Page 137 of 177
17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 40629
3 liter V6 benzine-injectiemotor 24V 1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Koelvloeistof bijvullen. 3 -
Reservoir van ruiten- en koplampsproeiers*.
4 - Accu.
5 - Luchtfilter. 6 -
Rem- en koppelingsvloeistof (bij)vullen.
7 - Motorolie (bij)vullen.
8 - Oliepeilstok.
* Volgens land van bestemming.
Page 138 of 177
17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 406
30
2 liter HDI Turbodieselmotor
(90 pk/110 pk) 1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Koelvloeistof bijvullen. 3 -
Reservoir van ruiten- en koplampsproeiers*.
4 - Accu.
5 - Luchtfilter. 6 -
Rem- en koppelingsvloeistof (bij)vullen.
7 - Motorolie (bij)vullen.
8 - Oliepeilstok.
* Volgens land van bestemming.
Page 139 of 177
17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 40631
2,2 liter 16V HDI turbodieselmotor 1 -
Reservoir stuurbekrachtiging.
2 - Koelvloeistof bijvullen. 3 -
Reservoir van ruiten- en koplampsproeiers*.
4 - Accu.
5 - Luchtfilter. 6 -
Rem- en koppelingsvloeistof (bij)vullen.
7 - Motorolie (bij)vullen.
8 - Oliepeilstok.
* Volgens land van bestemming.
Page 140 of 177

17-02-2003
NIVEAUS CONTROLEREN MotorolieniveauRegelmatig controleren en tussen twee verversingen eventueel olie bij-vullen (maximum olieverbruik: 0,5 literper 1000 km.).
De controle dient bij koude motor enhorizontaal geplaatste wagen tegeschieden met behulp van de motor-olieniveaumeter of de oliepeilstok.
Oliepeilstok 2 merktekens op de peilstok : A= maxi.
Zorg dat het olieniveau nooit boven dit merkteken uitkomt.
B= mini.
Voor het behoud van debedrijfszekerheid van demotor en de emissierege-ling mag in geen gevaleen middel aan de motor-olie worden toegevoegd.
Olie verversen
Volgens de aanwijzingen in het hoofd- stuk "PEUGEOT-ONDERHOUDS-
CONTROLES" .
Opmerking: Vermijd langdurig contact
van afgewerkte olie met de huid.
Keuze van de viscositeit De olie dient in ieder geval aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen tevoldoen.
ONDERHOUD VAN UW 406
32
Niveau rem- en koppelingsvloeistof:
- Het niveau dient steeds tussen de
merktekens DANGER en MAXI van het reservoir te staan.
- Raadpleeg bij een sterke daling van het remvloeistofniveau onmid-
dellijk uw PEUGEOT-servicepunt.
Verversen:
- De remvloeistof dient volgens de voorgeschreven intervallen te wor- den ververst.
- Gebruik remvloeistof die door de constructeur wordt aanbevolen enaan de DOT4-normen voldoet.
Opmerking: Remvloeistof is een
schadelijke en bijtende vloeistof.
Vermijd elk contact met de huid. Koelvloeistofniveau Gebruik de door de constructeur aanbevolen koelvloeistof. De koelventilator zorgt voor koeling van de koelvloeistof als de motorwarm is: wacht voor werkzaamhe-den aan het koelsysteem tenminste1 uur nadat de motor is afgezet,omdat de ventilator ook nog kan(gaan) werken als het contact isafgezet en omdat het koelsysteemonder druk staat. Draai, om brandwonden te voorko-men, de dop tot het eerste tandje los
om de druk te laten ontsnappen. Alsde druk weg is, verwijder dan de dopen vul koelvloeistof bij. Afgewerkte producten
Gooi geen afgewerkte olie, remvloei-
stof of koelvloeistof in afvoersyste-
men of op de grond. Niveau stuurbekrachtigingsvloeistof Open het reservoir bij koude motor (omgevingstemperatuur), het vloei-stofniveau dient boven het MINI endichtbij het MAXI merkteken testaan. Niveau ruiten- en koplampsproeiervloeistof* Gebruik voor een optimale reiniging en voor uw eigen veiligheid door
PEUGEOT aanbevolen producten.
* Volgens land van bestemming.
Page 141 of 177

17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 40633
Gebruik uitsluitend door
Automobiles PEUGEOT
aanbevolen producten.
Om de werking van
belangrijke organen als de stuur-
bekrachtiging en het remsysteem
te optimaliseren, selecteert en
biedt PEUGEOT specifieke pro-ducten aan.CONTROLES Accu Laat uw accu voor de winter door
een PEUGEOT-servicepunt contro-leren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt,moet het luchtfilter twee keer zovaak vervangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooralbij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, telaten controleren. Handrem Bij een te grote slag van de handrem of bij een merkbare verminderingvan de werking van dit systeem iseen afstelling, zonodig tussen tweeonderhoudsbeurten, noodzakelijk. Laat het systeem door een
PEUGEOT-servicepunt controleren.Handgeschakelde versnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudssche-
ma van de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren. Oliefilter Laat regelmatig het filterelement ver- vangen volgens de voorschriften vanhet onderhoudsschema.
Page 142 of 177

17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 40633
Gebruik uitsluitend door
Automobiles PEUGEOT
aanbevolen producten.
Om de werking van
belangrijke organen als de stuur-
bekrachtiging en het remsysteem
te optimaliseren, selecteert en
biedt PEUGEOT specifieke pro-ducten aan.CONTROLES Accu Laat uw accu voor de winter door
een PEUGEOT-servicepunt contro-leren. Luchtfilter Periodiek vervangen is een vereiste. Als u in stofrijke gebieden rijdt,moet het luchtfilter twee keer zovaak vervangen worden. Remblokken De slijtage van de remblokken is sterk afhankelijk van de rijstijl, vooralbij stadsverkeer en veel korte ritten. Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, telaten controleren. Handrem Bij een te grote slag van de handrem of bij een merkbare verminderingvan de werking van dit systeem iseen afstelling, zonodig tussen tweeonderhoudsbeurten, noodzakelijk. Laat het systeem door een
PEUGEOT-servicepunt controleren.Handgeschakelde versnellingsbak Niet verversen. Controleer het niveau volgens het onderhoudssche-
ma van de constructeur. Automatische transmissie Niet verversen. Laat het niveau door
een PEUGEOT-servicepunt volgenshet onderhoudsschema en de voor-geschreven procedure controleren. Oliefilter Laat regelmatig het filterelement ver- vangen volgens de voorschriften vanhet onderhoudsschema.
Page 143 of 177

17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 406
34
WIEL VERWISSELEN
Toegang tot het reservewiel en de krik Sedan :
til de vloerbekleding in de
bagageruimte op met de haak. Zet de haak vast achter het rubber van
het kofferdeksel. Break : draai de beide schroeven in
de afdekplaat met de contactsleutel of een muntje een kwart omwente-
ling los. Til de plaat op en haak hemachter het rubber van de achterklep. Familiale : klap de achterbank op de
3 e
zitrij omhoog en til de bekleding
op om bij het reservewiel te kunnen komen. Gereedschap 1 -
Wielsleutel.
2 - Centreerpen.
3 - Verlengstuk wielsleutel/hulpstuk voor verwijderen wieldop.
4 - Krik.
5 - Afneembaar sleepoog.
6 - Gereedschap voor verwijderenwieldop van lichtmetalen velgen.
7 - Gereedschap voor verwijderensierdop.
De steun van het gereedschap dienttevens als bevestiging voor de vloer-plaat van de bagageruimte. Brengde steun weer aan om vervormingvan de vloerplaat te voorkomen. Bevestig het reservewiel met behulp van de riem om lawaai te voorkomenen voor uw veiligheid in geval vaneen frontale botsing. Demonteren
- Zet de auto op een horizontale,
stabiele en stroeve ondergrond.
- Zet de handrem vast en schakel de eerste versnelling of de achteruit in (bij automatische transmissiestand P).
- Verwijder de wieldop door de haak 3 in de opening voor het ventiel te
steken en de wieldop los te trek-ken. Steek het gereedschap 6 inŽŽn van de gaten en trek de mid-delste wieldop los bij auto's metlichtmetalen velgen 8.
-
Draai de bouten ŽŽn omwenteling los.
Bij auto's met lichtmetalen velgen 8
dienen eerst de chromen sierdoppente worden verwijderd voordat dewielbouten worden losgedraaid (ziepagina "Bijzonderheden lichtmetalenvelgen" in dit hoofdstuk).
Page 144 of 177

17-02-2003
ONDERHOUD VAN UW 40635
- De krik is zodanig gevormd dat
deze snel onder de auto geplaatst kan worden en zich ook weer evensnel laat verwijderen. Neem de krikuit de gereedschapssteun en vouwdeze dicht door op de uiteinden A
te drukken. Plaats de kop van dekrik in een van de vier steunpuntenE aan de onderzijde (bij het te ver-
wisselen wiel) en vouw de krikopen door aan de uiteinden Ate
trekken.
- Draai de krik verder uit met de wielsleutel 1en het verlengstuk 3.
- Verwijder de bovenste bout en plaats de centreerpen 2.
- Draai de wielbouten geheel los en verwissel het wiel. Terugplaatsen
- Plaats het wiel met behulp van de
centreerpen.
- Draai de wielbouten met de hand vast en verwijder de centreerpen.
- Draai de wielbouten met de sleutel enigszins vast.
- Laat de krik zakken en verwijder deze dan.
- Draai de wielbouten met de sleutel vast.
- Plaats de wieldop (behalve bij een noodreservewiel), begin bij de ope- ning voor het ventiel en druk dewieldop rondom met de hand vast.
Verwissel een wiel uit
veiligheidsoverwegingenalleen :
- op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond,
- met aangetrokken handrem,
- met de eerste versnelling of de achteruit ingeschakeld (bij auto-
matische transmissie stand P),
- ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt
(gebruik bokken).
Na het verwisselen van het wiel
- laat zo snel mogelijk het aan- haalmoment van de wielbouten
en de bandenspanning van het
reservewiel door een PEUGEOT-
servicepunt controleren.
- laat de lekke band zo spoedig mogelijk repareren en verwissel
hem met het reservewiel.
Familiale :
Het noodreservewiel is voorzien
van een 125/80 R15-band en
dient alleen voor tijdelijk gebruik :bandenspanning 4,2 bar en maxi-
mum snelheid 80 km/h.