleutel
in stand MAR staat.
De plafondverlichting voor dooft geleidelijk na 10 secon-
den als alle voorportieren gesloten worden en de con-
tactsleutel in stand OFF staat.
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 69
Page 71 of 274

F0V0019mfig. 56
MISTLAMPEN VOOR fig. 56
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Ze gaan branden als op knop5wordt gedrukt. Op het
instrumentenpaneel gaat het controlelampje5branden.
Als de mistlampen branden, dan brandt ook de buiten-
verlichting, terwijl de dagverlichting gedoofd is, ongeacht
de stand van de draaiknop.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop.
MISTACHTERLICHTEN fig. 56
Druk voor inschakeling op knop
4. Deze werken alleen
als het dimlicht of de mistlampen voor zijn ingeschakeld.
Op het instrumentenpaneel gaat het controlelampje
4
branden.
Druk voor uitschakeling nogmaals op de knop of schakel het
dimlicht en/of de mistlampen voor (indien aanwezig) uit.
BRANDSTOFNOODSCHAKELING
Deze schakelt in bij een ongeval waardoor:
❒de toevoer van brandstof wordt gestopt en de motor
afslaat;
❒de portieren automatisch ontgrendelen;
❒de interieurverlichting wordt ingeschakeld.
Bij bepaalde uitvoeringen verschijnt op het display de mel-
ding Brandstofnoodschakeling ingeschakeld zie instruc-
tieboekje” als de brandstofnoodschakeling inschakelt.
Controleer de auto zorgvuldig op brandstoflekkage, bij-
voorbeeld in de motorruimte, onder de auto of in de na-
bijheid van de brandstoftank.
BEDIENINGSKNOPPEN
WAARSCHUWINGSKNIPPERLICHTEN
Druk voor inschakeling op de schakelaar A-fig. 56, onge-
acht de stand van de contactsleutel. Als het systeem is in-
geschakeld, branden de lampjes
Îen¥op het instru-
mentenpaneel. De lichten schakelen uit als u de schakelaar
A nogmaals indrukt.
BELANGRIJK Het gebruik van de waarschuwingsknipper-
lichten is afhankelijk van de wetgeving van het land waar-
in u zich bevindt. Houdt u aan de voorschriften.
Noodstop
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij een noodstop schakelen automatisch de waarschu-
wingsknipperlichten in en gaan gelijktijdig de lampjes
Îen¥op het instrumentenpaneel branden. De functie
schakelt automatisch uit als de remvertraging niet meer
het karakter van een noodstop heeft. Deze functie voldoet
aan de huidige wettelijke voorschriften.
70
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 70
Page 72 of 274

71
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INTERIEURUITRUSTING
ARMSTEUN BESTUURDERSSTOEL fig. 57
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op enkele uitvoeringen is de bestuurdersstoel voorzien
van een armsteun.
U kunt de armsteun omhoog en omlaag zetten in de rich-
ting van de pijlen.
OPBERGVAKJE
fig. 58
Deze bevindt zich voor de voorstoel aan passagierszijde.
DASHBOARDKASTJE
Trek aan de handgreep A-fig. 59 om het kastje te openen.
Draai om het slot te ver-/ontgrendelen (voor bepaalde uit-
voeringen/markten) de sleutel rechts-/linksom. Draai na een ongeval de contactsleutel in stand STOP om
te voorkomen dat de accu ontlaadt.
Om de juiste werking van de auto te herstellen, moeten
de volgende handelingen worden uitgevoerd:
❒draai de contactsleutel in stand MAR;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer in;
❒schakel de rechter richtingaanwijzer uit;
❒schakel de linker richtingaanwijzer in;
❒schakel de linker richtingaanwijzer uit;
❒draai de contactsleutel in stand STOP.
Als u na een ongeval een brandstoflucht
ruikt of merkt dat het brandstofsysteem
lekt, schakel dan het systeem niet opnieuw in, zo-
dat brand wordt voorkomen.
ATTENTIE!
F0V0058mfig. 57
035-114 DOBLO LUM 2e NL 28-05-2010 9:21 Pagina 71