Page 25 of 274

24
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
–drukopdeknop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Meeteenheid (Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de meeteenheden worden inge-
steld in drie submenu’s: „Afstand”, „Verbruik” en „Tem-
peratuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als
volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschij-
nen de drie submenu’s;
–drukopdeknop▲of▼om tussen de drie submenu’s
te navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wij-
zigen, kort op de knop SET ESC;
– als het submenu „Afstand” is gekozen: druk kort op de
knop SET ESC; op het display wordt „km” of „mijl” weer-
gegeven, afhankelijk van de instelling; Zie radio (Herhaling informatie audiosysteem)
Met deze functie kan op het display de informatie over
de autoradio worden weergegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het geselecteer-
de radiostation, automatisch zoeken of AutoSTore in-
schakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het muziekstuk;
Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van
de informatie van het audiosysteem op het display als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
–drukopdeknop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Autoclose (Centrale
portiervergrendeling bij rijdende auto)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portie-
ren automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan
20 km/h.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 24
Page 26 of 274

25
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Taal (Taal instellen)
U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Engels,
Duits, Portugees, Spaans, Frans, Nederlands, Pools, Turks.
Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
de eerder ingestelde „taal”;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
–drukkortopdeknopSETESComterugtekerennaar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Volume waarschuwingen (Volume geluidssignaal
storingen/waarschuwingen instellen)
Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt
voor het melden van een storing of waarschuwing, kan
ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. – druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu „Verbruik” is gekozen: druk kort op
de knop SET ESC; op het display wordt „km/l”, „l/100km”
of „mpg” weergegeven, afhankelijk van de instelling;
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „km”, kan de
meeteenheid verbruik worden ingesteld op „km/l” of
„l/100 km”.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op „mijl”, geeft het
display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in „mpg”.
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu „Temperatuur” is gekozen: druk kort
op de knop SET ESC; op het display wordt „°C” of „°F”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
MENU ESC om terug te keren naar het scherm van het
submenu of houd de knop even ingedrukt om terug te ke-
ren naar het scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop SET ESC om terug te ke-
ren naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk
van waar u zich in het menu bevindt.
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 25
Page 27 of 274

26
Service (Geprogrammeerd onderhoud)
Met deze functie kan worden weergegeven hoeveel kilo-
meters nog resteren voordat een servicebeurt moet wor-
den uitgevoerd.
Ga voor het raadplegen van deze aanwijzingen als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display wordt
de afstand in „km” of „mijl” weergegeven, afhankelijk van
de instelling (zie de paragraaf „Meeteenheid afstand”);
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm.
Opmerking Het „Geprogrammeerd onderhoudsschema”
voorziet afhankelijk van de uitvoering elke 30.000 of
35.000 km (of gelijke afstand in mijl) in een servicebeurt;
deze weergave verschijnt automatisch als de sleutel in stand
MAR staat, vanaf 2.000 km (of gelijke afstand in mijl). De
weergave wordt elke 200 km (of gelijke afstand in mijl) op-
nieuw weergegeven. Onder de 200 km wordt de weer-
gave met kleinere intervallen weergegeven. De weergave
in km of mijl is afhankelijk van de ingestelde meeteenheid.
Als u dicht bij de volgende servicebeurt bent en u de con-
tactsleutel in stand MAR draait, verschijnt op het display
het opschrift „Service” gevolgd door het aantal kilome-
ters/mijlen dat resteert tot de volgende servicebeurt.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk voor het uitvoeren
van de werkzaamheden van het „Onderhoudsschema” en
voor het op nul zetten van deze weergave (reset). Volume toetsen (Volume toetsen instellen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van
de knoppen SET ESC,▲en▼, kan worden ingesteld op
8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
het „niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop▲of▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Buzz. Gordels
(Herinschakeling buzzer
voor melding SBR-systeem)
De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem
door het Fiat Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie de pa-
ragraaf „SBR-systeem” in het hoofdstuk „Veiligheid”).
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 26
Page 28 of 274

27
Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
–drukkortopdeknopSETESComterugtekerennaar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu-
scherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de knop▼indrukt, wordt teruggekeerd naar de eer-
ste menuoptie (Beep Snelheid). Bag passagier Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan passagierszijde
en zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de frontairbag en de zij-airbag (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan passagierszijde wor-
den in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET ESC en druk, na het verschijnen
op het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On) (voor inschake-
len) door op de knop▲of▼te drukken, nogmaals op
de knop SET ESC;
– op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop▲of▼(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
– druk kort op de knop SET ESC; er verschijnt een be-
vestiging van de gekozen instelling en er wordt terugge-
keerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even in-
gedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder
op te slaan.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 27
Page 29 of 274

28
Weergegeven gegevens
Autonomie (actieradius)
Geeft de afstand aan die nog gereden kan worden met de
brandstof in de brandstoftank. Op het display verschijnt
de indicatie „----” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
BELANGRIJK De waarde van de actieradius kan door ver-
schillende factoren worden beïnvloed: rijstijl (zie de para-
graaf „Rijstijl” in het hoofdstuk „Starten en rijden”), type
traject (snelwegen, stad, bergen enz.), gebruiksomstan-
digheden van de auto (vervoerde lading, bandenspanning
enz.). Houd hier bij het plannen van een reis rekening mee.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik
Geeft globaal het gemiddelde brandstofverbruik aan van-
af het begin van een nieuwe rit.
Huidig verbruik
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik
aan. Als de auto stilstaat met draaiende motor, wordt
„----” op het display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van
de tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.
Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieu-
we rit.TRIPCOMPUTER
Algemene informatie
Met de „Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand
MAR staat, op het display informatie worden weergege-
ven over de werking van de auto. Deze functie bestaat
uit „Trip A” en „Trip B” die onafhankelijk van elkaar wer-
ken en betrekking hebben op de hele rit van de auto. Bei-
de functies kunnen op nul worden gezet (reset – begin van
een nieuwe rit).
„Trip A” geeft informatie over:
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
„Trip B”, alleen aanwezig op het multifunctionele display,
geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B.
Opmerking De functie „Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie de paragraaf „Trip B inschakelen”). De gegevens „Au-
tonomie” en „Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-
den gezet.WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 28
Page 30 of 274

29
F0V0010mfig. 18
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip A” wordt weergegeven, dan worden
alleen de gegevens van „Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het
scherm van „Trip B” wordt weergegeven, dan worden al-
leen de gegevens van „Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in
stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP
drukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop SET ESC langer
dan 2 seconden ingedrukt. BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle
functies op de Tripcomputer de aanduiding „----” in plaats
van de waarde. Wanneer de normale werking weer her-
steld is, worden de waarden van de functies weer op nor-
male wijze weergegeven. De waarden die voor de sto-
ring werden weergegeven, worden niet op nul gezet en er
wordt geen nieuwe rit begonnen.
Bedieningsknop TRIP fig. 18
Met de knop TRIP, op het uiteinde van de rechter hen-
del, krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toe-
gang tot de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de
gegevens op nul worden gezet om een nieuwe rit te be-
ginnen:
– kort indrukken voor weergave van de verschillende ge-
gevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset)
en het beginnen van een nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– „handmatig” door de gebruiker door het indrukken van
de betreffende knop;
– „automatisch” wanneer de „afgelegde afstand” de waar-
de 99999,9 km of 9999,9 km, afhankelijk van het geïn-
stalleerde display, bereikt of wanneer de „reistijd” de
waarde 99.59 (99 uur en 59 minuten) of 999.59 (999 uur
en 59 minuten), afhankelijk van het geïnstalleerde display,
bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 29
Page 31 of 274

30
Rugleuning verstellen
Trek de hendel B-fig. 19 omhoog, steun daarbij niet met
de rug tegen de rugleuning en zet vervolgens de rugleu-
ning in de gewenste stand.
ZITPLAATSEN
BESTUURDERSSTOEL
(voor Cargo-uitvoeringen, indien aanwezig)
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een
stilstaande auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
Als u de hendel loslaat, moet altijd gecon-
troleerd worden of de stoel goed geblok-
keerd is door te proberen de stoel naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel niet goed geblok-
keerd is, kan deze onverwachts verschuiven, waar-
door u de controle over de auto kunt verliezen.
ATTENTIE!
Verstellen in lengterichting
Trek hendel A-fig. 19 omhoog en schuif de stoel naar vo-
ren of naar achteren: als u rijdt, moeten de armen licht ge-
bogen zijn en de handen op de stuurwielrand steunen.
fig. 19F0V0210m
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 30
Page 32 of 274

31
BELANGRIJK De verstelling is alleen mogelijk als u op de
stoel zit.
Lendensteunverstelling bestuurdersstoel
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Draai de knop D-fig. 20 om het steunvlak van de rugleu-
ning aan te passen. BESTUURDERSSTOEL fig. 20
(uitvoeringen Doblò/Doblò Combi/Cargo,
indien aanwezig)
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0V0013mfig. 20
Alle afstellingen mogen uitsluitend bij een
stilstaande auto worden uitgevoerd.
ATTENTIE!
Verstellen in lengterichting
Zet de hendel A omhoog en schuif de stoel voor- of ach-
teruit: als u rijdt, moeten de armen licht gebogen zijn en
de handen op de stuurwielrand steunen.
Als u de hendel loslaat, moet altijd ge-
controleerd worden of de stoel goed ge-
blokkeerd is door te proberen de stoel naar vo-
ren en naar achteren te schuiven. Als de stoel niet
goed geblokkeerd is, kan deze onverwachts ver-
schuiven, waardoor u de controle over de auto
kunt verliezen.
ATTENTIE!
Rugleuning verstellen
Draai aan de knop B.
Hoogteverstelling bestuurdersstoel
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bedien de hendel C en verplaats hiermee het achterste
deel van de zitting omhoog of omlaag voor een betere en
comfortabelere zitpositie.
001-034 DOBLO LUM 2e NL 26-05-2010 9:05 Pagina 31