Page 18 of 100

3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03890
Noodstopschakelaar “
$/#
”
NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “
#
” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“
$
” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU00143
Startknop “
,
”
StartknopDruk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
1
2
,
1. Noodstopschakelaar “$/#”
2. Startknop “,”
DAU00152
KoppelingshendelKoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling
te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-12 voor
uitleg over het startspersysteem.)
1
1. Koppelingshendel
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 17 (1,1)
Page 27 of 100

3-13
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Terwijl de motor uit staat:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Zorg dat de motorstopschakelaar op “
#” staat.
3. Draai de contactsleutel naar “ON”.
4. Zet de versnelling in z’n vrij.
5. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de vrijloopschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.
Terwijl de motor nog loopt:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Schakel naar de eerste versnelling.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startschakelaar.
Start de motor?
Er kan iets mis zijn met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.Er kan iets mis zijn met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat deze is
gecontroleerd door een Yamaha dealer.OPMERKING:Deze controle werkt het best wanneer de motor
al is opgewarmd.
JA NEE
Alles is in orde. U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEEJA NEE
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 26 (1,1)
Page 33 of 100

1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.4. Zet de choke aan en draai de gas-
greep helemaal dicht. (Zie pagina
3-9 voor de bediening van de
choke.)
5. Start de motor door de startknop in
te drukken.
5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00373
X@8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te rij-
den. Als de zijstandaard niet
behoorlijk is ingetrokken, kan
deze de grond raken en zo de
motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest.
DAU03515
Starten van de motorStarten van de motorHet startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
8De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
8De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
X@8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-13.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
4PT-D7 7/12/01 2:14 PM Page 32 (1,1)
Page 98 of 100

Startspersysteem ................................ 3-12
Stationair toerental, afstellen ............... 6-15
Storingzoeken ..................................... 6-41
Storingzoekschema ............................. 6-42
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen ................ 6-6
Stuurschakelaars ................................... 3-3
Lichtschakelaar ................................... 3-3
Lichtsignaalschakelaar ....................... 3-3
Dimlichtschakelaar .............................. 3-3
Richtingaanwijzerschakelaar .............. 3-3
Claxonschakelaar ............................... 3-3
Noodstopschakelaar ........................... 3-4
Startknop ............................................ 3-4
Stuursysteem, controle ........................ 6-30
T
Toerenteller ........................................... 3-3
V
Veiligheidsinformatie ............................. 1-1
Verzorging ............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer .................. 9-1
Voorvork, controleren .......................... 6-29
Vuldop brandstoftank ............................ 3-6
W
Wiel (voor) ........................................... 6-37
Verwijderen ....................................... 6-37
Aanbrengen ........................................6-37
Wielen ................................................. 6-19
Wiellagers, controleren ........................ 6-30
Wielophanging (achter), smeren ......... 6-29
Z
Zadel ..................................................... 3-9
Zekering, vervangen ............................ 6-32
Zijstandaard ......................................... 3-11
Zijstandaard, controleren en smeren ... 6-28
INDEX
4PT-D7 7/12/01 2:15 PM Page 97 (1,1)