Page 41 of 101

5-3
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00435
Remmen
Remmen
1. Sluit de gasklep volledig.
2. Knijp de voor- en achterremmen
gelijktijdig in en oefen geleidelijk
meer druk uit.
DW000057
X@8 8
Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één
kant overhelt). De scooter zou
namelijk kunnen slippen of omval-
len.
8 8
Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de
wegenbouw en putdeksels wor-
den in natte toestand zeer glad. U
dient deze obstakels daarom met
aangepaste snelheid te naderen
en voorzichtig te passeren.
8 8
Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.
8 8
Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
DAU03093
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig
Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips
om het brandstofverbruik te verlagen:
8Laat de motor goed warmdraaien.
8Voer het motortoerental tijdens
accelereren niet te hoog op.
8Voer het toerental niet te hoog op
terwijl de motor onbelast draait.
8Laat de motor niet langdurig statio-
nair draaien maar zet hem af (bij-
voorbeeld in files, bij stoplichten of
bij spoorwegovergangen).
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 40 (1,1)
Page 42 of 101

5-4
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU01128
Inrijperiode
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1.600 km. Lees daarom de volgende
informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1.600 km niet te zwaar wor-
den belast. De verschillende onderdelen
van de motor slijten op elkaar in totdat de
juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig vol-
gas en vermijd ook andere manoeuvres
die tot oververhitting van de motor kun-
nen leiden.
DAU03845
0–1.000 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan 1/3 open gedraaid.
1.000–1.600 km
Rijd niet langdurig met de gasgreep meer
dan halverwege open gedraaid.
DCA00080
<>Nadat de eerste 1.000 km zijn afgelegd,
moet de motorolie worden ververst en
het oliefilterpatroon worden vervan-
gen.1.600 km en verder
De machine kan nu verder normaal wor-
den gebruikt.
DC000049
<>Als tijdens de inrijperiode motorscha-
de optreedt, vraag dan direct een
Yamaha dealer de machine te controle-
ren.
DAU00460
Parkeren
Parkeren
Zet de motor af wanneer u gaat parkeren
en neem de sleutel uit het contactslot.
DW000058
X@8 8
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking
kunnen komen.
8 8
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de motor
zou dan kunnen omvallen.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 41 (1,1)
Page 43 of 101
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 42 (1,1)
Page 44 of 101

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
Boordgereedschapsset .................................................6-1
Periodiek smeer- en onderhoudsschema .....................6-3
Stroomlijn- en framepanelen verwijderen en
aanbrengen .................................................................6-6
Controleren van de bougies ..........................................6-9
Motorolie en oliefilterpatroon .......................................6-12
Kettingkastolie .............................................................6-15
Koelvloeistof ................................................................6-17
Reinigen van het luchtfilterelement .............................6-19
Afstellen van de carburateurs .....................................6-21
Afstellen van het stationair toerental ...........................6-21
Afstellen van de vrije slag van de gaskabel ...............6-22
Afstellen van de klepspeling........................................6-22
Banden ........................................................................6-23
Gietwielen ...................................................................6-25
Remlichtschakelaars voor- en achterrem....................6-25
Controleren van de remblokken voor- en
achter ........................................................................6-26
Controleren van remvloeistofniveau............................6-27
Verversen van remvloeistof.........................................6-28
Controleren en smeren van gasgreep en
gaskabel ....................................................................6-29
Smeren van voor- en achterremhendels .....................6-29
Controleren en smeren van middenbok en
zijstandaard ...............................................................6-29
Controleren van de voorvork .......................................6-30Controle van stuursysteem .........................................6-31
Controleren van wiellagers..........................................6-31
Accu ............................................................................6-32
Zekeringen vervangen ................................................6-34
Koplampgloeilamp vervangen .....................................6-35
Storingzoeken .............................................................6-36
Storingzoekschema’s ..................................................6-37
6
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 43 (1,1)
Page 45 of 101

6-1
DAU00462
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU00464
Veiligheid is de verantwoordelijkheid van
de eigenaar. Door periodiek inspecties,
afstellingen en smeerbeurten uit te laten
voeren, zorgt u ervoor dat uw machine in
zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de
belangrijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema zijn
slechts te beschouwen als algemene
richtlijn voor normale rijomstandigheden.
Het is echter mogelijk dat de INTERVAL-
PERIODEN VOOR ONDERHOUD MOE-
TEN WORDEN VERKORT AFHANKE-
LIJK VAN HET WEER, HET TERREIN,
DE GEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDI-
VIDUEEL GEBRUIK.
DW000060
X@Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent.
DAU00466
X@Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen.
Wanneer deze scooter wordt gebruikt
in een abnormaal stoffige, modderige
of vochtige omgeving, dient het lucht-
filterelement vaker te worden gerei-
nigd of te worden vervangen om snelle
slijtage van de motor te voorkomen.
Raadpleeg een Yamaha dealer voor de
juiste onderhoudsperiodes.
DAU03846
Boordgereedschapsset
Gereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden
onder het rijderzadel. (Zie pagina 3-11
voor openen en sluiten van het zadel.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van pre-
ventief onderhoud en kleinere reparaties.
Het gebruik van extra gereedschap zoals
een momentsleutel kan echter nodig zijn
om bepaalde onderhoudswerkzaamhe-
den correct uit te voeren.
2 1
1. Helborgkabel
2. Boordgereedschapsset
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 44 (1,1)
Page 46 of 101
6-2
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
OPMERKING:Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist zijn.
DW000063
X@Door modificaties die niet door
Yamaha zijn goedgekeurd kan het
motorvermogen achteruitgaan of de
machine te onveilig worden om nog te
gebruiken Raadpleeg een Yamaha
dealer voordat u zelf wijzigingen aan-
brengt.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 45 (1,1)
Page 47 of 101

6-3
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU03685
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:8 8
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
8Herhaal de intervalperioden vanaf 50.000 km, te beginnen bij 10.000 km.
8Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal
gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
1
*Brandstofleiding•Controleer de brandstofslangen en de onderdrukslang op
scheuren of schade.√√√√ √
2*Brandstoffilter•Controleer de conditie.√√
3 Bougies•Controleer de conditie.
•Reinigen en elektrodenafstand bijstellen.√√
•Vervangen.√√
4*Kleppen•Klepspeling controleren.
•Afstellen.Na elke 40.000 km
5 Luchtfilterelement•Reinigen.√√
•Vervangen.√√
6*Luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing•Reinigen.√√
•Vervangen.√√
7*Voorrem•Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.)√√√√√ √
•Remblokken vervangen.Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 46 (1,1)
Page 48 of 101

6-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8
*Achterrem•Werking en vloeistofniveau controleren, machine
controleren op vloeistoflekkage.
(Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.)√√√√√ √
•Remblokken vervangen.Indien afgesleten tot aan slijtagelimiet.
9*Remslangen•Controleren op scheuren of beschadiging.√√√√ √
•Vervangen. (Zie OPMERKING op bladzijde 6-5.)Elke 4 jaar
10*Wielen•Controleren op slingering en schade.√√√√
11*Banden•Controleren op correcte profieldiepte en op schade.
•Zo nodig vervangen.
•Bandspanning controleren.
•Zo nodig corrigeren.√√√√ √
12*Wiellagers•Lager controleren op losheid of schade.√√√√
13*Balhoofdlagers•Controleren op lagerspeling en stroefheid in
stuurbeweging.√√√√√
•Smeren met lithiumvet. Elke 20.000 km
14*Framebevestigingen•Controleren of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn
vastgezet.√√√√ √
15Zijstandaard,
middenbok•Werking controleren.
•Smeren.√√√√ √
16*Zijstandaardschakelaar•Werking controleren.√√√√√ √
17*Voorvork•Controleren op werking en olielekkage.√√√√
18*Schokdemperunit•Controleren op werking en schokdemper op olielekkage.√√√√
19*Carburateurs•Stationair motortoerental afstellen en carburateurs
synchroniseren.√√√√√ √ NR. ONDERDEEL INSPECTIE- OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1.000 km)
JAARLIJKSE
CONTROLE
1 10203040
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 47 (1,1)