Page 105 of 165

Remvloeistofpeil, achter
Remvloeistof DOT4
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering ko-
men. (Remvloeistofreservoir
horizontaal)
Als het remvloeistofpeil tot onder
het toegestane peil daalt: Het defect zo snel mogelijk
door een specialist laten ver-
helpen, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer.
KoppelingWerking koppeling
controlerenKoppelingshendel bedienen.
Er moet een duidelijk drukpunt
voelbaar zijn.
Er is geen duidelijk drukpunt
merkbaar: De koppeling bij een specialist
laten controleren, bij voorkeur
een BMW Motorrad dealer.Koppelingsvloeistofpeil
controlerenDe motorfiets rechtop houden
en erop letten dat de onder-
grond vlak en stevig is
Met OA Middenstandaard:
De motorfiets op de midden-
standaard plaatsen en erop let-
ten dat de ondergrond vlak en
stevig is.
Stuur in rechtuitstand zetten. Koppelingsvloeistofpeil op re-
servoir
1aflezen.
Door slijtage van de koppe-
ling stijgt het vloeistofpeil
in het vloeistofreservoir voor de
koppeling.
8103zOnderhoud
Page 106 of 165

Koppelingsvloeistofpeil
Het koppelingsvloeistofpeil
mag niet dalen.
Daalt het vloeistofpeil: Ongeschikte vloeistoffen
kunnen tot schade aan het
koppelingssysteem leiden.
Er mogen geen vloeistoffen wor-
den bijgevuld.
De storing zo snel mogelijk
door een specialist laten ver-
helpen, bij voorkeur een BMW
Motorrad dealer. Het koppelingssysteem is
met een speciale hydrau-
lische vloeistof gevuld, die niet
hoeft te worden ververst.
BandenBandenprofieldiepte
meten
Het rijgedrag van uw mo-
torfiets kan zich reeds vóór
het bereiken van de wettelijke
voorgeschreven minimum profiel-
diepte negatief wijzigen.
De banden daarom reeds vóór
het bereiken van de minimum
profieldiepte laten vervangen.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Bandenprofieldiepte in de
hoofdprofielgroeven met
slijtage-indicatoren meten. Op elke band bevinden zich
slijtagemarkeringen die in
het hoofdprofiel zijn geïntegreerd.
Indien de slijtagemarkeringen
zichtbaar zijn, is de band volle-
dig versleten. De posities van de
slijtagemarkeringen zijn op de zij-
kant van de band aangegeven,
bijv. door de letters TI, TWI of
door een pijl.
Als de minimale profieldiepte is
bereikt:
Betreffende band(en) vervan-
gen.
VelgenVisuele controleDe motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
Velgen visueel op defecten
controleren.
Beschadigde velgen contro-
leren en zo nodig laten ver-
8104zOnderhoud
Page 107 of 165

nieuwen, bij voorkeur door een
BMW Motorrad dealer.WielenAanbevolen bandenVoor elke bandenmaat zijn be-
paalde bandenmerken door BMW
Motorrad getest, als verkeersvei-
lig beoordeeld en goedgekeurd.
Van andere banden kan BMW
Motorrad de geschiktheid van
het product niet beoordelen en
daarom niet instaan voor de rij-
veiligheid.
BMW Motorrad adviseert, alleen
banden te gebruiken, die door
BMW Motorrad zijn getest en
goedgekeurd.
Uitvoerige informatie krijgt u bij
uw BMW Motorrad dealer of via
internet onder "www.bmw-motor-
rad.com".
RDC-sticker
SU
De RDC-sensoren kunnen
bij ondeskundige bandde-
montage worden beschadigd.
De BMW Motorrad dealer of de
specialist melden dat het wiel van
een RDC-sensor is voorzien.
Bij motorfietsen met RDC
bevindt zich op de velg op de
plaats van de RDC-sensor een
overeenkomstige sticker. Bij
vervanging van de band ervoor
zorgen dat de RDC-sensor niet
wordt beschadigd. De BMW
Motorrad dealer of de specialist op de RDC-sensor opmerkzaam
maken.
Voorwiel uitbouwenDe motorfiets op de hulpstan-
daard zetten; BMW Motorrad
adviseert de BMW Motorrad
achterwielstandaard.
Achterwielstandaard monteren
( 114)
Met OA Middenstandaard:
De motorfiets op de midden-
standaard plaatsen en erop let-
ten dat de ondergrond vlak en
stevig is.
8105zOnderhoud
Page 108 of 165
Bouten1links en rechts ver-
wijderen.
Voorspatbord naar voren eruit
trekken. In uitgebouwde toestand
kunnen de remblokken zo
ver naar elkaar toe worden ge-
drukt, dat ze bij de montage niet
over de remschijf passen.
De remhendel bij uitgebouwde
remklauwen niet bedienen.
Bevestigingsbouten 3van de
remklauwen links en rechts
verwijderen. Remblokken in remklauw
4
door draaiende bewegingen A
tegen de remschijf 5iets uit
elkaar drukken.
De gedeelten van de velg af-
plakken die bij het verwijderen
van de remklauwen kunnen
worden beschadigd.
Remklauwen naar achteren en
naar buiten toe voorzichtig van
de remschijven trekken.
Bij het verwijderen van de lin-
ker remklauw erop letten dat
de ABS-sensordraad niet wordt
beschadigd.
De motorfiets aan de voorzij-
de omhoog brengen, totdat
8106zOnderhoud
Page 109 of 165

het voorwiel vrij kan draaien.
Voor het omhoog brengen van
de motorfiets adviseert BMW
Motorrad de BMW Motorrad
voorwielstandaard.
Voorwielstandaard monteren
( 112)De linker asklembout klemt
de draadbus vast in de
voorwielgeleiding. Een slecht
uitgelijnde draadbus heeft een
onjuiste afstand tussen ABS-sen-
sorring en ABS-sensor tot gevolg
en leidt daardoor tot functiesto-
ringen van het ABS-systeem of tot onherstelbare beschadiging
van de ABS-sensor.
Om de correcte uitlijning van de
draadbus te garanderen, moet
de linker asklembout niet worden
losgedraaid of uitgebouwd.
Rechter asklembout 6losdraai-
en.
Steekas 7verwijderen; hierbij
het wiel ondersteunen.
Voorwiel in de voorwielgelei-
ding op de grond zetten.
Bij het wegrollen van het
voorwiel kan de ABS-sen-
sor worden beschadigd.
Bij het wegrollen van het voorwiel
op de ABS-sensor letten.
Voorwiel naar voren rollen en
verwijderen.
Voorwiel inbouwen
ABS-functiestoringen door
een onjuist toerentalsignaal.
Er zijn verschillende gesegmen-
teerde sensorringen, die niet mo- gen worden verwisseld. Alleen
de voor het betreffende model
bestemde sensorring monteren.
Boutbevestigingen die met
een onjuist aantrekkoppel
zijn vastgezet kunnen losraken
of de boutbevestigingen kunnen
beschadigd raken.
Aanhaalmomenten altijd laten
controleren door een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.
Het voorwiel moet in draai-
richting worden ingebouwd.
Op de draairichtingspijlen op de
band of de velg letten.
Bij de volgende werkzaam-
heden kunnen onderde-
len van de voorwielrem, vooral
het BMW Motorrad Integral ABS
worden beschadigd.
Erop letten dat geen onderde-
len van het remsysteem wor-
den beschadigd, vooral de ABS-
8107zOnderhoud
Page 110 of 165
sensor met draad en de ABS-
sensorring.Voorwiel in de wielophanging
rollen.
Voorwiel optillen, steekas 7
aanbrengen en met het voor-
geschreven aantrekkoppel vast-
zetten.
Steekas in draadbus
50 Nm
Rechter asklembout 6met het
voorgeschreven aantrekkoppel
vastzetten. Klembout aan steekas in
naafstuk
19 Nm
Voorwielstandaard verwijderen.
Remklauwen op de remschij-
ven aanbrengen.
De draad van de ABS-sen-
sor kan doorslijten als deze
tegen de remschijf aanligt.
Op een correcte ligging van de
ABS-sensorkabel letten.
ABS-sensorkabel zorgvuldig
aanbrengen. Hierbij erop let-
ten dat de ABS-sensorkabel in de bevestigingsklemmen
8
aangebracht is.
Bevestigingsbouten 3links en
rechts aanbrengen en met het
voorgeschreven aantrekkoppel
vastzetten.
Remklauw, voor, aan
naafstuk
30 Nm
Bescherming op de velg verwij-
deren.
Remhendel enkele malen
krachtig bedienen tot het
drukpunt voelbaar is.
8108zOnderhoud
Page 111 of 165
Voorspatbord aanbrengen en
bouten1links en rechts aan-
brengen.
Zo nodig achterwielstandaard
verwijderen.Achterwiel uitbouwenDe motorfiets op de hulpstan-
daard zetten; BMW Motorrad
adviseert de BMW Motorrad
achterwielstandaard.
Achterwielstandaard monteren
( 114)
Met OA Middenstandaard:
De motorfiets op de midden-
standaard plaatsen en erop let- ten dat de ondergrond vlak en
stevig is.
Bout
1van de uitlaatafdek-
king 2verwijderen.
Afdekking naar achteren trek-
ken. Bevestigingsklem
3bij de uit-
laatdemper losmaken.
Het vet op de klem niet verwij-
deren.
8109zOnderhoud
Page 112 of 165

Bout4van de uitlaatdemper-
steun aan de voetsteun van de
duopassagier verwijderen.
Uitlaatdemper naar buiten
draaien.
De eerste versnelling inschake-
len. Bevestigingsbouten
5van het
achterwiel verwijderen, hierbij
het wiel ondersteunen.
Bij gebruik van de BMW Mo-
torrad achterwielstandaard: de
borgring verwijderen.
Achterwiel op de grond zetten.
Achterwiel naar achteren weg-
rollen.
Bij gebruik van de BMW Mo-
torrad achterwielstandaard: de
borgring weer aanbrengen.
Achterwiel inbouwenBij gebruik van de BMW Mo-
torrad achterwielstandaard: de
borgring verwijderen. Achterwiel in de achterwielop-
hanging rollen.
Achterwiel op de achterwiel-
naaf aanbrengen.
Bij gebruik van de BMW Mo-
torrad achterwielstandaard: de
borgring weer aanbrengen.
Boutbevestigingen die met
een onjuist aantrekkoppel
zijn vastgezet kunnen losraken
of de boutbevestigingen kunnen
beschadigd raken.
Aanhaalmomenten altijd laten
controleren door een specialist,
bij voorkeur een BMW Motorrad
dealer.
8110zOnderhoud