Page 49 of 166
Minutenweergave3begint
te knipperen.
Toets 1bedienen.
Met elke toetsbediening
worden de minuten één mi-
nuut doorgeteld.
Toets 1ingedrukt houden,
tot de aanduiding verandert.
De aanduiding knippert niet
meer.
Instelling van de klok beëin-
digd.
Noodstopschakelaar1 Noodstopschakelaar
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens
het rijden kan een blokkerend
achterwiel en daardoor een
val tot gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit
tijdens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op
eenvoudige wijze snel worden
afgezet. De motor kan alleen in
de bedrijfsstand worden
gestart.
Wordt bij ingeschakeld
contact de nooduitscha-
kelaar bediend, dan blijft het
BMW Integral ABS in wer-
king.
A Bedrijfsstand
B Motor uitgeschakeld
447zBediening
Page 50 of 166

Handvatverwarming
SU
1 Schakelaar handvatver-
warming
De handvatten kunnen in
twee fasen worden verwarmd.
De handvatverwarming is
alleen bij draaiende motor
mogelijk. Het door de handgreep-
verwarming veroorzaakte
hogere stroomverbruik kan bij
ritten met lage toerentallen tot
ontlading van de accu leiden.
Bij een te lage accuspan-
ning wordt ter behoud van de startcapaciteit de handgreep-
verwarming uitgeschakeld.
2
Verwarming uit
3 50 % verwarming (één
stip zichtbaar)
4 100 % verwarming (drie
stippen zichtbaar)
KoppelingKoppelingshendel instel-
len
Wordt de stand van het
koppelingsvloeistofre-
servoir veranderd, dan kan er
lucht in het systeem komen. Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het instellen van de kop-
pelingshendel tijdens het
rijden kan tot ongevallen lei-
den.
De koppelingshendel alleen
instellen als de motorfiets stil-
staat.
Stelbout 1rechtsom draai-
en.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer u tegelijkertijd de
448zBediening
Page 51 of 166

koppelingshendel naar voren
drukt.Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
koppelingshendel wordt
kleiner.RemRemhendel instellen
Als de stand van het
remvloeistofreservoir
wordt veranderd, kan er lucht
in het remsysteem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het instellen van de rem-
hendel tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De remhendel alleen instellen
als de motorfiets stilstaat. Stelbout
1rechtsom draai-
en.
De stelschroef heeft een
arretering en kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer u tegelijkertijd de
remhendel naar voren drukt.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt groter.
Stelbout 1linksom draaien.
Afstand tussen handvat en
remhendel wordt kleiner.
VerlichtingParkeerlicht inschakelenHet parkeerlicht wordt auto-
matisch tegelijk met het con-
tact ingeschakeld.
Het stadslicht belast
de accu. Het contact
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.Dimlicht inschakelenHet dimlicht wordt automa-
tisch ingeschakeld na het
starten van de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inscha-
kelen, door bij ingeschakeld
contact het grootlicht in te
schakelen of het lichtsignaal
te bedienen.
449zBediening
Page 52 of 166

Grootlicht inschakelenSchakelaar grootlicht1bo-
ven bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1in
middenstand zetten.
Grootlicht uitgeschakeld.
Schakelaar grootlicht 1on-
der bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht
ingeschakeld (lichtsignaal).Parkeerlicht inschakelenContact uitschakelen. Het parkeerlicht kan al-
leen direct na het afzet-
ten van het contact worden
ingeschakeld.
Toets richtingaanwijzers
links 1ingedrukt houden,
tot het parkeerlicht is inge-
schakeld.
Parkeerlicht uitschake-
lenContact inschakelen
Parkeerlicht uitgeschakeld
KoplampKoplampinstelling
rechts-/linksrijdend
verkeerBij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van
de motorfiets is afgegeven,
verblindt het asymmetrische
dimlicht het tegemoetkomen-
de verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan
de betreffende omstandighe-
den aan te laten passen.
Universeel plakband be-
schadigt het kunststof-
glas.
Gebruik alleen speciale zwar-
te folie voor carrosserietoe-
passingen die geleverd wordt
door de vakhandel.
450zBediening
Page 53 of 166
RichtingaanwijzersRichtingaanwijzers links
inschakelenContact inschakelen
Toets richtingaanwijzers
links1bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers links in-
geschakeld. Controlelamp richtingaan-
wijzers links knippert.
Richtingaanwijzers
rechts inschakelenContact inschakelen
Toets richtingaanwijzers
rechts
2bedienen.
Na circa 10 seconden
rijden of een afstand van
circa 200 m worden de rich-
tingaanwijzers automatisch
uitgeschakeld.
Richtingaanwijzers rechts
ingeschakeld. Controlelamp richtingaan-
wijzers rechts knippert.
Richtingaanwijzers uit-
schakelenToets richtingaanwijzers
uit
3bedienen.
Richtingaanwijzers uitge-
schakeld
Controlelampen richtingaan-
wijzers uit.
451zBediening
Page 54 of 166
BuddyseatBuddyseat verwijderen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Sleutel in het buddyseatslot
linksom draaien.Buddyseat daarbij als on-
dersteuning naar beneden
drukken.
Buddyseat achter oplichten. Als de buddyseat op
een ruw oppervlak wordt
neergelegd, kunnen de ran-
den ervan beschadigd wor-
den.
De buddyseat met de beklede
zijde op een gladde en scho-
ne ondergrond leggen, bijv.
op de tank.
De sleutel loslaten en de
buddyseat naar achteren uit
de houder trekken.
Buddyseat aanbrengenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
452zBediening
Page 55 of 166
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt ge-
duwd, bestaat het gevaar dat
hij van de standaard wordt
gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets
stevig staat.
Buddyseat naar voren in de
houders 1drukken. Buddyseat door de vergren-
deling krachtig naar bene-
den duwen.
Buddyseat vergrendelt
hoorbaar.
HelmhaakHelmhouder onder de
buddyseatOnder de buddyseat bevindt
zich de helmhouder
1. Hier-
aan kan een motorhelm wor-
den gehangen.Helmhaak gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen.
( 52)
453zBediening
Page 56 of 166
De kinbandsluiting kan
de bekleding beschadi-
gen.
Bij het inhangen op de positie
van het helmslot letten.
Aan de rechterzijde van
de motorfiets kan de
helm worden beschadigd
door de hitte van de uitlaat-
demper.
De helm alleen aan de linker-
zijde van de motorfiets beves-
tigen.
De helm met de als acces-
soire verkrijgbare staalkabel aan de helmhouder
1be-
vestigen.
BagagelussenBagagelussen onder de
buddyseatAan de onderzijde van de
buddyseat bevinden zich de
lussen 1ter bevestiging van
bagagebanden.Bagagelussen gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is. Buddyseat verwijderen.
( 52)
Buddyseat omdraaien.
Lussen
1uit bevestigin-
gen 2trekken.
454zBediening