Page 9 of 177
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordels voor
Knijp de knoppen 1in en ver-
schuif deze.
Veiligheidsgordels omdoen
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
7STUURWIELVERSTELLING
Trek aan de hendel Aom het
stuurwiel te ontgrendelen. Stel de hoogte en de diepte van het stuurwiel in en ver-grendel het stuurwiel door dehendel Agoed vast te druk-
ken. ELEKTRISCH VERSTELBARE BUITENSPIEGELS Draai de knop 6naar rechts of
naar links om de desbetreffende spiegel te selecteren. Duw de knop in de 4 richtingen om de spiegel te verstellen. Elektrisch inklapbare buitenspiegels
Draai, als het contact aan is, de knop 6in de stand A.
144123142
17-02-2003
Page 10 of 177
17-02-2003
BRANDSTOFVULKLEP Openen: Trek aan de hendel op
de vloer aan de linkerzijde van de bestuurdersstoel. Sluiten : Druk de klep van buiten-
af dicht en controleer of deze goed vergrendeld is. Brandstof tanken
Tank uitsluitend bij afgezette motor.Op de klep is een houder voor de vuldop aangebracht.Een sticker aan de binnenzijde van de klep vermeldt de voorgeschreven brandstofsoorten of welke verboden zijn.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt ongeveer 70 liter.
Verklikkerlampje brandstofreserveZodra het lampje gaat branden kunt u nog ongeveer 50 kilometer rijden.
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
14
OPENEN MOTORKAP Binnenzijde:
Trek aan de hand-
greep. Buitenzijde: Druk de
veiligheidshaak omhoog en til de motorkap op.
11 011 0
Page 11 of 177

17-02-2003
12UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Starten
Wegrijden vanuit stand Pmet draaiende motor :
Het rempedaal moet ingetrapt zijn om vanuit stand P te kunnen schakelen (shift lock).
Selecteer de gewenste stand ( R, D , 3, 2 of 1) en laat het rempedaal langzaam los; de auto begint te rijden.
U kunt ook starten vanuit stand N:
Trap het rempedaal in en zet de handrem los.
Selecteer de gewenste stand ( R, D , 3, 2 of 1) en laat het rempedaal langzaam los; de auto begint te rijden.
De automatische transmissie met vier versnellingen heeft een volledig automatische bediening, aangevuld
met een programma sport(schakelaar A) en een programma sneeuw(schakelaar B).
Schakelpatroon Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon te verplaatsen.
Zodra een schakelstand is geselecteerd, gaat het bijbehorende verklikkerlampje in het instrumentenpaneel branden.
P ark (Parkeerstand) : om de auto stil te zettenen te starten , met of zonder gebruik van de handrem.
R everse (Achteruitversnelling) : om achteruitte rijden (schakel deze stand alleen in als de auto stilstaat en de
motor stationair draait). N eutral (Neutraalstand) : om de motor te startenen de auto te parkeren, met gebruik van de handrem.
D rive (Rijstand) om automatisch te schakelen tijdens het rijden (automatisch schakelen van de vier versnellingen).
3 :Voor stadsverkeer of bochtige wegen (automatisch schakelen van de eerste drie versnellingen).
2 :Voor rijden in de bergen, het trekken van een aanhanger (automatisch schakelen van de eerste twee
versnellingen).
1 :Te gebruiken bij steile hellingen (selecteren van alleen de eerste versnelling).
Bijzonderheden van de auto- matische transmissie (1,8 en2,0 liter benzinemotor en
2,0 liter HDI Turbodieselmotor) Het selecteren van de eerste ver- snelling gebeurt door in stand 2op schakelaar Cte drukken.
Druk nogmaals op schakelaar C
of verzet de selectie-hendel om dit onge-daan te maken.
V6 Motor
1,8 liter en 2 liter benzinemotor
en 2,0 liter HDI Turbodieselmotor148
Page 12 of 177

17-02-2003
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG13
Gebruik de snelheidsre- gelaar niet op gladdewegen of bij zeer druk
verkeer.
SNELHEIDSREGELAAR Met behulp van de snelheidsregelaar kan met een door de bestuurder ingestelde constante snelheid worden gereden, ongeacht het profiel vande weg en zonder gas te hoeven geven of te remmen. Deze voorziening werkt alleen bij snelheden boven ongeveer 40 of 60 km/h (volgens motoruitvoering), vanaf de 4
e
versnelling (2 e
versnelling
bij een automatische transmissie). Inschakelen
Zet de draaiknop 1in de stand ON.
U kunt nu een snelheid instellen.
Zet de draaiknop 1in de stand OFFom het systeem uit te schakelen.
Instellen van de snelheid Zodra de gewenste snelheid is bereikt, drukt u op toets 2of 3. De snel-
heid is in het geheugen opgeslagen en wordt automatisch vastgehouden. Opmerking: Het is mogelijk tijdelijk de snelheid te verhogen zonder de
snelheidsregelaar uit te schakelen. Ingestelde snelheid uitschakelen Als u het rijden met de ingestelde snelheid wilt onderbreken :
Druk op toets 4of trap het rem- of koppelingspedaal in.
Ingestelde snelheid opnieuw oproepen
Druk, na het uitschakelen van de ingestelde snelheid op knop 4.
De auto neemt de laatst ingestelde snelheid weer aan. Ingestelde snelheid wijzigenIngestelde snelheid verhogen :
Druk op toets 3.
Laat deze los zodra de
gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid verlagen : Druk op toets 2.
Laat deze los zodra de
gewenste snelheid is bereikt.
Ingestelde snelheid annuleren Zet de draaiknop 1in de stand
OFF of zet het contact af.
151
Page 13 of 177
17-02-2003
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG
10
Nr. Symbool Functie
1
Temperatuurregeling.
2 Achterruitverwarming.
3 Bediening luchttoevoer.
4 Regeling
luchtverdeling.
5 Regeling
luchtopbrengst.
6 Bediening airconditioning.
AIRCONDITIONING
56
Page 14 of 177
17-02-2003
Nr. Symbool Functie1 Temperatuurregeling.
2 Automatischprogramma "zicht".
3 Automatisch
programma "comfort".
4 Achterruitverwarming.
5 Regelingluchtverdeling
.
6 Bediening
airconditioning.
7 Regeling
luchtopbrengs
t.
8 Regeling
luchttoevoer.
UW 406 IN EEN OOGOPSLAG 11
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
58
Page 15 of 177

17-02-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES Uw auto heeft lange onderhoudsintervallen.
¥ Voor modellen met benzinemotor: elke 30.000 km of elke twee jaar.
¥ Voor modellen met direct ingespoten dieselmotor: elke 20.000 km of elke twee jaar. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te con- troleren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Daarom nodigt PEUGEOT u uit voor een tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles. Deze tussentijd-
se controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. De controle moet elke 15 000 km plaats-vinden voor benzinemotoren en elke 10 000 km voor dieselmotoren met directe inspuiting.
Een PEUGEOT-monteur voert een kortdurende controle uit en vult, indien nodig, vloeistoffen bij (olie, koelvloeistof,ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag oliepeil kan ernstige schade aan de motor veroorzaken: controleer daarom het motoroliepeil tenminste elke 3000 of 5000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden.
Deze lange onderhoudsintervallen zijn mogelijk geworden door de ontwikkeling van onze autoÕs en van de smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND DOOR DE FABRIKANT GOEDGEKEURDE EN AANBEVOLEN SMEER-
MIDDELEN TE GEBRUIKEN.
ONDERHOUD VAN UW 406
18
Page 16 of 177

17-02-2003
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De airbags en de pyrotechnische gordelspannersdienen elke 10 jaar door een PEUGEOT-servicepunt gecontroleerd te
worden.De remvloeistof dient elke 60 000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.
Vervangen van de distributieriem : raadpleeg het PEUGEOT-servicepunt.
ONDERHOUD VAN UW 406 19
Bijzondere gebruiksomstandigheden
Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden : ¥ Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
¥ Overwegend stadsverkeer (b.v. taxi).
¥ Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden : ¥ In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30¡C.
¥ In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15¡C.
¥ In stoffige gebieden.
¥ In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te
volgen en de intervallen te verkorten : ¥ Elke 20 000 km of elk jaar voor modellen met benzinemotor.
¥ Elke 15 000 km of elk jaar voor modellen met dieselmotor met directe inspuiting.