Page 57 of 166

SpiegelsSpiegel verstellenSpiegel door licht drukken
op de betreffende hoek in
de gewenste stand bren-
gen.Verstelbare spiegelarmAls de verstelmogelijkheid van
de spiegels onvoldoende is,
kan ook de spiegelarm wor-
den versteld:
Spiegelarm verstellenBeschermkap 1 over de
boutbevestiging op de spie-
gelarm omhoog schuiven.
Wartelmoer 2losdraaien.
Spiegelarm in de gewenste
stand draaien.
Wartelmoer vastdraaien.
Beschermkap over de
boutverbinding trekken.
VeervoorspanningVeervoorspanning instel-
lenDe veervoorspanning moet
aan de belading van de mo-
torfiets worden aangepast.
Een verhoging van de bela-
ding vereist een verhoging
van de veervoorspanning,
minder gewicht een over-
eenkomstige lagere veervoor-
spanning.Veervoorspanning ach-
terwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
Het instellen van de
veervoorspanning tijdens
het rijden kan tot ongevallen
leiden.
455zBediening
Page 58 of 166

De veervoorspanning alleen
instellen als de motorfiets stil-
staat.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Om de veervoorspanning
te verhogen, handwiel 1in
de richting van de pijl HIGH
draaien.
Om de veervoorspanning
te verlagen, handwiel 1in
de richting van de pijl LOW
draaien. Één klik komt overeen
met een halve omwente-
ling van de draaiknop. Het
instelbereik omvat 15 hele
omwentelingen.
Basisinstelling veervoor-
spanning achterwiel
Sologebruik met een per-
soon van 85 kg.
Het handwiel tot de aanslag
in de richting van pijl LOW
draaien, vervolgens 15 klik-
ken in de richting van pijl
HIGH draaien.
SchokdemperDemping instellenDe demping moet aan de
veervoorspanning worden
aangepast. Een verhoging
van de veervoorspanning ver-
eist een stuggere demping,
een verlaging van de veer-
voorspanning een zachtere
demping.
Schokdemper van het
achterwiel instellen
Niet optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping van de veervoor-
spanning aanpassen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Schokdemper achter instel-
len door de stelschroef 1
met een schroevendraaier
te verdraaien.
456zBediening
Page 59 of 166

Om de demping te verzwa-
ren, stelschroef in de rich-
ting van de pijlHdraaien.
Om de demping lichter te
maken, stelschroef in de
richting van de pijl Sdraai-
en.
Het instelbereik omvat
drieëneenhalve omwen-
telingen van de stelschroef.
Basisinstelling demping
achterwiel
Sologebruik met een per-
soon van 85 kg.
De stelschroef tot de aan-
slag in de richting van pijl H draaien, vervolgens an-
derhalve omwenteling in de
richting van pijl S draaien.
Elektronische demper-
instelling ESA
SU
InstellingenMet behulp van de elektro-
nische demperinstelling ESA
kunt u uw motorfiets op com-
fortabele wijze aanpassen aan
de verschillende rijomstandig-
heden. Drie veervoorspan-
ningen kunnen met drie dem-
perinstellingen worden ge-
combineerd, om de motorfietsoptimaal aan de belading en
de ondergrond aan te passen.
De demperinstelling wordt op
het multifunctioneel display
bij
1aangegeven, de veer-
voorspanning bij 2.
Gedurende de ESA-weergave
verdwijnt de weergave van de
Tripmaster.
Instelling oproepenContact inschakelen
Toets 1bedienen.
De actuele instelling wordt
weergegeven.
457zBediening
Page 60 of 166
De melding verdwijnt na en-
kele seconden automatisch.Demping instellenContact inschakelen
Toets1bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven.
Toets 1steeds éénmaal
kort bedienen.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens aangegeven:COMF
comfortabele dem-
ping
NORM
normale demping
SPORT
sportieve demping
Wordt de toets 1langere
tijd niet meer bediend, dan
wordt de demping zoals
aangegeven ingesteld. Tij-
dens het instellen knippert
de weergave.
Veervoorspanning instel-
lenMotor starten.
Toets 1bedienen.
Actuele instelling wordt
weergegeven. Toets
1steeds éénmaal
lang bedienen.
De veervoorspanning
kan niet tijdens het rijden
worden ingesteld.
Uitgaande van de actuele
stand worden achtereenvol-
gens aangegeven:
Solo
Solo met bagage
Met passagier (en baga-
ge)
Wordt de toets 1langere
tijd niet meer bediend, dan
wordt de veervoorspanning
zoals aangegeven ingesteld.
Tijdens het instellen knip-
pert de weergave.
458zBediening
Page 61 of 166
BandenBandenspanning contro-
leren
Een verkeerde banden-
spanning verslechtert de
rijeigenschappen en kan tot
ongevallen leiden.
Zorg voor een correcte ban-
denspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snel-
heden door de centrifugaal-
kracht vanzelf open te gaan.
Om plotseling verlies van de
bandenspanning te voorko-
men, op het achterwiel een
metalen dopje met rubberaf-
dichtring gebruiken en goed
vastdraaien.
Verkeerde bandenspan-
ning vermindert de le-
vensduur van de banden.
Zorg voor een correcte ban-
denspanning. De correcte bandenspan-
ning aan de hand van de
volgende gegevens contro-
leren.
Bandenspanning voorwiel
2,5 bar (In koude toestand)
Bandenspanning achterwiel
2,9 bar (In koude toestand)
Als de bandenspanning te
laag is: Bandenspanning corrigeren.
459zBediening
Page 62 of 166
Page 63 of 166
Rijden
Veiligheidsvoorschriften . . ..... 62
Controlelijst ................... 64
Starten ........................ 64
Wegrijden met BMW Integral
ABS
SU
........................ 67
Inrijden . . . .................... 67
Motorfiets neerzetten . ......... 71
Tanken . . . .................... 78
Remsysteem algemeen ........ 79
Remsysteem met BMW Integral
ABS
SU
........................ 80
561zRijden
Page 64 of 166

Veiligheidsvoorschrif-
tenMotorfietsaccessoiresGeen rit zonder de juiste kle-
ding! Draag altijdHelm
Beschermende kleding
Handschoenen
Laarzen
Dit geldt ook voor korte tra-
jecten en in welk jaargetijde
dan ook. Uw BMW Motor-
rad dealer kan u adviseren en
heeft voor elk gebruiksdoel de
juiste kleding.SnelheidBij het rijden met hoge snel-
heden kunnen verschillende
omstandigheden het rijgedrag
van de motorfiets negatief be-
ïnvloeden: Instelling van het veer- en
dempersysteem
Ongelijkmatig verdeelde ba-
gage
Losse kleding
Te lage bandenspanning
Slecht bandenprofiel
Etc.
Correct beladen
Overbelading en onge-
lijkmatige belading kan
de rijstabiliteit van de motor-
fiets beïnvloeden.
Het maximaal toelaatbaar to-
taalgewicht niet overschrijden
en de aanwijzingen voor het
beladen in acht nemen.
Alcohol en drugs
Reeds kleine hoeveel-
heden alcohol of drugs
kunnen uw waarnemings-,
beoordelings- en beslissings-
vermogen evenals uw reflexen
aanzienlijk beïnvloeden. Het gebruik van medicijnen kan
deze invloeden nog verder
versterken.
Niet rijden als u alcohol,
drugs en/of medicijnen hebt
gebruikt.
Kans op vergiftigingUitlaatgassen bevatten het
kleur- en geurloze maar gifti-
ge koolmonoxide.
Het inademen van uit-
laatgassen is schadelijk
voor de gezondheid en kan
tot bewusteloosheid of zelfs
de dood leiden.
Uitlaatgassen niet inademen.
De motor niet in een afgeslo-
ten ruimte laten draaien.Hoogspanning
Het aanraken van onder
spanning staande delen
van het ontstekingssysteem
562zRijden