Page 89 of 168
687Onderhoud
Boordgereedschap ...................... 89
Motorolie ....................................... 89
Koelvloeistof ................................. 92
Remmen ........................................ 93
Koppeling ...................................... 96
Wielen ............................................ 97
Voorwielsteun ............................. 106
Achterwielsteun ......................... 108
Gloeilampen ................................ 109
Starthulp ...................................... 114
Accu ............................................ 115
Spatbescherming ....................... 119Onderhoud
Page 90 of 168
Onderhoud688
In het hoofdstuk "Onderhoud"
worden werkzaamheden voor
het vervangen van slijtagede-
len beschreven die eenvoudig
zijn uit te voeren.
De bij de betreffende onderde-
len toegepaste bevestigings-
methoden zijn vermeld op
(b
128). Aan de hand van
deze tabel kunt u het
benodigde gereedschap kie-
zen.
Indien bij de montage rekening
moet worden gehouden met
speciale aanhaalmomenten
zijn deze eveneens genoemd.
Schroefdraadverbindingen
waarvoor passend gereed-
schap in het boordgereed-
schap aanwezig is, zijn
aanvullend aangeduid. Als u geïnteresseerd bent in
verdergaande werkzaamhe-
den, verwijzen wij u naar de bij
uw motorfiets horende repara-
tiehandleiding op cd-rom.
Deze is verkrijgbaar bij uw
BMW motorfietsdealer.
Page 91 of 168
689Onderhoud
BoordgereedschapHet boordgereedschap
bevindt zich aan de onderzijde
van de buddyseat.
Een aanvullende gereed-
schapset is verkrijgbaar bij uw
BMW motorfietsdealer.
Inhoud basisset:1 Schroevendraaier,
omkeerbaar
2 Torxsleutel T25
3 Schroevendraaier, klein Inhoud aanvullende set
OA:
1 Schroevendraaierkling
2 Dopsleutel SW 17
3 Bougiesleutel
4 Steeksleutel SW 17
5 TORX
®-sleutel T40, T45,
T50
MotorolieMotoroliepeil controlerenOliepeil regelmatig, na be-
paalde afstanden, controleren.
Het oliepeil is afhankelijk
van de olietemperatuur.
Hoe hoger de olietemperatuur,
des te hoger is het oliepeil in
het oliereservoir.
Na een langere rit direct het
motoroliepeil controleren. c
Na een langere standtijd
van de motorfiets kan
zich olie in het carter verzame-
len dat vóór het aflezen in het
oliereservoir moet worden ge-
pompt. Daartoe moet de mo-
torolie op bedrijfstemperatuur
zijn. De controle van het
oliepeil bij koude motor of na
Page 92 of 168

Onderhoud690
een korte rit leidt tot een
incorrecte interpretatie van de
olievoorraad.
Om een correcte meting van
het oliepeil te garanderen, het
oliepeil alleen na een langere
rit controleren.c
De motorfiets loodrecht houden resp. op de midden-
standaard zetten, hierbij op
een vlakke, horizontale en
stevige ondergrond letten.
De motor één minuut
stationair laten draaien.
Contact uitzetten.
Oliepeil aflezen. 1
Aanduiding motoroliepeil
Het oliepeil bij de aanduiding motoroliepeil 1 aflezen.
2 Maximum motoroliepeil
3 Minimum motoroliepeil Het oliepeil moet zich tussen
de
MIN - en de MAX-marke-
ring bevinden. Het verschil
bedraagt circa 0,5 liter.
Bij een oliepeil onder de MIN-
markering:
Motorolie bijvullen.
Bij een oliepeil boven de MAX-
markering:
Motorolie aftappen.
Te weinig, maar ook te
veel motorolie kan tot
motorschade leiden.
Op een correct oliepeil
letten. c
Oliegebrek kan de motor
doen vastlopen en daar-
door tot een ongeval leiden.
Op een correct oliepeil
letten. c
Page 93 of 168
691Onderhoud
Motorolie bijvullen• Buddyseat verwijderen (b
44)
.
• De omgeving van de vulope-ning reinigen.
• De dop van de vulopening 1
losdraaien. • Motorolie tot de middelste
markering A bijvullen.
• Oliepeil controleren.
• Het bijvullen en controleren zo vaak herhalen, tot het
oliepeil tussen de MIN- en
MAX -markering staat.
• De dop van de vulopening vastdraaien.
Motorolie aftappen • Buddyseat verwijderen
(b
44)
.
• Vergrendeling van de trans-parante slang 2 links en
rechts samendrukken en
naar boven uit het oliereser-
voir trekken.
• Transparante slang naar beneden uit het frame treken
en olie in een geschikte
opvangbak aftappen.
• Transparante slang in het oliereservoir aanbrengen en
vergrendelen.
• Oliepeil controleren.
• Het bijvullen en controleren zo vaak herhalen, tot het
oliepeil tussen de MIN- en
MAX -markering staat.
• Het teveel aan motorolie op milieubewuste wijze opslaan
of afvoeren.
Page 94 of 168
Onderhoud692
Koelvloeistof Koelvloeistofpeil
controlerenKoelvloeistofpeil met regelma-
tige tussenpozen controleren. 1 Aanduiding koelvloeistof-
peil
Koelvloeistofpeil bij de aan- duiding koelvloeistofpeil 1
aflezen.
2 Maximum koelvloeistofpeil
3 Minimum koelvloeistofpeil
Het koelvloeistofpeil moet zich
tussen de MIN- en de MAX -
markering bevinden.
Bij een koelvloeistofpeil onder
de MIN -markering:
Koelvloeistof bijvullen.
Koelvloeistof bijvullen
Het koelsysteem nooit bij
een hete motor openen,
omdat dan het gevaar voor
verbranding door ontsnap-
pende koelvloeistof bestaat.c
De dop van de vulopening 1
losdraaien.
Koelvloeistof bijvullen.
Koelvloeistofpeil controleren.
Het bijvullen en controleren zo
vaak herhalen, tot het koelvlo-
eistofpeil tussen de MIN- en
MAX -markering staat.
Page 95 of 168

693Onderhoud
De dop op de vulopening vastdraaien.RemmenEen correcte werking van het
remsysteem is een basisvoor-
waarde voor de verkeersveilig-
heid van uw motorfiets.
Ondeskundige reparaties
brengen de bedrijfsze-
kerheid van het remsysteem in
gevaar.
Alle werkzaamheden aan het
remsysteem door een
specialist laten uitvoeren, bij
voorkeur door een
BMW motorfietsdealer. cWerking controlerenGa niet rijden als u twijfelt aan
de bedrijfszekerheid van het
remsysteem. In dit geval: Het remsysteem door een
specialist laten controleren,
bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Motorfietsen zonder ABS
Remhendel bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn.
Rempedaal bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn.
Motorfietsen met ABS
SU
Contact aanzetten.
ABS-zelfdiagnose afwachten.
Remhendel bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn.
» De hydraulische pomp moet hoorbaar draaien.
Rempedaal bedienen.
» Er moet een duidelijk drukpunt voelbaar zijn. » De hydraulische pomp moet
hoorbaar draaien.
Remblokken
Remvoeringdikten onder
de minimumwaarde lei-
den tot een verminderde rem-
werking en onder bepaalde
omstandigheden tot schade
aan de remmen.
Om de bedrijfszekerheid van
het remsysteem te garande-
ren, erop letten dat de rem-
voeringdikte niet onder de
minimumwaarde komt. c
Remvoeringdikte, voor,
controleren De motorfiets op de midden-
standaard
SU of de zijstan-
daard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
stevig is.
Page 96 of 168
Onderhoud694
• Remvoeringdikte links en rechts visueel controleren. Op de remblokken moet slijta-
gemarkering
1 duidelijk zicht-
baar zijn. Als de slijtage-
markering niet meer duidelijk
zichtbaar is:
• Remblokken door een specialist laten vervangen,
bij voorkeur door een
BMW motorfietsdealer.
Remvoeringdikte, achter,
controleren• De motorfiets op de midden-standaard
SU of de zijstan-
daard plaatsen en erop
letten dat de ondergrond
stevig is. • Remblokdikte visueel
controleren.