Page 17 of 101

3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unit
Contactslot/stuurslot-unit
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden uitge-
nomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai hem dan naar de “LOCK”-
stand. Houd de sleutel hierbij inge-
drukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt
gehouden.
DW000016
X@Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
scooter rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de scooter stilstaat
voordat u de sleutel naar “OFF” of
naar “LOCK” draait.
DAU03733
.
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en het par-
keerlicht branden, maar alle overige elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het contactslot naar “
.” te draaien:
1. Draai de sleutel naar “LOCK”.
2. Draai de sleutel iets linksom tot hij
stuit.
3. Draai de sleutel nog verder linksom
en druk tegelijkertijd in tot hij vast-
klikt.
DCA00043
<>Gebruik de parkeerverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
IGNITION
P
LOCK
ON
OFF
OPENPUSHPUSH
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 16 (1,1)
Page 18 of 101

3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00056
Controlelampjes
Controlelampjes
DAU03797
Controlelampje “
7
” voor oliever-
versingstermijn
Controlelampje voor olieverversingstermijn
Dit controlelampje gaat aan zodra de eer-
ste 1.000 km zijn afgelegd en gaat vervol-
gens telkens na 5.000 km branden, om
zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet het
controlelampje olieverversingstermijn
worden teruggesteld. (Zie pagina 6-15
voor de juiste werkwijze.)Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingstermijn
brandde (dus voordat de intervalperiode
voor olieverversing was verstreken), moet
het controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvolgen-
de tijdstip voor olieverversing weer cor-
rect aan te geven. (Zie pagina 6-15 voor
de juiste werkwijze.)
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “#”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of het controlelampje een paar
seconden oplicht en dan dooft.
3. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:Het controlelampje olieverversingstermijn
kan gaan knipperen als gas wordt gege-
ven terwijl de scooter op de middenbok
staat; dit wijst dan echter niet op een sto-
ring.
123
4
1. Controlelampje “
7
” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 17 (1,1)
Page 19 of 101

3-3
DAU04424
V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
Controlelampje V-snaarvervanging
Dit controlelampje gaat telkens na 20.000
km branden, dan moet de V-snaar wor-
den vervangen.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAU00063
Controlelampje grootlicht “&”
Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU04121
Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
Controlelampjes richtingaanwijzers
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is
gedrukt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
123
4
1. Controlelampje “
7
” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
DAU04426
Snelheidsmeterunit
Snelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
tellers tonen de afstand afgelegd sinds de
tellers het laatst werden teruggesteld op
nul.
Door indrukken van de “Trip”-toets wisselt
de weergave tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP”. Om de
ritteller terug te stellen wordt overgescha-
keld naar “Trip”-weergave, waarna de
123
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3.“TRIP”-toets
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 18 (1,1)
Page 20 of 101

3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
“TRIP”-toets gedurende minstens 1 secon-
de wordt ingedrukt. De ritteller kan samen
met de brandstofniveaumeter worden
gebruikt om de afstand te schatten die met
een volle brandstoftank kan worden afge-
legd. Deze informatie stelt u in staat de
volgende tankstops te plannen.
DAU02950
Brandstofniveaumeter
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (Empty) naarma-
te het brandstofniveau daalt. Vul zo snel
mogelijk brandstof bij als de naald bij de
rode lijn staat.OPMERKING:Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
12
1. Brandstofniveaumeter
2. Rode lijn
DAU03124
Temperatuurmeter koelvloeistof
Temperatuurmeter koelvloeistof
Deze meter geeft de koelvloeistoftempe-
ratuur aan bij aangezet contact. De
bedrijfstemperatuur van de motor is
afhankelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting. Als de meternaald
aanwijst bij het rode merkteken, zet de
scooter dan stil en laat de motor afkoelen.
(Zie pagina 6-38 voor bijzonderheden.)
DC000002
<>Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
2
1
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
2. Rode merkteken
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 19 (1,1)
Page 21 of 101

3-5
DAU04402
Klok
Klok
De digitale klok toont steeds de tijd, onge-
acht de stand van het contactslot.
Om de klok op tijd te zetten:
1. Druk op de “h” toets of houd deze
ingedrukt om de uren in te stellen.
2. Druk op de “m” toets of houd deze
ingedrukt om de minuten in te stel-
len.
OPMERKING:Om de klok op tijd te zetten nadat de
stroombron afgekoppeld is geweest, moet
u eerst de tijd instellen op 1:00 AM, waar-
na u de klok op de correcte tijd instelt.
DAU03840
ZelfdiagnosesysteemDit model is uitgerust met een zelfdiag-
nosesysteem voor de circuits van de gas-
klepsensor, de rijsnelheidssensor en de
valschakelaar. Als een van deze circuits
defect is, zal het controlelampje oliever-
versingstermijn gaan knipperen.
Als het controlelampje knippert, vraag
dan zo spoedig mogelijk een Yamaha
dealer de motor na te zien.OPMERKING:Het controlelampje olieverversingstermijn
kan gaan knipperen als gas wordt gege-
ven terwijl de scooter op de middenbok
staat; dit wijst dan echter niet op een sto-
ring.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1 23
1. Digitale klok
2. Drukknop “h” voor ureninstelling “h”
3. Drukknop “m” voor minuteninstelling “m”
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 20 (1,1)
Page 22 of 101

3-6
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie)
Antidiefstal-alarm
Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU03826
Schakelaar “0” voor alarmverlichting
Schakelaar voor alarmverlichting
Met de contactsleutel in de stand “ON” of
“.” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in
een noodgeval of om andere verkeers-
deelnemers te waarschuwen als uw
machine stilstaat in een mogelijk gevaar-
lijke verkeerssituatie.
DC000006
<>Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken.
DAU00118
Stuurschakelaars
StuurschakelaarsDAU00120
Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Lichtsignaalschakelaar
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “&/%”
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
12
34
5
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
5. Schakelaar “0” voor alarmverlichting
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 21 (1,1)
Page 23 of 101

3-7
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”
Claxonschakelaar
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU03801
Startknop “,”
Startknop
Druk bij ingetrokken zijstandaard en
bekrachtigde voor- of achterrem deze
knop in om de motor via de startmotor te
starten.
DC000005
<>Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
12
34
5
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “&/%”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
4. Claxonschakelaar “*”
5. Schakelaar “0” voor alarmverlichting
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU03898
Lichtschakelaar “9/
'
/:”
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “
'
”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen.
Zet de schakelaar in de stand “:” om
ook de koplamp in te schakelen. Zet de
schakelaar in de stand “9” om alle verlich-
ting uit te schakelen.
123
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Schakelaar verlichtingssysteem
“9/
'
/:”
3. Startknop “,”
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 22 (1,1)
Page 24 of 101
3-8
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU00136
Variaties in koplampmodelOPMERKING:Aanduidingen voor rechts en links gelden zoals gezien wanneer men recht voor de scooter staat.1
2
&
&%
%
Links Rechts Parkeerlicht To gebruiken lamp Landen2
1
1
31
3
2
1
'
'
'
'
Kwarts-
gloeilamp
Kwarts-
gloeilamp
België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland,
Italië, Nederland, Noorwegen, Portugal,
Spanje, Zweden, ZwitserlandEngeland 3 : Grootlicht aan, 2: Dimlicht aan
'
: Parkeerlicht aan
1
: Licht uit
12V
55W
12V
60/55W
12V
60/55W
12V
55W
5GJ-9-D1(Dutch) 9/5/01 6:22 PM Page 23 (1,1)