Page 17 of 165
Stuurhendel, links1Bediening van de kilome-
terteller ( 47), Bediening
van de boordcomputer
SU
( 49)
2 Bediening van de ASC
SU
( 58)
3 Bediening van de ESA
SU
( 62)
4 Claxon
5 Richtingaanwijzers links
( 55), Waarschuwings-
knipperlichtinstallatie
( 55)
6 Grootlicht en lichtsignaal
( 54)
215zOverzichten
Page 18 of 165
Stuurhendel, rechts1Noodstopschakelaar
( 57)
2 Startknop ( 72)
3 Handvatverwarming
SU
( 57)
4 Richtingaanwijzers rechts
( 55), Waarschuwings-
knipperlichtinstallatie
( 55)
5 Richtingaanwijzers uit
( 55), Waarschu-
wingsknipperlichten uit
( 56)
216zOverzichten
Page 19 of 165
Instrumentenpaneel1Toerenteller
2 Snelheidsmeter
3 Controlelampen ( 20)
4 Multifunctioneel display
( 20)
5 Controlelamp DWA (SU) en
sensor voor instrumenten-
verlichting
6 Weergave selecteren
( 47)
Dagteller terugzetten
( 48)
Klok instellen ( 46)
De verlichting van het in-
strumentenpaneel is met
een automatische dag-/nachtom-
schakeling uitgerust.
217zOverzichten
Page 20 of 165
Koplamp1Grootlicht
2 Dimlicht
3 Stadslicht
218zOverzichten
Page 21 of 165
Aanduidingen
Aanduidingen
Standaard meldingen................ 20
Weergaven met boordcompu-
ter
SU
................................. 22
Meldingen met bandenspannings-
controle RDC
SU
..................... 22
Standaard-waarschuwingen .......... 22
Waarschuwingen van de boordcom-
puter
SU
.............................. 28
ABS-waarschuwingen . . . ............ 30
ASC-waarschuwingen
SU
............. 33
RDC-waarschuwingenSU
............ 36
DWA-waarschuwingen
SU
............ 40
319zAanduidingen
Page 22 of 165
Standaard meldingenMultifunctioneel display1Klok ( 46)
2 Versnelling ( 20)
3 Koelvloeistoftemperatuur
( 20)
4 Kilometerteller ( 47)
5 Benzinevoorraad ( 20)
Controlelampen1Richtingaanwijzers links
2 Grootlicht
3 Stationair
4 Richtingaanwijzers rechtsBenzinevoorraad
De liggende balken onder
het benzinepompsymbool
geven de resterende benzine-
voorraad aan.
Na het tanken wordt nog gedu-
rende korte tijd het vorige niveau
weergegeven, voordat de weer-
gave wordt geactualiseerd.
Versnelling
De ingeschakelde versnel-
ling resp.
Nvoor neutraal
wordt weergegeven.
Als geen versnelling is in-
geschakeld, brandt boven-
dien de controlelamp voor de
neutraalstand.
Koelvloeistoftemperatuur
De dwarsbalken onder het
temperatuursymbool geven
de hoogte van de koelvloeistof-
temperatuur aan.
320zAanduidingen
Page 23 of 165

ServicemeldingAls de resterende tijd tot de vol-
gende service korter dan een
maand is, dan wordt de service-
datum aansluitend op de Pre-Ri-
de Check korte tijd weergegeven.
Maand en jaar worden, geschei-
den door een streep, ieder met
twee cijfers weergegeven: in dit
voorbeeld betekent de melding
"maart 2007".Wanneer veel kilometers per jaar
worden gereden, kan het onder
bepaalde omstandigheden nodig
zijn om reeds voor de ingevulde
termijn voor een jaarlijkse servi-
cebeurt langs te komen. Als de
resterende afstand tot de volgen-
de service minder dan 1000 kilo-
meter is, worden de resterende
kilometers in stappen van 100
km afgeteld en na de Pre-Ride
Check kort weergegeven.
Als de onderhoudstermijn is
overschreden, gaat naast de
datum- resp. kilometerweergave
ook de algemene waarschu-wingslamp geel branden. De
onderhoudsmelding wordt
continu weergegeven.
Verschijnt de onderhoud-
smelding reeds meer dan
een maand vóór de onderhouds-
termijn of blijft de onderhoud-
smelding na het overschrijden
van de onderhoudstermijn niet
staan, dan moet de in het instru-
mentenpaneel opgeslagen datum
worden ingesteld. Deze situatie
kan zich voordoen wanneer de
accu langdurig losgekoppeld is
geweest.
Voor het instellen van de datum
contact opnemen met een speci-
alist, bij voorkeur een BMW Mo-
torrad dealer.
321zAanduidingen
Page 24 of 165
Weergaven met
boordcomputer
SU
1 Weergavegedeelte van de
boordcomputerSU
( 49)
Meldingen met ban-
denspanningscontrole
RDC
SU
1 Bandenspanningen afgewis-
seld met de klok als extra
waarde van de boordcom-
puter.
SU
( 53)
Standaard-waarschu-
wingenWeergave
Waarschuwingen worden door de
algemene waarschuwingslamp 1
in combinatie met een waarschu-
wingsmelding, bijv. 2of een van
de waarschuwingssymbolen 3
aangegeven. Afhankelijk van de
ernst van de waarschuwing gaat
de algemene waarschuwings-
lamp rood of geel branden. Als
meerdere waarschuwingen van
kracht zijn, worden alle betreffen-
de waarschuwingslampen en -
symbolen weergegeven en wor-
322zAanduidingen