Page 97 of 168
695Onderhoud
De remschijf mag via boring 1
van het binnenste remblok niet
zichtbaar zijn. Als de remschijf
zichtbaar is:
• Remblokken laten vervan-
gen, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.Remvloeistofpeil
controleren
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Sterk remmen indien mogelijk
vermijden. c 1
Remvloeistofreservoir,
voor
2MIN -markering
1Remvloeistofreservoir,
achter
2MIN -markering • De motorfiets rechtop
houden of op de midden-
standaard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
horizontaal en stevig is.
• Het stuur in de rechtuitstand plaatsen.
• Het remvloeistofpeil op het reservoir controleren.
Motorfietsen zonder ABS Bij slijtage van de rem-
blokken daalt het remvlo-
eistofpeil in het remvloeistofre-
servoir. c
Het remvloeistofpeil mag niet
onder de MIN-markering
komen. Indien het remvloei-
stofpeil onder de MIN-marke-
ring komt:
Page 98 of 168

Onderhoud696
Bij een te laag remvloei-
stofpeil kan lucht het
remsysteem binnendringen.
Dat leidt tot een sterk vermin-
derde remwerking.
Anticiperend en voorzichtig
remmen, indien mogelijk sterk
afremmen vermijden. c
Tijdens normaal gebruik mag
het remvloeistofpeil niet tot
onder MIN dalen.
• Remblokken controleren.
• Remsysteem op lekkage controleren.
• Defect zo snel mogelijk door een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer. Motorfietsen met ABS
SU
Bij slijtage van de
remblokken blijft het
remvloeistofpeil constant. c
Het dalen van het remvloei-
stofpeil, ook boven de MIN-
markering, duidt op een defect
aan het remsysteem. Indien
het remvloeistofpeil daalt:
• Defect zo snel mogelijk door een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
KoppelingWerking controleren• Koppelingshendel bedienen.
» Er moet een duidelijk druk-punt voelbaar zijn.
Ga niet rijden als u twijfelt aan
de bedrijfszekerheid van de
koppeling. In dit geval: • De koppeling door een
specialist laten controleren,
bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Koppelingsvloeistofpeil
controleren
Als de stand van het kop-
pelingsvloeistofreservoir
wordt gewijzigd, dan kan er
lucht in het systeem komen.
Noch de stuurhendel, noch
het stuur verstellen. c
• De motorfiets loodrecht hou- den resp. op de middenstan-
daardSU zetten, hierbij op
een vlakke, horizontale, en
stevige ondergrond letten.
• Het stuur in de rechtuitstand
plaatsen.
• Het koppelingsvloeistofpeil
op het reservoir controleren.
Page 99 of 168

697Onderhoud
1Koppelingsvloeistofreser-
voir
2MIN -markering
Het koppelingsvloeistofpeil
mag niet onder de MIN-
markering komen. Indien het
vloeistofpeil onder de MIN-
markering daalt, moet het kop-
pelingssysteem zo snel moge-
lijk worden gecontroleerd.
• Defect zo snel mogelijk door
een specialist laten repare-
ren, bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer. Bij slijtage van de koppe-
ling stijgt het vloeistofpeil
in het reservoir. c
Ongeschikte vloeistoffen
kunnen tot schade aan
het koppelingssysteem leiden.
Er mogen geen vloeistoffen
worden bijgevuld. c
Het koppelingssysteem
is met een speciale hy-
draulische vloeistof gevuld, die
niet meer hoeft te worden
ververst.c
WielenVoor elke bandenmaat zijn
bepaalde bandenmerken door
BMW Motorrad getest, als ver-
keersveilig beoordeeld en
goedgekeurd. Bij niet vrijgege-
ven wielen en banden kan
BMW Motorrad de geschikt-
heid van het product niet beoordelen en daarom niet
instaan voor de rijveiligheid.
Alleen wielen en banden
gebruiken die door
BMW Motorrad voor de
betreffende motorfiets zijn
vrijgegeven.
Uitvoerige informatie is ver-
krijgbaar bij uw
BMW motorfietsdealer of op
het internet onder
www.bmw-motorrad.com.
Velgen controleren• De motorfiets op de midden-
standaard
SU of de zijstan-
daard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
stevig is.
• Velgen visueel op defecte plaatsen controleren.
Page 100 of 168

Onderhoud698
• Beschadigde velgen door een specialist, bij voorkeur
een BMW motorfietsdealer,
laten controleren en zo
nodig laten vervangen.Bandenprofieldiepte
controlerenEr geldt de in het betreffende
land wettelijk voorgeschreven
minimale profieldiepte.
Het rijgedrag van uw mo-
torfiets kan reeds vóór
het bereiken van de wettelijk
voorgeschreven minimale pro-
fieldiepte negatief veranderen.
De banden al vóór het berei-
ken van de minimale profiel-
diepte laten vervangen. c
Op elke band zijn slijtage-
markeringen te vinden,
die in het hoofdprofiel zijn geïntegreerd. Indien het profiel
tot de slijtagemarkeringen is
gesleten, is de band volledig
versleten. De posities van de
slijtagemarkeringen zijn op de
zijkant van de band aangege-
ven, bijv. door de letters TI,
TWI of door een pijl.
c
• De bandenprofieldiepte alleen in het hoofdprofiel met
de slijtagemarkeringen
meten.
Voorwiel uitbouwen
Een overzicht van de toe-
gepaste bevestigingsme-
thoden staat op (
b
128). c
Bij de volgende werk-
zaamheden kunnen on-
derdelen van de voorwielrem,
vooral het BMW Integral ABS,
worden beschadigd. Erop letten dat geen onderde-
len van het remsysteem
worden beschadigd, in het bij-
zonder de ABS-sensor met
draad en de ABS-sensor-
ring.
c
• De motorfiets op de midden- standaard
SU of een
geschikte hulpstandaard
plaatsen.
Wij adviseren hiervoor de
BMW achterwielstan-
daard. c
Page 101 of 168
699Onderhoud
•Bouten1 links en rechts
verwijderen.
• Afdekking van de wielgelei- ding verwijderen.
• Bevestigingsbouten 2 van
de remklauwen links en
rechts verwijderen. • Remzuigers
3 door draai-
ende bewegingen A tegen
de remschijven 4 iets uit
elkaar drukken.
In uitgebouwde toestand
kunnen de remblokken
zo ver uit elkaar worden ge-
drukt, dat ze bij de montage
niet tegen de remschijf komen.
De remhendel bij uitgebouwde
remklauwen niet bedienen. c• De gedeelten van de velg
afplakken die bij het verwij-
deren van de remklauwen
kunnen worden beschadigd.
• Remklauwen naar achteren
en naar buiten toe van de
remschijf trekken.
Indien de motorfiets op
de middenstandaard
SU
staat: Als de motorfiets aan de
voorzijde te ver wordt opgetild,
komt de middenstandaard los
van de grond en kan de motor-
fiets opzij vallen.
Erop letten dat de midden-
standaard bij het optillen op de
bodem blijft staan. c
Page 102 of 168
Onderhoud6100
• Motorfiets met de BMW Motorrad voorwiel-
steun optillen (
b
106), tot
het voorwiel vrij kan draaien. • Rechter steekasklembout
5
losdraaien.
• Steekas 6 verwijderen; hier-
bij het wiel ondersteunen.
De linker steekasklem-
bout fixeert de schroef-
draadbus in de voorwielgelei-
ding. Een onjuist uitgelijnde
schroefdraadbus leidt tot een
foutieve afstand tussen de
ABS-sensorring en de ABS-
sensor en daarmee tot het fou-
tief functioneren van het ABS-
systeem of het defect raken
van de ABS-sensor.
Om de correcte uitlijning van
de schroefdraadbus te waar-
borgen, de linker steekas-
klembout niet losdraaien of
verwijderen. c BMW Motorrad biedt een
adapter aan om de stee-
kas te verwijderen. Deze ad-
apter kan in combinatie met
een universele steek- of ring-
sleutel met sleutelwijdte 22
worden gebruikt. De adapter
met het BMW speciaal ge-
reedschap nummer 36 3 690 is
verkrijgbaar bij uw BMW mo-
torfietsdealer. c
Page 103 of 168

6101
Onderhoud
• Voorwiel in de voorwielgelei-ding op de grond zetten.
• Voorwiel naar voren rollen en verwijderen.Voorwiel inbouwen
Een overzicht van de
toegepaste bevestigings-
methoden en de betreffende
aanhaalmomenten staat op
(
b
128). c
Schroefdraadverbindin-
gen die met een verkeerd
aanhaalmoment zijn aange-
trokken, kunnen loskomen of
tot schade aan de boutverbin-
ding leiden.
De aanhaalmomenten beslist
bij een specialist, bij voorkeur
een BMW motorfietsdealer,
laten controleren. c Bij de volgende werk-
zaamheden kunnen on-
derdelen van de voorwielrem,
vooral het BMW Integral ABS,
worden beschadigd.
Erop letten dat geen onderde-
len van het remsysteem wor-
den beschadigd, vooral de
ABS-sensor met kabel en de
ABS-sensorring. c
Het voorwiel moet in
draairichting worden in-
gebouwd.
Op de draairichtingspijlen op
de band en op de velg letten. c• Voorwiel in de voorwielgelei-
ding rollen.
• Voorwiel optillen, steekas 6
aanbrengen en met 50 Nm
vastzetten.
• De rechter steekasklem-
bout 5 met 19 Nm vastzet-
ten.
• Voorwielsteun verwijderen.
• Remklauwen over de rem- schijven schuiven.
Page 104 of 168

Onderhoud6102
• Bevestigingsbouten 2 van
de remklauwen links en
rechts aanbrengen en met
30 Nm vastzetten.
De kabel van de ABS-
sensor kan doorslijten als
deze tegen de remschijf aan li-
gt.
De ABS-sensorkabel op zoda-
nige wijze aanbrengen, dat
voldoende afstand tot de
remschijf gewaarborgd is. c• De bekleding van de wielge-
leiding aanbrengen en de
bevestigingsbouten 1 hand-
vast aandraaien.
• Bescherming op de velg verwijderen.
Om de remblokken weer tegen
de remschijf te laten aanlig-
gen, moet de voorwielrem
enkele malen worden bediend.
Zonder BMW Integral ABS:
• Remhendel enkele malen krachtig bedienen tot het
drukpunt voelbaar is. Met BMW Integral ABS
SU:
• Contact aanzetten.
• Zelfdiagnose afwachten
(b
59)
.
• Remhendel enkele malen
krachtig bedienen tot het
drukpunt voelbaar is.
Niet volledig tegen de
remschijven aanliggende
remblokken leiden tot een ver-
traagde remwerking.
Vóór het begin van de rit con-
troleren of de remmen zonder
vertraging werken. cAchterwiel uitbouwen
Een overzicht van de toe-
gepaste bevestigingsme-
thoden staat op (
b
128). c
• De motorfiets op de midden- standaard
SU of een
geschikte hulpstandaard
plaatsen.