Page 57 of 128

UW PARTNER IN DETAIL57
Voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op depassagiersstoel** Kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrich-ting op de passagiersstoel wordenvervoerd, behalve als de achterzit-plaatsen al bezet zijn door anderekinderen of als de achterbank nietbruikbaar is (verwijderd, neergek-lapt). Zet in dat geval de passa-giersstoel in de middelste stand enschakel de airbag niet uit. Het kinderzitje mag tegen de rijrich- ting in worden aangebracht. In dezestand is het verplicht de airbag aanpassagierszijde uit te schakelen.Anders kan het kind bij het afgaanvan de airbag levensgevaarlijkgewond raken.
ALGEMENE INFORMATIE MET BETREKKING TOT KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhan-kelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- Sinds 1992 dienen kinderen jonger dan 10 jaar in gehomologeerde*, aan het
lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels uitgeruste
plaatsen te worden vervoerd.
- Kinderen van minder dan 9 kg moeten zowel voor- als achterin tegen de rijrichting in worden vervoerd. PEUGEOT raadt u aan uw kind tegen de
rijrichting in te vervoeren tot de leeftijd van 2 jaar.
- De veiligste plaats voor een kinderzitje is volgens de statistieken eenplaats op de achterbank van uw auto. PEUGEOT beveelt u dan ook aan het kinderzitje op de achterbank te bevestigen, ook al is het een kinderzitje dat tegen de rijrichting in kanworden bevestigd.
- Als uw kind op een zitverhoging zit, controleer dan of de heupgordel goed over de bovenbenen van het kind ligt. De schoudergordel dient over de schouder
van het kind te liggen, zonder de hals te raken. PEUGEOT raadt u aan een zit-verhoging met rugleuning en een gordelgeleider ter hoogte van de schoudervan het kind te gebruiken.
- Vergeet bij het vastmaken van de veiligheidsgordel of het tuigje van het kin- derzitje niet om de speling tussen de gordel of het tuigje en het lichaam
van het kind tot een minimum te beperken.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Raadpleeg de wettelijke bepalingen van uw land voor de voorschriften met betrekking tot het vervoer van kinderen op de passagiersstoel.
22-12-2003
Page 58 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL
58
ISOFIX-BEVESTIGINGEN De rechter zitplaats achter en de middelste achterzitplaats van uwauto zijn voorzien van ISOFIX-
verankeringen . Deze bestaan uit
twee ringen tussen de rugleuning ende zitting van de stoel.
De ISOFIX kinderzitjes beschikken
over twee sloten die makkelijk kunnenworden verankerd aan deze ringen.
Bij een onjuiste plaatsing van eenkinderzitje in een auto wordt de vei-ligheid van het kind bij een botsingin gevaar gebracht. De ISOFIX-bevestigingen zorgen voor een betrouwbare, degelijke ensnelle montage van het kinderzitje inuw auto.
Een speciaal, gehomologeerd kinder-
zitje is het KIDDY Isofix kinderzitje. Ditkan met "de rug in de rijrichting" wor-den geplaatst voor kinderen vanaf degeboorte tot 13 kg en met "het gezichtin de rijrichting" voor kinderen van 9tot 18 kg. In dit laatste geval moet het kinderzit- je worden bevestigd met de Isofix-bevestigingen, de gordelbeschermeren de veiligheidsgordel. Gebruik als het kinderzitje met de rug in de rijrichting wordt geplaatst zowelde Isofix-bevestigingen als het tuigjevan het kinderzitje. Het is in beide gevallen verplicht de voorstoel in de middelste stand ende rugleuning rechtop te zetten.
Op de middelste achterzitplaats mageen kind uitsluitend met "het gezichtin de rijrichting" worden vervoerd.
Het kinderzitje kan ook wordenbevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix-verankeringen.Het is in dat geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken.
Als het KIDDY kinderzitje met de rug in de rijrichting op de passa-giersstoel is geplaatst, is het ver-plicht de passagiersairbag uit teschakelen. Het kind kan bij het in werking tre- den van de airbag levensgevaar-lijk gewond raken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.
Page 59 of 128
22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL59
DOOR PEUGEOT AANBEVOLEN KINDERZITJES
Behalve ISOFIX-kinderzitjes levert PEUGEOT ook een uitgebreide reeks kinderzitjes die met de veiligheidsgordel kunnen
worden vastgemaakt:
Groep 0+: Vanaf de geboorte tot 13 kg
L1 - "Britax Babysure": wordt zowel voor- als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaakt.Als het zitje voorin is aangebracht, is het verplicht de airbag aan passagierszijde uit te schakelen en de voorstoel in de middelste stand te zetten.
Groep 1: Van 9 tot 18 kg
L2 - "Ršmer Prince": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt. Omwille van de veiligheid van uw kinderen: het gebruik van de gordelbeschermer is verplicht.
Groep 2: Van 15 tot 25 kg
L3 - "Ršmer Vario": wordt achterin met een heupgordel of driepuntsgordel vastgemaakt.
Page 60 of 128

22-12-2003
Laat nooit ŽŽn of meer kin- deren zonder toezicht in
een auto achter. Laat nooit een kind of een
dier in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de autoin de zon staat. Plaats zonneschermen voor de achterste zijruiten om uw jongekinderen tegen de zon te bescher-men. Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter inde de auto.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen en het bevestigen vanhet kinderzitje op. Deze zijn aan-gegeven in de desbetreffendegebruiksaanwijzing. Zorg er bovendien voor dat de achterzijruiten* niet verder danvoor 1/3 deel geopend worden.
* Volgens uitvoering.
UW PARTNER IN DETAIL
60
Groep 2 en 3: Van 15 tot 36 kg
L4- "Recaro Start": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt.
De hoogte en de breedte bij de schouders en de lengte van de zitting moe- ten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld.
L5- "Klippan Optima": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Groep 1, 2 en 3: Van 9 tot 36 kg
L6- "Kiddy Life": wordt achterin met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte bij de schouders en de lengte van de zitting moe- ten naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld. Omwille van de veiligheid van jonge kinderen (van 9 tot 18 kg), raadt
PEUGEOT u aan de gordelbeschermer te gebruiken.
Schakel de airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Page 61 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL61
U: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel goedgekeurd kinderzitje dat met de veiligheidsgordel wordt vastgemaakt, zowel met de "rug in de rijrichting" als met het "gezicht in de rijrichting".
(a) Groep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
(b) De wettelijke voorschriften voor het vervoer van kinderen op de passagiersstoel v——r zijn per land verschillend. Raadpleeg de wetgeving in uw land.
OVERZICHT BEVESTIGING KINDERZITJES Overeenkomstig de Europese wetgeving (Richtlijn 2000/3) geeft het onderstaande overzicht de mogelijkheden aan voor het plaatsen van een universeel goedgekeurd kinderzitje (kinderzitje dat in alle auto's met de veiligheidsgordel kan wordenbevestigd) afhankelijk van het gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Gewicht en leeftijdsindicatie van het kind
Plaats
Gewicht < 13 kg Gewicht van 9 tot 18 kg Gewicht van 15 tot 25 kgGewicht van 22 tot 36 kg(groep 0 (a) en 0+) (groep 1) (groep 2) (groep 3)
Tot ongeveer 1 jaarVan 1 tot 3 jaar ongeveer Van 3 tot 6 jaar ongeveerVan 6 tot 10 jaar ongeveer
Passagiersstoel v——r (b) UU UU
Buitenste UU UU
zitplaats achter
Middelste UU UU
zitplaats achter
Page 62 of 128

22-12-2003
UW PARTNER IN DETAIL
62
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordel
Verlagen of verhogen: Schuif de knop omlaag of omhoog. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
Veiligheidsgordels v——r met pyrotechnische gordelspanners Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners isde veiligheid van de voorste inzitten-den bij frontale aanrijdingen nogverder verbeterd. De gordelspan-ners dienen om, afhankelijk van dekracht van de aanrijding, de veilig-heidsgordels stevig tegen de licha-men van de inzittenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als hetcontact is aangezet.
Veiligheidsgordels achter De zitplaatsen achter zijn voorzien van drie veiligheidsgordels metoprolautomaat (achterbank met intwee delen neerklapbare leuning(1/3 - 2/3)).
De gordel heeft het mees- te effect als deze strak omhet lichaam gedragenwordt.
De gordelspanners kunnen,afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag in het instrumentenpaneelgaat bij het afgaan van de gor-delspanners branden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 63 of 128

UW PARTNER IN DETAIL63
SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de portieren en de tankdop vergrendeldof ontgrendeld worden, kan de pas-sagiersairbag worden uitgeschakelden wordt het contactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van een van de voorportieren kunnende portieren en de achterdeuren gelijk-tijdig vergrendeld of ontgrendeld wor-den. Als ŽŽn van de portieren of de achter- deuren geopend is, werkt de centralevergrendeling niet. Met de afstandsbediening kunnen dezelfde functies worden uitge-voerd.Afstandsbediening
Vergrendelen Druk op de knop
Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richting-aanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgren- deld zonder dat binnen 30 secondeneen van de portieren wordt geopend,wordt de auto automatisch weer ver-grendeld. Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: Druk op de knop A, de plafon-
niers gaan branden en de knip- perlichten knipperen gedurendeenkele seconden.
Batterij van afstandsbedie- ning vervangen Als de batterij van de afstandsbediening leeg is, wordt dit aangegeven door eengeluidssignaal in combinatie met demelding "Batterij afstandsbediening
leeg" op het display.
Wip om de batterij te vervangen het huismet een muntstuk bij het oog los om bijde batterij te komen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het vervan- gen van de batterij niet werkt, moet dezeopnieuw gesynchroniseerd worden. Synchroniseren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk direct gedurende enkele seconden op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder desleutel uit het contactslot. De
afstandsbediening werkt nu weer.
22-12-2003
Page 64 of 128

UW PARTNER IN DETAIL
64
Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande elektronische startblokkering. Decode is afgedekt, verwijder de filmalleen als dit strikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteem zodrahet contact wordt afgezet en voor-komt zo het starten van de motor bijeen inbraak. In de sleutel is een chip aange- bracht die over een specifieke codebeschikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2 e
stand van de sleutel), het verklikker- lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
22-12-2003