Page 1 of 96
HANDLEIDING
32D-F8199-D0
WR250R
Page 2 of 96
Page 3 of 96
INLEIDING
DAU10100
Welkom in de wereld van Yamaha rijders!
Als eigenaar van de WR250R profiteert u van Yamaha’s ervaring en technische kennis in het ontwerpen en fabriceren van producten van
topkwaliteit, waarmee Yamaha haar verdiende reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult hebben van alle functies van uw WR250R. Deze
gebruikershandleiding geeft instructies over bediening, inspectie en onderhoud van de motorfiets, terwijl ook wordt beschreven hoe u uzelf
en anderen persoonlijk letsel en schade kunt besparen.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw motorfiets in optimale conditie te houden. Als er tenslotte toch nog vragen zijn, aarzel
dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Page 4 of 96

BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU10151
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:
OPMERKING:
Deze handleiding moet worden gezien als een permanent onderdeel van deze motorfiets en moet altijd bij de motorfiets blijven, ook
als deze ooit wordt verkocht.
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan soms sprake zijn
van kleine tegenstrijdigheden tussen uw motor en de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest
recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen heeft over deze handleiding, neem dan contact op met uw Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
DWA10030
LEES DEZE HANDLEIDING AANDACHTIG HELEMAAL DOOR VOORDAT U DEZE MOTORFIETS GAAT GEBRUIKEN.
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
Het Safety Alert symbool betekent ATTENTIE! LET OP! HET GAAT OM UW VEILIGHEID!
Wanneer instructies vermeld in een WAARSCHUWING niet worden opgevolgd, kan dit leiden
tot ernstig of z
elfs dodelijk letsel
voor de motorrijder, omstanders of degene die de motorfiets
inspecteert of repareert.
De aanduiding LET OP staat vermeld bij speciale voorzorgsmaatregelen die moeten worden
genomen om schade aan de motorfiets te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken of
verhelderen.
WAARSCHUWING
LET OP:OPMERKING:
Page 5 of 96
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
DAU36390
WR250R
HANDLEIDING
©2007 door Yamaha Motor Co., Ltd.
1e uitgave, September 2007
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden.
Gedrukt in Nederland.
Page 6 of 96

INHOUDSOPGAVE
VEILIGHEIDSINFORMATIE
...............1-1
BESCHRIJVING
.................................2-1
Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN
....................................3-1
Contactslot/stuurslot ........................3-1
Controle- en
waarschuwingslampjes ................3-2
Multifunctioneel display ...................3-3
Stuurschakelaars .............................3-8
Koppelingshendel ............................3-9
Schakelpedaal .................................3-9
Remhendel ......................................3-9
Rempedaal ....................................3-10
Tankdop .........................................3-10
Brandstof .......................................3-11
Uitlaatkatalysator ...........................3-12
Zadel ..............................................3-12
Helmbevestiging ............................3-13
Afstellen van de voorvork ..............3-13
Voorvork ontluchten .......................3-14
Afstellen van de
schokdemperunit ........................3-15
EXUP-systeem ..............................3-17
Zijstandaard ...................................3-17
Startspersysteem ...........................3-18
CONTROLES VOOR HET
STARTEN
............................................ 4-1
Controlelijst voor gebruik ................. 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE
............................... 5-1
Starten van de motor ....................... 5-1
Schakelen ....................................... 5-2
Tips voor een
zuinig brandstofverbruik ............... 5-3
Inrijperiode ...................................... 5-3
Parkeren .......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES
.................. 6-1
Boordgereedschapsset ................... 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema ..................... 6-2
Panelen verwijderen en
aanbrengen .................................. 6-7
Controleren van de bougie .............. 6-9
Motorolie en oliefilterelement ........ 6-10
Koelvloeistof .................................. 6-13
Reinigen van het luchtfilterelement
en de aftapslang ........................ 6-16
Afstellen van het stationair
toerental ..................................... 6-18
Controleren van de vrije slag
gaskabel .................................... 6-19
Klepspeling .................................... 6-19
Banden .......................................... 6-19Spaakwielen .................................. 6-21
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen ..................................... 6-22
Vrije slag van remhendel
afstellen ..................................... 6-22
Remlichtschakelaar afstellen ........ 6-23
Controleren van voor- en
achterremblokken ...................... 6-23
Controleren van
remvloeistofniveau ..................... 6-24
Verversen van remvloeistof .......... 6-25
Spanning aandrijfketting ............... 6-25
Reinigen en smeren van de
aandrijfketting ............................ 6-27
Controleren en smeren van
kabels ........................................ 6-27
Controleren en smeren van gasgreep
en gaskabel ............................... 6-28
Controleren en smeren van rem- en
schakelpedalen ......................... 6-28
Controleren en smeren van rem- en
koppelingshendels ..................... 6-28
Controleren en smeren van
zijstandaard ............................... 6-29
Smeren van de
achterwielophanging ................. 6-29
Voorvork controleren ..................... 6-30
Controle van stuursysteem ........... 6-30
Controleren van wiellagers ........... 6-31
Accu .............................................. 6-31
Zekeringen vervangen .................. 6-32
Page 7 of 96
INHOUDSOPGAVE
Koplampgloeilamp vervangen ....... 6-33
Achterlicht/remlichtunit .................. 6-34
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen .................................. 6-35
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen .................................. 6-35
Vervangen van een
parkeerlichtgloeilamp ................. 6-36
Ondersteunen van de motorfiets ... 6-36
Voorwiel ......................................... 6-37
Achterwiel ...................................... 6-38
Problemen oplossen ...................... 6-39
Storingzoekschema’s .................... 6-40
VERZORGING EN STALLING VAN DE
MOTORFIETS
..................................... 7-1
Matkleur, let op ................................ 7-1
Verzorging ....................................... 7-1
Stalling ............................................. 7-3
SPECIFICATIES
................................. 8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE
............... 9-1
Identificatienummers ....................... 9-1
Page 8 of 96

1-1
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
DAUW0200
MOTORFIETSEN ZIJN TWEEWIELIGE
VOERTUIGEN. HUN VEILIG GEBRUIK EN
WERKING ZIJN AFHANKELIJK VAN JUIS-
TE RIJTECHNIEKEN EN VAN DE DES-
KUNDIGHEID VAN DE BESTUURDER.
ELKE BESTUURDER MOET BEKEND
ZIJN MET DE VOLGENDE VEREISTEN
ALVORENS MET DEZE MOTOR TE
GAAN RIJDEN.
HIJ OF ZIJ MOET:
DOOR EEN COMPETENTE INFOR-
MATIEBRON GRONDIG ZIJN INGE-
LICHT OVER ALLE ASPECTEN VAN
HET MOTORRIJDEN.
ZICH HOUDEN AAN DE WAAR-
SCHUWINGEN EN ONDERHOUD-
SEISEN VERMELD IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING.
GRONDIG GETRAIND ZIJN IN VEILI-
GE EN CORRECTE RIJTECHNIE-
KEN.
GEBRUIKMAKEN VAN PROFESSIO-
NELE TECHNISCHE SERVICE, ZO-
ALS AANGEGEVEN IN DE
GEBRUIKERSHANDLEIDING EN/OF
WANNEER DE MECHANISCHE
CONDITIES DIT VEREISEN.
Veilig rijden
Controleer de machine altijd voor u
gaat rijden. Een zorgvuldige controle
kan een ongeval helpen voorkomen.
Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto-/motorongevallen. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
Draag een jack in felle kleuren.
Wees extra voorzichtig bij het nade-
ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
Ga daar rijden waar andere wegge-
bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongevalbetrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs.
Zorg dat u bekwaam bent om te rij-
den en leen uw motorfiets alleen uit
aan ervaren motorrijders.
Weet wat u wel en niet aankunt.
Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
We raden aan om het motorrijden te
oefenen op plekken waar geen ver-
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuurder.
Veel bestuurders houden bij het in-
gaan van een bocht een TE HOGE
RIJSNELHEID aan of rijden te lang
rechtop (onvoldoende schuinliggen bij
de bewuste rijsnelheid), zodat de
bocht dan te wijd wordt genomen.
Neem altijd de maximum snelheid
in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kunnen
zien.
De zithouding van de bestuurder en de