Page 9 of 130
30-06-2003
9UW IN EEN OOGOPSLAG
8675
STUURWIEL IN HOOGTE VERSTELLEN Druk bij stilstaande auto de hendel naar beneden om het stuurwiel teontgrendelen. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en trek aan de hendel omhet stuurwiel te vergrendelen.MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:
trek aan de hand-
greep. Buitenzijde:
Druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op. Plaats de stang in de houderom de motorkap te ondersteunen.
Page 10 of 130
10UW IN EEN OOGOPSLAG
64
VOORSTOELEN 1 - Verstelling in lengterichting.
2 - Toegang tot de achterzitplaat- sen.
3 - Hoogteverstelling en verstel-ling van de hoek van dehoofdsteun.
Ga nooit rijden als de
hoofdsteunen zijn ver-wijderd.
4 - Verstelling van de hoek vande rugleuning.
5 - Hoogteverstelling van debestuurdersstoel.
6 - Schakelaar stoelverwarming.
30-06-2003
Page 11 of 130

30-06-2003
11UW IN EEN OOGOPSLAG
9367
VOORSTE AIRBAGS
Uitschakelen airbag aan passagierszijde* Steek de contactsleutel in de schakelaar 1en draai deze:
Ð op ONairbag aan passagiers-
zijde geactiveerd.
Ð op OFFairbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Controle van de werking
Als bij aangezet contact (2 e
stand)
dit verklikkerlampje op het instru-mentenpaneel gaat branden in com-binatie met een geluidssignaal en demelding "Airbag passagier uitge-
schakeld" op het multifunctionele
display, betekent dit dat de airbagaan passagierszijde is uitgeschakeld(stand "OFF" van de schakelaar).
Als de airbag aanpassagierszijde isuitgeschakeld, blijfthet verklikkerlampjebranden. ISOFIX-BEVESTIGINGEN Deze zijn beschikbaar voor de passagiersstoel v——r en dienenom een
speciaal kinderzitje te
installeren dat verkocht wordt via
de PEUGEOT-servicepunten. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de spe-ciale bevestigingspunten en zor-gen zo
voor een veilige en snelle
montage van het zitje. Het kinder-
zitje moet met de rug in de rij-richting geplaatst worden voorkinderen tot 13 kg (hierbij is het
verplicht de airbag aan passa-gierszijde uit te schakelen) .
Volg de aanwijzingen van defabrikant van het kinderzitje.
Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde Auto's met een airbagschake- laar:
Ð Schakel de air-
bag aan passa- gierszijde uit alsu een kinderzitjemet de rugleu-ning in de rijrich-ting op de voor-stoel plaatst.
Ð Schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder een airbagschake-laar:
Ð Plaats geen kinder- zitje met de rugleu- ning in de rijrichtingop de voorstoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
* Volgens land van bestemming.
Page 12 of 130
30-06-2003
12UW IN EEN OOGOPSLAG
Nr. Symbool Functie1 Regeling luchtverdeling.
2 Toevoer buitenlucht.
3 Temperatuurre-geling.
4 Achterruitverwarmingen verwarmingbuitenspiegels.
5 Regelingluchtopbrengst.
6 Bedieningairconditioning.
VERWARMING EN AIRCONDITIONING
58
60
Page 13 of 130
30-06-2003
13
Nr. Symbool Functie1 Regeling luchtopbrengst.
2 Regelingluchtverdeling.
3 Toevoer buitenlucht.
4 Bedieningairconditioning.
5 Achterruitverwarmingen verwarmingbuitenspiegels.
6 Uitschakelen.
7 Temperatuurre-geling.
8 Automatisch pro-gramma "comfort".
9 Automatisch pro-gramma "zicht".
Opmerking: De werking van het systeem kan minder zijn
als het dak is weggeklapt.
62
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
UW IN EEN OOGOPSLAG
Page 14 of 130
30-06-2003
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE Starten Zet de hendel in de stand Nof Pom de auto
te starten.
Trap het rempedaal in bij het selecteren van de gewenste stand vanuit stand P en bij het
selecteren van stand R vanuit een stand voorvooruitrijden en andersom.
P. Parkeerstand.
R. Achteruit.
N. Neutraalstand.
D. Rijden: automatisch schakelen van de 4 versnellingen.
3. Automatisch schakelen van de eerste 3 versnellingen.
2. Automatisch schakelen van de eerste 2 versnellingen.
A. Programma Sport.
B. Programma Sneeuw.
UW IN EEN OOGOPSLAG
89
14
Page 15 of 130

30-06-2003
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
18
UIT TE VOEREN ONDERHOUD Het onderhoud van uw auto dient elke 30.000 km of elke twee jaar te worden uitgevoerd. Door de lange intervallen tussen de onderhoudscontroles is het noodzakelijk het motoroliepeil regelmatig te con- troleren: het is normaal dat er tussen twee verversingen motorolie bijgevuld moet worden. Peugeot nodigt u daarom uit voor een tussentijdse controle tussen alle onderhoudscontroles. De termijn voor deze
tussentijdse controle wordt niet aangegeven door de onderhoudsintervalindicator. Deze moet elke 15.000 km wor-den uitgevoerd. Een Peugeot monteur voert een kortdurende controle uit en vult, indien nodig, vloeistoffen bij (olie, koelvloeistof, ruitensproeiervloeistof tot 2 liter). Een te laag motorolieniveau kan aanzienlijke schade aan de motor veroorzaken: controleer het niveau minstens elke 3.000 of 5.000 km, afhankelijk van de gebruiksomstandigheden. Deze lange onderhoudsintervallen zijn mogelijk dankzij de ontwikkeling van onze automobielen en smeermiddelen:
DAAROM IS HET VERPLICHT UITSLUITEND MOTOROLIèN TE GEBRUIKEN DIE VOOR DE MOTOR VAN UW AUTO
GESCHIKT ZIJN EN AANBEVOLEN WORDEN DOOR DE CONSTRUCTEUR (zie bladzijden "Smeermiddelen").
Page 16 of 130

30-06-2003
PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.De distributieriem : raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Opmerking: de koelvloeistof hoeft niet te worden ververst.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden: - Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
- Overwegend stadsverkeer.
- Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: - In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan 30 ¡C.
- In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
- In stoffige gebieden.
- In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: - Elke 20 000 km of elk jaar.