PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
2
3
4
5
67
8
9
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan paneel C (Zie
pagina 6-7.), verwijder de reservoird-
op, vul koelvloeistof bij tot de merk-
streep voor maximumniveau en breng
de reservoirdop en het paneel weer
aan.
LET OP:
DCA10471
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Vervang, indien water in plaats van
koelvloeistof is gebruikt, het water
zo snel mogelijk door koelvloeistof.
Anders is het koelsysteem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof istoegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vriespercentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.
OPMERKING:
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de tem-
peratuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-40 nadere instructies ver-
meld.
DAU45152
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
3. Verwijder de borgbout voor de radia-
torvuldop en de vuldop zelf.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1
2
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.
4. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.5. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir.
6. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
7. Monteer het koelvloeistofreservoir
door dit in de oorspronkelijke stand teplaatsen en dan de bouten aan te
brengen.
8. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
9. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
10. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:
Controleer of de onderlegring beschadigd is
en vervang indien nodig.
1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
2 1
1. Bout
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
1
1. Aftapplug koelvloeistof
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-16
2
3
4
5
67
8
9
11. Giet de voorgeschreven hoeveelheid
van de gespecificeerde koelvloeistof in
de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.
LET OP:
DCA10471
Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.
Vervang, indien water in plaats van
koelvloeistof is gebruikt, het water
zo snel mogelijk door koelvloeistof.
Anders is het koelsysteem niet be-schermd tegen vorst en corrosie.
Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vriespercentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectief
zijn.
12. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
13. Breng de radiatorvuldop weer aan.
14. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
15. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel-
vloeistof bij totdat het niveau bovenin
de koelvloeistofradiator staat en breng
dan de radiatorvuldop en zijn borgbout
aan.
16. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvloeistofreservoir,
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop weer aan.
17. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
DAU44321
Reinigen van het
luchtfilterelement en de
aftapslang
Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
Verder moet de aftapslang van het luchtfil-
ter regelmatig worden gecontroleerd en ge-
reinigd.
Reinigen van het luchtfilterelement
1. Verwijder het paneel B. (Zie
pagina 6-7.)
2. Open het luchtfilterdeksel door de
schroef te verwijderen en het deksel
naar buiten te trekken zoals afge-
beeld.
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
0.90 L (0.95 US qt) (0.79 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan
de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
2
3
4
5
67
8
9
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet hem dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
LET OP:
DCA10630
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan perma-
nente accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichte
accu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu op
te laden.
DAU23541
Zekeringen vervangen
De hoofdzekering bevindt zich achter pa-
neel D. (Zie pagina 6-7.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich ach-
ter paneel C. (Zie pagina 6-7.)Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
1. Hoofdzekering
2. Reservehoofdzekering
21
1. Zekering brandstofinjectiesysteem
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Backup-zekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
7
123456
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
1
2
3
4
5
6
7
8
9
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-
den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als een zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha-dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU45210
Koplampgloeilamp vervangen
De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het koplamppaneel samen
met de koplampunit door de bouten te
verwijderen en het geheel omhoog te
trekken zoals afgebeeld.
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
7.5 A
1. Bout
1
1
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
1
2
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-41
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10400
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de
dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
8-1
2
3
4
5
6
7
89
SPECIFICATIES
DAU2633N
Afmetingen:
Totale lengte:
2180 mm (85.8 in)
Totale breedte:
810 mm (31.9 in)
Totale hoogte:
1230 mm (48.4 in)
Zadelhoogte:
930 mm (36.6 in)
Wielbasis:
1420 mm (55.9 in)
Grondspeling:
300 mm (11.81 in)
Kleinste draaicirkel:
2300 mm (90.6 in)
Gewicht:
Incl. olie en brandstof:
134.0 kg (295 lb)
Motor:
Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume:
250.0 cm
3
Boring
×
slag:
77.0
×
53.6 mm (3.03
×
2.11 in)
Compressieverhouding:
11.80 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotorSmeersysteem:
Wet sump
Motorolie:
Type:
SAE 20W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterelement:
1.30 L (1.37 US qt) (1.14 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement:
1.40 L (1.48 US qt) (1.23 Imp.qt)
Koelsysteem:
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
0.90 L (0.95 US qt) (0.79 Imp.qt)
Luchtfilter:
Luchtfilterelement:
Nat element
Brandstof:
Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend loodvrije superbenzine
Inhoud brandstoftank:
7.6 L (2.01 US gal) (1.67 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.1 L (0.55 US gal) (0.46 Imp.gal)
Brandstofinjectie:
Gasklephuis:
Fabrikant:
MIKUNI
Type/hoeveelheid:
38EIS/1
Bougie(s):
Fabrikant/model:
NGK/CR9EK
Elektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Koppeling:
Type koppeling:
Nat, meervoudige plaat
Versnellingsbak:
Primair reductiesysteem:
Recht tandwiel
Primaire reductieverhouding:
78/25 (3.120)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
43/13 (3.307)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
SPECIFICATIES
8-3
2
3
4
5
6
7
89
Koplamp:
Type gloeilamp:
Halogeenlamp
Gloeilampen voltage, wattage
×
aantal:
Koplamp:
12 V, 60 W/55.0 W
Achterlicht/remlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W
×
2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W
×
2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W
×
1
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W
Instrumentenverlichting:
EL (ElektroLuminescent)
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje koelvloeistoftempera-
tuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 AKoplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A