Page 65 of 165
Toets1bedienen.
De actuele instelling wordt
weergegeven.
De melding verdwijnt na enkele
seconden automatisch.Demping instellenContact inschakelen.
De demping kan tijdens het
rijden worden ingesteld. Toets
1bedienen.
Actuele instelling wordt weer-
gegeven.
Toets 1steeds eenmaal bedie-
nen.
Uitgaande van de actuele stand
worden achtereenvolgens aange-
geven:
COMF
comfortabele demping
NORM
normale demping
SPORT
sportieve demping
Worden geen wijzigingen uitge-
voerd, dan wordt de demping
zoals weergegeven ingesteld.
Veervoorspanning
instellenMotor starten. De veervoorspanning kan
niet tijdens het rijden wor-
den ingesteld.
Toets 1bedienen.
Actuele instelling wordt weer-
gegeven.
Toets 1ingedrukt houden, tot
de aanduiding verandert.
Uitgaande van de actuele stand
worden achtereenvolgens aange-
geven:
463zBediening
Page 66 of 165

Solo
Solo met bagage
Met passagier (en bagage)
Worden geen wijzigingen meer
uitgevoerd, dan worden de
veervoorspanning en eventu-
eel de demping zoals weerge-
geven ingesteld. De weergave
knippert, terwijl de veervoor-
spanning wordt ingesteld.
Voordat verder wordt gereden
de instelprocedure (weergave
knippert) afwachten.
BandenBandenspanning
controlerenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is. Onjuiste bandenspanning
verslechtert de rijeigen-
schappen van de motorfiets en
reduceert de levensduur van de
banden.
Zorg voor een correcte
bandenspanning.
Een ventiel heeft de nei-
ging om bij hoge snelheden
door de centrifugaalkracht vanzelf
open te gaan.
Om een plotseling bandenspan-
ningsverlies te voorkomen, me-
talen ventieldopjes met rubberaf-
dichting gebruiken en deze goed
aandraaien.
De correcte bandenspanning
aan de hand van de volgende
gegevens controleren.
Bandenspanning voor
2,5 bar (Rijden zonder pas-
sagier, bij koude banden) Bandenspanning voor
2,5 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij kou-
de banden) Bandenspanning achter
2,9 bar (Rijden zonder pas-
sagier, bij koude banden)
2,9 bar (Rijden met duopas-
sagier en/of bagage, bij kou-
de banden)
Als de bandenspanning te laag is: Bandenspanning corrigeren.
KoplampKoplampafstelling rechts-/
linksrijdend verkeerBij het rijden in landen waar
aan de andere zijde van de
weg wordt gereden dan in het
land waar het kenteken van de
464zBediening
Page 67 of 165

motorfiets is afgegeven, verblindt
het asymmetrische dimlicht het
tegemoetkomende verkeer.
Gaat u naar een specialist, bij
voorkeur een BMW Motorrad
dealer, om de koplamp aan de
betreffende omstandigheden aan
te laten passen.Universeel plakband be-
schadigt het kunststofglas.
Om beschadiging van het kunst-
stofglas te voorkomen contact
opnemen met een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.Koplampafstelling en
veervoorspanningDe lichtbundel blijft in de regel
constant door de aanpassing van
de veervoorspanning aan de be-
ladingstoestand.
Alleen bij zeer zware belading
kan de aanpassing van de veer-
voorspanning ontoereikend zijn.
In dit geval moet de koplampaf- stelling worden aangepast aan
het gewicht.
Twijfelt u aan de correc-
te koplampbasisinstelling,
gaat u dan naar een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.
Koplamphoogteverstelling1 Koplamphoogteverstelling
Bij zeer zware belading kan de
aanpassing van de veervoorspan-
ning ontoereikend zijn. Om de
tegenliggers niet te verblinden
kan de koplamp worden versteld
met de zwenkhendel. A
Normale stand
B Stand bij zware belading
BuddyseatBuddyseat verwijderen.De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
465zBediening
Page 68 of 165
De sleutel in het buddyseatslot
linksom draaien.
Buddyseat daarbij als onder-
steuning naar beneden druk-
ken.Buddyseat achter oplichten.
Als de buddyseat op een
ruw oppervlak wordt ge-
legd, kunnen de zijkanten be-
schadigd worden.
De buddyseat met de beklede
zijde op een gladde en schone
ondergrond leggen, bijv. op de
tank.
De sleutel loslaten en de bud-
dyseat naar achteren uit de
houder trekken.
Buddyseat aanbrengen
Als de motorfiets te sterk
naar voren wordt geduwd,
bestaat het gevaar dat hij van de
standaard wordt gedrukt.
Erop letten dat de motorfiets ste-
vig staat.
Buddyseat naar voren in de
houders 1drukken.
466zBediening
Page 69 of 165
Buddyseat door de vergren-
deling krachtig naar beneden
duwen.
Buddyseat vergrendelt hoor-
baar.HelmhaakHelm aan motorfiets
beveiligenBuddyseat verwijderen. ( 65)Helm met behulp van de als
speciale accessoire verkrijgba-
re staalkabel aan één van de
helmhaken
1of 2bevestigen. De kinbandsluiting kan de
bekleding beschadigen.
Bij het inhangen op de positie
van het helmslot letten.
Daartoe de staalkabel door de
Helm leiden en kabelogen over
de houder schuiven.
Buddyseat aanbrengen ( 66)
467zBediening
Page 70 of 165
BagagelussenBagagelussen onder de
buddyseatAan de onderzijde van de bud-
dyseat bevinden zich de lus-
sen1ter bevestiging van baga-
gebanden. In combinatie met de
ogen 2aan de handgrepen kan
bagage op de duo-buddyseat
worden vastgezet.Bagagelussen gebruikenDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Buddyseat verwijderen. ( 65) Buddyseat omdraaien.
Lussen
1uit de houder 3trek-
ken en naar buiten leggen.
In de lussen kunnen bagage-
banden worden bevestigd.
Buddyseat aanbrengen ( 66)
468zBediening
Page 71 of 165
Rijden
Rijden
Veiligheidsvoorschriften . ............. 70
Controlelijst . . . ....................... 71
Starten ............................... 72
Inrijden ............................... 75
Remmen ............................. 75
Motorfiets neerzetten ................ 76
Tanken .............................. 78
569zRijden
Page 72 of 165

Veiligheidsvoorschrif-
tenMotorfietsaccessoiresGeen rit zonder de juiste kleding!
Draag altijdHelm
Beschermende kleding
Handschoenen
Laarzen
Dit geldt trouwens ook voor kor-
te trajecten en in welk jaargetij-
de dan ook. Uw BMW Motorrad
dealer kan u adviseren en heeft
voor elk gebruiksdoel de correcte
kleding.SnelheidBij het rijden met hoge snelhe-
den kunnen verschillende om-
standigheden het rijgedrag van
de motorfiets negatief beïnvloe-
den: Instelling van het veer- en
dempersysteem
Ongelijkmatig verdeelde baga-
ge
Losse kleding
te lage bandenspanning
Slecht bandenprofiel:
etc.
Correct beladen
Overbelading en ongelijk-
matige belading kan de rij-
stabiliteit van de motorfiets beïn-
vloeden.
Het maximaal toelaatbaar totaal-
gewicht niet overschrijden en de
aanwijzingen voor het beladen in
acht nemen.
Alcohol en drugs
Reeds kleine hoeveelheden
alcohol of drugs kunnen uw
waarnemings-, beoordelings- en
beslissingsvermogen evenals uw
reflexen aanzienlijk beïnvloeden.
Het gebruik van medicijnen kan deze invloeden nog verder ver-
sterken.
Niet rijden als u alcohol, drugs
en/of medicijnen hebt gebruikt.
Kans op vergiftigingUitlaatgassen bevatten het kleur-
en geurloze maar giftige koolmo-
noxide.
Het inademen van uitlaat-
gassen is schadelijk voor de
gezondheid en kan tot bewuste-
loosheid of zelfs de dood leiden.
Uitlaatgassen niet inademen.
De motor niet in een afgesloten
ruimte laten draaien.Hoogspanning
Het aanraken van onder
spanning staande delen van
het ontstekingssysteem bij draai-
ende motor kan tot elektrische
schokken leiden.
Bij draaiende motor geen onder-
570zRijden