Page 65 of 100

6-27
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU02962
Controleren en smeren van de
kabelsKabels, controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van de kabels moeten vóór
iedere rit worden gecontroleerd. De
kabels en de kabeleinden dienen zo
nodig te worden gesmeerd. Vraag een
Yamaha dealer een kabel te controleren
of te vervangen wanneer deze is bescha-
digd of niet soepel beweegt.
DAU04034
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabelGasgreep en gaskabel, controleren en smerenDe werking van de gasgreep hoort voor-
afgaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Smeer of vervang ook de gaskabel
volgens de intervaltijden gespecificeerd in
het periodiek onderhoudsschema.
DW000112
X@Bij een beschadiging van de buitenka-
bel kan de kabelbediening verslechte-
ren en de binnenkabel gaan roesten.
Vervang een beschadigde kabel zo
snel mogelijk om onveilige condities te
voorkomen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 64 (1,1)
Page 66 of 100

6-28
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03370
Controleren en smeren van
rem- en schakelpedalenRem- en schakelpedalen, controleren en smerenDe werking van het rem- en het schakel-
pedaal moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de pedaalschar-
nierpunten moeten zo nodig worden
gesmeerd.
DAU03164
Controleren en smeren van de
rem- en koppelingshendelRem- en koppelingshendel, controleren en smerenDe werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten zo nodig worden
gesmeerd.
DAU03165
Controleren en smeren van de
zijstandaardZijstandaard, controleren en smerenDe werking van de zijstandaard moet
voorafgaand aan elke rit worden gecon-
troleerd en het scharnierpunt en de
metaal-op-metaal contactvlakken moeten
zo nodig worden gesmeerd.
DW000113
X@Als de zijstandaard niet soepel
omhoog en omlaag beweegt, vraag
dan een Yamaha dealer deze te contro-
leren of te repareren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
(universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
(universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
(universeel vet)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 65 (1,1)
Page 67 of 100

6-29
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00790
Smeren van
achterwielophangingWielophanging (achter), smerenDe scharnierpunten van de achterwielop-
hanging moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1
1
1. Smeernippel (×2)
Controleren van de werking
1. Plaats de motorfiets op een horizon-
tale ondergrond en houd hem verti-
caal.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar
beneden om te controleren of de
voorvork soepel in- en uitveert.
DC000098
<>Als u beschadigingen aantreft of wan-
neer de voorvork niet soepel functio-
neert, laat deze dan door een Yamaha
dealer nakijken of repareren.
DAU02939
Controleren van de voorvorkVoorvork, controlerenDe conditie en de werking van de voor-
vork moeten als volgt te worden gecon-
troleerd op de aangegeven tijden in het
periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Controleren van de conditie
DW000115
X@Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen.Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Aanbevolen smeermiddel:
Molybdeenvet
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 66 (1,1)
Page 68 of 100

6-30
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00794
Controle van stuursysteemStuursysteem, controleLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Plaats een standaard onder de
motor zodat het voorwiel los is van
de grond.
DW000115
X@Ondersteun de motorfiets goed, zodat
deze niet kan omvallen.
DAU01144
Controleren van wiellagersWiellagers, controlerenDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha
dealer de wiellagers te controleren.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het
ondereinde en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling kan worden gevoeld, vraag
dan een Yamaha dealer het stuur-
systeem te testen.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 67 (1,1)
Page 69 of 100

6-31
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00800
AccuAccuDeze motorfiets is uitgerust met een per-
manent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontro-
leerd en er hoeft geen gedistilleerd water
te worden bijgevuld.
DC000101
<>Probeer nooit om celafdichtingen op
de accu te verwijderen, hierdoor kan
permanente schade aan de accu wor-
den toegebracht.
8HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
DW000116
X@8Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
doordat dit zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en
bescherm uw ogen altijd bij werk-
zaamheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
9UITWENDIG: Spoel met rijkelijk
veel water.
9INWENDIG: Drink grote hoe-
veelheden water of melk en
roep direct de hulp in van een
arts.
9OGEN: Spoel gedurende 15
minuten met water en roep
direct medische hulp in.
8Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 68 (1,1)
Page 70 of 100

6-32
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha
dealer de accu te laden als deze ontladen
lijkt te zijn. Vergeet niet dat de accu snel-
ler ontladen raakt als de machine is uitge-
rust met optionele elektrische accessoi-
res.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
steeds volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accu-
kabels correct zijn aangesloten op
de accupolen.
DAU01307
Zekering vervangenZekering, vervangenDe zekeringhouder bevindt zich achter
paneel A. (Zie pagina 6-7 voor het verwij-
deren en aanbrengen van het paneel.
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de sleutel naar “OFF” en scha-
kel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampère-
waarde.
1
2
1. Zekering
2. Reserve-Zekering
DC000102
<>8Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan per-
manente accuschade ontstaan.
8Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele
acculader raakt de accu bescha-
digd. Wanneer u niet beschikt
over een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s (onder-
houdsvrij type), vraag dan een
Yamaha dealer uw accu op te
laden.
Voorgeschreven zekering:
20 A
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 69 (1,1)
Page 71 of 100

6-33
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DC000103
<>Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.3. Draai de sleutel in “ON” en schakel
alle elektrische circuits uit om te zien
of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te tes-
ten.3. Maak de stekkers van de koplamp-
gloeilamp en het parkeerlicht los en
verwijder dan de kap voor de kop-
lampgloeilamp.
3
1
2
1. Stekker koplampgloeilamp
2. Aansluitkabel parkeerlicht (×2)
3. Gloeilampkap
DAU01146
Koplampgloeilamp vervangen
Koplampgloeilamp, vervangen
De koplamp op deze motorfiets heeft een
halogeen gloeilamp. Vervang de kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-7 voor de werkwijze bij
verwijderen en aanbrengen van het
stroomlijnpaneel.)
2. Verwijder de koplampunit door de
bouten los te halen.
1
1. Bout (×3)
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 70 (1,1)
Page 72 of 100

6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
4. Verwijder de gloeilamphouder door
deze linksom te draaien en haal dan
de defecte gloeilamp los.
DW000119
X@Koplampgloeilampen worden zeer
heet. Houd daarom brandbare produc-
ten uit de buurt van een koplampgloei-
lamp en raak het lampglas niet aan
zolang dit niet is afgekoeld.
1
1. Gloeilamphouder
6. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker en de bedrading aan.
7. Monteer de koplampunit door de
bouten aan te brengen.
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.
9. Vraag zo nodig een Yamaha dealer
de koplamplichtbundel af te stellen.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan en
zet deze dan vast met de gloeilamp-
houder.
DC000105
<>Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van het
glas, de lichtintensiteit en de levens-
duur nadelig worden beïnvloed. Wrijf
eventuele verontreinigingen en vinger-
afdrukken op het gloeilampglas weg
met een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
a
a. Niet aanraken.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 71 (1,1)