Page 9 of 148
22-04-2003
A
B
OPENEN EN SLUITENVAN DE PORTIERENI-3
12
Controleer of de motorkap goed vergrendeld is.
Motorkap
Trek voor het ontgrendelen de hen- del onder het dashboard, links van
het stuur, naar u toe.
Licht de pal
Ain het midden onder
de rand van de motorkap op en lichtde motorkap op. Plaats de steun volgens onder- staande afbeelding. Let erop dat de steun correct geplaatst is. Sluiten Plaats de steun terug in zijn houder B en druk hem vast.
Trek de motorkap omlaag en laathem aan het einde van de slag vallen.
Page 10 of 148

22-04-2003
BRANDSTOF TANKEN*13I-4LET OP:Indien per vergissing de verkeerde brandstofsoort
wordt getankt, moet de brandstoftank beslist worden afgetapt alvorens de motor te starten.
Voor benzineauto's die uitgerust zijn met katalysator geldt dat het tanken van loodvrije benzine verplicht is. De vulopening heeft een vernauwing om het risico dat de verkeerde brandstof wordt getankt te beperken.
Wanneer tijdens het vullen van de brandstoftank het tankpistool voor de derde keer is afgeslagen, ga dan niet door met tanken, aangezien dit storingen aan uw auto kan veroorzaken. Inhoud tank:
ongeveer 80 liter. Het openen en sluiten van de tankdop is onafhankelijk van de portieren.
Tankdop met slot Openen of sluiten: draai de sleutel een kwartslag rond.
Tegen de binnenkant van de brandstoftankklep zit een sticker met informatie over de toegestane brandstofsoort.
Vervang de brandstoftankdop alleen door een brandstoftankdop van hetzelfde type: afgedicht.
* Afhankelijk van uitvoering of land
Page 11 of 148
22-04-2003
BRANDSTOFSOORT*I-5
14
Tegen de binnenkant van de brandstoftankklep zit een sticker
met informatie over de toegestane brandstofsoort.
Voor de benzinemotoren geldt dat ze geschikt zijn voor ongelode benzine met het octaangehalte RON 95. Voor meer rijcomfort adviseren wij u echter RON 98 te tanken.
* Afhankelijk van uitvoering of land ONGELODE BENZINE
DIESEL
Page 12 of 148
22-04-2003
VOORSTOELEN* (Bestuurder)15I-6Verstellen van de stoel in de lengterichting Licht de bedieningsstang op en schuif de stoel in de gewenstestand.
Hoofdsteun
Trek de hoofdsteun omhoog indien u deze wilt verwijderen.
Armleuning
Verstellen van de rugleuning
Verdraai de knop om de rugleuning in de gewenste stand te zetten. In hoogte verstellen van de bestuurdersstoel
* Afhankelijk van uitvoering of land
Page 13 of 148
22-04-2003
A
A
KANTELBARE ACHTERSTOEL
Combi-uitvoering met 8 - 9 zitplaatsen16I-7
Kantelen van de stoel.
Toegang tot de achterzitplaatsen Licht hendel Aop om de stoel te
ontgrendelen en naar voren te kan- telen. Opstelling: zie Combi-uitvoering 8/9 zitplaatsen blz. 20.
Page 14 of 148
22-04-2003
AA
BB
B
ACHTERBANK
Combi- uitvoering met 8-9 zitplaatsenI-9
18
Let er bij het verwijderen
en plaatsen van de bank op dat er geen lichaamsdelen bekneld raken.
Kantelen van de rugleuning Licht de hendel
Aop en klap de
rugleuning neer.Om het bedienen van Ate verge-
makkelijken is het raadzaam op de bovenzijde van de leuning te druk-ken alvorens deze te kantelen. Verwijderen van de bank Licht na het kantelen van de leuning de hendel
Bop.
Til de achterzijde van de bank op entrek de bank uit de voorste veranke-ringspunten. Aanbrengen van de bank Plaats de voorste verankeringen van de bank in de voorste veranke-ringspunten. Kantel de bank naar achteren en zet de rugleuning rechtop. Controleer of de bank goed verankerd is.
Page 15 of 148

22-04-2003
VEILIG VERVOERENVAN KINDEREN*134
Een kind mag in uitzonderingsgevallen** met het gezicht in de
rijrichting op de passagiersstoel worden geplaatst. Zet in dat geval de stoel in de achterste stand.
Wij adviseren u met klem om, indien mogelijk, kinderen achterin te
vervoeren, zelfs wanneer het kinderzitje met de rug in de rijrichting is geplaatst.
Kinderen zijn geen volwassenen in miniatuur: tot 7 ˆ 8 jaar is deverhouding qua gewicht tussen hethoofd en de rest van het lichaamanders dan bij volwassenen. Indien zich een hevige vertraging of botsing voordoet, kan het gewichtvan het hoofd in combinatie met denaar verhouding zwakke nekspie-ren ernstig letsel aan de halswer-vels teweegbrengen. Pas vanaf een leeftijd van 10 ˆ 12 jaar of een lengte van 1.50 m zijn dein de auto aanwezige bevestiging-smiddelen toereikend voor het kind. Om deze reden hebben de meeste
landen wettelijke voorschriften t.a.v.het vervoeren van kinderen in deauto en de verkoop en het gebruikvan beveiligingsmiddelen naargewicht van het kind. Op advies van deskundigen op het gebied van ongevallen bevelen wiju de volgende* kinderzitjes aan.
* Raadpleeg uw dealer voor een
lijst met speciaal voorgeschreven kinderzitjes.
** Afhankelijk van de landelijke wet- telijke bepalingen. Vanaf de geboorte tot 1 jaar
(tot 13 kg):
Een kinderzitje dat tegen de rijrich-ting in wordt geplaatst en wordtbevestigd met behulp van een drie-puntsgordel. Van 9 maanden tot 3 jaar
(van 9 tot 18 kg):
Een kinderzitje dat in de rijrichtingop de achterbank wordt geplaatsten wordt bevestigd met een twee-of driepuntsgordel.
Page 16 of 148

22-04-2003
VEILIG VERVOERENVAN KINDEREN135
Van 3 tot 6 jaar
(van 15 tot 25 kg):
Een kinderzitje met gordelbeschermer dat met een twee- of driepuntsgordel opde achterbank in de rijrichting kan wor-den aangebracht.
Het vervoeren van kinderen voorin is wettelijk alleen toegestaan in de onderstaandegevallen:
¥ Als het plaatsen van een kinderzitje op de achterbank niet mogelijk is (niet aanwezig of neergeklapt).
¥ Als het aantal kinderen groter is dan het aantal beschikbare plaatsen op de achterbank. De constructeur heeft een aantal goedgekeurde kinderzitjes getest en daaruit ver- volgens een selectie gemaakt om voor elk kind, ongeacht de leeftijd , een maximale
bescherming te bieden in het geval van een aanrijding. Deze kinderzitjes zijn verkrijgbaarbij onze dealerorganisatie.
Van 6 tot 10 jaar
(van 22 tot 36 kg):
Een zitverhoging, speciaal voor de watgrotere kinderen, die op de achterbankin de rijrichting kan worden bevestigdmet een driepunts veiligheidsgordel. ISOFIX-BEVESTIGINGEN De ISOFIX-bevestigingen zijn bes- chikbaar voor de buitenste zitplaatsenachter (2e zitrij), de passagiersstoel ofde buitenste zitplaats van de voor-bank (voorbank met 2 zitplaatsen) enmaken het mogelijk een
speciaal
ISOFIX-kinderzitje , dat verkrijgbaar
is bij de PEUGEOT-dealerorganisatie,te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale ISOFIXbevestigingspunten en zorgen zo vooreen veilige, degelijke en snelle monta-ge van het zitje.
Laat een kind of huisdier nooit in uw auto achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en de auto in de zon staat. Om uw kinderen te beschermen tegen de zon: Plaats zonneschermen op de achterste ruiten.Laat de sleutels nooit binnen bereik van de kinderen achter in de auto.Gebruik de veiligheidsgordels of de gordels van het kinderzitje altijd, ook bij korte ritten.
Volg bij het plaatsen van het kinderzitje en het vastzetten van het kind de gebruiksaanwijzing van de fabrikant.