FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Contactslot/stuurslot-unit.................................................................................3-1
Controlelampjes ..............................................................................................3-2
Snelheidsmeterunit .........................................................................................3-3
Brandstofniveaumeter .....................................................................................3-4
Temperatuurmeter koelvloeistof......................................................................3-4
Klok .................................................................................................................3-5
Zelfdiagnosesysteem ......................................................................................3-5
Antidiefstal-alarm (optie) .................................................................................3-6
Stuurschakelaars ............................................................................................3-6
Voorremhendel................................................................................................3-9
Achterremhendel .............................................................................................3-9
Vuldop brandstoftank ......................................................................................3-9
Brandstof .......................................................................................................3-10
Zadel .............................................................................................................3-11
Verstellen van rugsteun rijderzadel ...............................................................3-12
Schokdemper ................................................................................................3-13
Helmbevestiging............................................................................................3-13
Opbergcompartimenten ................................................................................3-14
Zijstandaard ..................................................................................................3-14
Startspersysteem ..........................................................................................3-15
3
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 15 (1,1)
3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie)
Antidiefstal-alarm
Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU03826
Schakelaar “0” voor alarmverlichting
Schakelaar voor alarmverlichting
Met de contactsleutel in de stand “ON” of
“.” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in
een noodgeval of om andere verkeers-
deelnemers te waarschuwen als uw
machine stilstaat in een mogelijk gevaar-
lijke verkeerssituatie.
DC000006
<>Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken.
DAU00118
Stuurschakelaars
StuurschakelaarsDAU00120
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Lichtsignaalschakelaar
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “&/%”
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
12
34
5
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
5. Schakelaar “0” voor alarmverlichting
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 21 (1,1)
3-7
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Claxonschakelaar
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU03801
Startknop “,”
Startknop
Druk bij ingetrokken zijstandaard en
bekrachtigde voor- of achterrem deze
knop in om de motor via de startmotor te
starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
12
34
5
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
5. Schakelaar “0” voor alarmverlichting
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU03898
Lichtschakelaar “9/
'
/:”
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “
'
”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “:” om
ook de koplamp in te schakelen. Zet de
schakelaar in de stand “9” om alle verlich-
ting uit te schakelen.
123
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Schakelaar verlichtingssysteem
“9/
'
/:”
3. Startknop “,”
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 22 (1,1)
6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04404
Zekeringen vervangen
Zekeringen, vervangen
De hoofdzekeringhouder bevindt zich
naast de accu en is als volgt toegankelijk:
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-11
voor openen en sluiten van het
zadel.)
2. Verwijder de accukap. (Zie pagina
6-32 voor de werkwijze bij verwijde-
ren van de accukap.)
1
1. Accu
Vervang een zekering als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering aan
met de voorgeschreven ampère-
waarde.
7
123456
1. Zekering signaleringssysteem
2. Koplampzekering
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering radiatorkoelventilator
5. Zekering alarmverlichting
6. Zekering klokcircuit
7. Reservezekering (×2)
3. Maak de negatieve accukabel los en
licht dan de accu op zoals getoond.
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich
onder de accukap en is als volgt toegan-
kelijk.
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-11
voor openen en sluiten van het
zadel.)
2. Verwijder de accukap door de
schroeven los te halen.
12
3
1. Negatieve accukabel
2. Hoofdzekeringhouder
3. Zekeringenkastje
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 77 (1,1)
6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DC000103
<>Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te tes-
ten.2. Haak de gloeilamphouder los zoals
getoond en verwijder dan de defecte
gloeilamp.
a
1
1. Gloeilamphouder
a. Haak.
DAU03874
Koplampgloeilamp vervangenDe koplampen op deze scooter hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de kap over de koplamp-
gloeilamp.
1
2
1. Stekker koplampbedrading
2. Gloeilampkap
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Zekering
signaleringssysteem: 15 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering ontstekingssysteem: 10 A
Zekering radiatorkoelvin: 15 A
Zekering alarmverlichting 10 A
Zekering klokcircuit: 10 A
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 78 (1,1)
8-4
SPECIFICATIES
8
Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W ×2
Voorremrichtingaanwizerlamp 12 V, 5/21 W ×2
Achterremrichtingaawijzerlamp 12 V, 21 W ×2
Parkeerlicht 12 V, 5 W ×2
Kentenplaatverlichting 12 V, 5 W ×1
Meter-verlichting 12 V, 1.7 W ×3
Controlelampjes
richtingaanwijzers 12 V, 1.7 W ×1
Controlelampje voor
olieverversingstermijn 12 V, 1.7 W ×1
Controlelampjes
richtingaanwijzers 12 V, 3.4 W ×2
Controlelampje voor
V-snaar vervanging 12 V, 1,7 W ×1
Zekering
Hoofdzekering 30 A
Zekering
signalerringssysteem 15 A
Koplampzekering 15 A
Zekering
ontstekingssysteem 10 A
Zekering radiatorkoelvin 15 A
Zekering alarmverlichting 10 A
Zekering klokcircuit 10 A
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 93 (1,1)
INDEX
I
Identificatienummer sleutel .....................9-1
Identificatienummer voertuig ..................9-1
Identificatienummers ..............................9-1
Inrijperiode ..............................................5-4
K
Kettingkastolie ......................................6-15
Klepspeling, afstellen ...........................6-22
Klok ........................................................3-5
L
Locaties van onderdelen ........................2-1
Luchtfilterelement, reinigen ..................6-19
M
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren ..........................................6-29
Modelinformatiesticker ...........................9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................6-12
O
Opbergcompartimenten ........................3-14
P
Parkeren .................................................5-4
Periodiek smeer- en onderhoudsschema 6-3
R
Remblokken, controleren .....................6-26
Remhendel (voor) ...................................3-9
Remhendel, achterrem ...........................3-9
Remhendels, smeren ...........................6-29
Remmen .................................................5-3
Remvloeistof, verversen .......................6-28
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-27
Rugsteun rijderzadel, verstellen ...........3-12
S
Schokdemper .......................................3-13
Snelheidsmeterunit .................................3-3
Sneller en langzamer rijden ....................5-2
Stalling ....................................................7-4
Startspersysteem .................................3-15
Stationair motortoerental: .....................6-21
Storingzoeken ......................................6-36
Storingzoekschema’s ...........................6-37
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen ..................6-6
Stuurschakelaars ....................................3-6
Dimlichtschakelaar ...............................3-6
Lichtsignaalschakelaar ........................3-6
Schakelaar voor alarmverlichting .........3-6
Richtingaanwijzerschakelaar ...............3-7
Claxonschakelaar ................................3-7
Noodstopschakelaar ............................3-7
Lichtschakelaar ....................................3-7
Startknop .............................................3-7
Stuursysteem, controle .........................6-31
T
Temperatuurmeter koelvloeistof .............3-4
V
Veiligheidsinformatie ..............................1-1
Verzorging ..............................................7-1
AAandachtspunten voor veilig motorrijden
.1-2
Accu .....................................................6-32
Antidiefstal-alarm ....................................3-6
B
Banden .................................................6-23
Bougies, controleren ..............................6-9
Brandstof ..............................................3-10
Brandstofniveaumeter ............................3-4
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig ....................................................5-3
Carburateurs, afstellen .........................6-21
C
Contactslot/stuurslot-unit ........................3-1
Controlelampjes .....................................3-2
Controlelampje voor
olieverversingstermijn ........................3-2
Controlelampje V-snaarvervanging .....3-3
Controlelampje grootlicht .....................3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers .....3-3
Controlelijst voor gebruik ........................4-1
G
Gasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ..........................................6-29
Gaskabel, afstellen van vrije slag .........6-22
Gereedschapsset ...................................6-1
H
Helmbevestiging ...................................3-13
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 98 (1,1)