Page 49 of 137
UW 307 SW IN DETAIL49
CD-WISSELAAR
Deze is in het middenpaneel van het dashboard onder de autoradio aan- gebracht en kan maximaal 5 CD's bevatten. Steek de CD's met de bedrukte zijde naar boven in het magazijn.Druk lang op ŽŽn van de toetsen "1"t/m "5" om de desbetreffende CD
uit te werpen.
Het gebruik van "recordable" CD's kan storingen veroorzaken.
Page 50 of 137
Page 51 of 137
UW 307 SW IN DETAIL51
VENTILATIE 1. Uitstroomopeningen voorruitontwaseming.
2. Uitstroomopeningen zijruitontwaseming.
3. Zijventilatieroosters.
4. Middelste ventilatieroosters.
5. Uitstroomopening voor beenruimte voor.
6. Uitstroomopening voor beenruimte achter.
Gebruiksadviezen Zet de luchttoevoer ver genoeg open voor een optimale verversing van de lucht in het interieur. In de stand "OFF"komt
er geen buitenlucht meer in het interieur. Opmerking: gebruik de stand "OFF"alleen indien nodig (kans op beslaan van de ruiten).
Let er voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur op dat de luchtinlaatroosters, de uitstroomopenin- gen in de auto, de luchtkanalen onder de voorstoelen en de ventilatieopeningen in de bagageruimte vrij blijven. Zorgervoor dat het pollenfilter in een goede staat verkeert.
Page 52 of 137
UW 307 SW IN DETAIL
52
AIRCONDITIONING
1. Airconditioning
De airconditioning kan tijdens alle sei- zoenen gebruikt worden. Het systeemstelt u in staat de temperatuur in hetinterieur `s zomers te verlagen enzorgt in de winter bij temperaturenboven 0 ¡C voor een snelle ontwase-ming van beslagen ruiten.
Druk de schakelaar in, het ver-klikkerlampje gaat branden. De airconditioning werkt niet alsde knop voor de regeling van deluchtopbrengst op "OFF" staat. Opmerking:
Condensvorming in de
airconditioning kan ertoe leiden dat er zich een klein plasje water onderde auto vormt, dit is een normaal ver-schijnsel. 2. Temperatuurregeling Naar behoefte in te stellen.
Page 53 of 137

UW 307 SW IN DETAIL53
4. Regeling luchtopbrengst Draai de knop in ŽŽn van de vier standen om degewenste luchtopbrengst teverkrijgen.
5. Toevoer van buitenlucht Bij het indrukken van knop5wordt de lucht in het inter-
ieur gerecirculeerd. Hetverklikkerlampje gaat bran-
den. Deze stand dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Als deze stand gebruikt wordt terwijl de airco is ingeschakeld, wordt decapaciteit van de airco vergroot. Als deze stand bij vochtig weer wordt gebruikt, bestaat het risico dat de rui-ten beslaan. Zet de knop 5, zodra de omstandig-
heden dit toelaten, weer in de stand toevoer buitenlucht, om het beslaanvan de ruiten te voorkomen. Hierbijdooft het verklikkerlampje.
3. Luchtverdeling
Luchtstroom naar voorruit enzijruiten (ontwasemen - ont-dooien).
Ga voor het snel ontwasemen vande voorruit en de zijruiten als volgt tewerk:
- stel de temperatuur en de luchtop- brengst in op maximaal,
- sluit de middelste ventilatieroos- ters,
- zet de knop van de luchttoevoerre- geling 5in de stand "Toevoer van
buitenlucht" (zodra knop 5wordt
losgelaten, gaat het verklikker- lampje uit),
- schakel de airconditioning in door op de toets A/C te drukken.
Luchtstroom naar voorruit,portierruiten en beenruimte.
Luchtstroom naar de been-ruimte. Luchtstroom alleen naar
interieur (linker, rechter enmiddelste ventilatieroos-ters). 6. Achterruitverwarming
Druk de schakelaar bijdraaiende motor in om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.
De achterruitverwarming gaat na ca.12 minuten automatisch uit. Druk nogmaals op de schakelaar om de achterruitverwarming opnieuwgedurende 12 minuten in te schake-len. Druk de schakelaar nogmaals in om de achterruitverwarming eerder uit teschakelen. Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan om hetsysteem in perfecte staat te houden. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem in
dat geval door uw PEUGEOT-servi-cepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Page 54 of 137
UW 307 SW IN DETAIL
54
AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING
Automatische werking
1. Temperatuurregeling De gekozen temperatuur wordt weergegeven. Drukop de pijltjestoetsen omde instelling te wijzigen.Instelling op ongeveer 21biedt een optimaal com-fort. 2. Automatisch programma
"comfort"
Druk op de toets "AUTO".Het systeem regelt de lucht-gesteldheid in het interieurautomatisch aan de hand
van de ingestelde temperatuur.Hiervoor regelt het systeem de tem-
peratuur, de luchtopbrengst, deluchtverdeling naar de luchtroostersen schakelt het indien nodig de air-conditioning in. 3. Automatisch programma
"zicht"
In sommige gevallen kanhet programma "comfort"niet toereikend blijken omde ruiten condens- en ijsvrij
te houden (vocht, veel inzittenden,vorst...). Kies dan het automatischprogramma "zicht" om de ruiten snelte ontwasemen.
Page 55 of 137

UW 307 SW IN DETAIL55
Handmatig verstellen Al naar gelang uw wensen kunt u de automatische bediening van het sys-teem handmatig aanpassen. De ove-rige functies worden automatischgeregeld. Bij het indrukken van de
toets "AUTO" zal het systeem weervolledig automatisch functioneren.
4. Airconditioning
Bij het indrukken van deze toets wordt de airconditio-ning uitgeschakeld. De aan-duiding "ECO" ver-
schijnt op de display. Druk
de toets nogmaals in om de automa-tische werking van de airconditioningte hervatten. De aanduiding "A/C"
verschijnt op de display. Opmerking Condensvorming in de airconditio- ning kan ertoe leiden dat er zich eenklein plasje water onder de autovormt, dit is een normaal verschijnsel.
5. Luchtverdeling
Druk deze toets herhaalde malen in om de luchtstroomte verdelen naar:
Ð de voorruit (ontwasemenof ontdooien), Ð de voorruit en de beenruimte,
Ð de beenruimte,
Ð de linker, rechter en middelste ven-
tilatieroosters en de beenruimte,
Ðde linker, rechter en middelste ven- tilatieroosters.
6. Luchtopbrengst De luchtopbrengst kan vergroot of ver-kleind worden doorrespectievelijk de
toetsen + of - in te drukken.
7. Toevoer van buitenlucht
Bij het indrukken van deze toets wordt de lucht in hetinterieur gerecirculeerd.Deze stand, aangegeven
op de display, dient om de toevoervan buitenlucht bij stank en stofover-last af te sluiten. Gebruik de luchtrecirculatie alleen als dit echt nodig is. Druk de toetsnogmaals in om de automatischetoevoer van buitenlucht te hervatten. 8. Uit
Bij het indrukken van detoets "OFF" wordt het sys-teem volledig uitgescha-keld.
9. Achterruitverwarming Druk op deze toets om deachterruitverwarming en deverwarming van de buiten-spiegels in te schakelen.De verwarming wordt auto-
matisch uitgeschakeld. Druk de toetsnogmaals in om de achterruitverwar-ming eerder uit te schakelen.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen Zet de airconditioning 1 tot 2 keer per maand 5 tot 10 minuten aan omhet systeem in perfecte staat te hou-den. Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en laat het systeem
in dat geval door uw PEUGEOT-ser-vicepunt controleren. Opmerking: laat de ventilatieroos-
ters open staan voor een optimale werking van de airconditioning.
Page 56 of 137
VOORSTOELEN
1. Verstelling in lengterichting.Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
2. Rugleuningverstelling Duw de handgreep naar achteren.
3. Hoogteverstelling bestuur- ders- en passagiersstoel:
Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenstestand bereikt is.
4. Schakelaars stoelverwarming Druk de schakelaar in. De tempe-ratuur wordt automatisch gere-geld. Druk nogmaals op de schakelaar om de verwarming weer uit teschakelen. Opmerking: De geselecteerde
stand van de stoelverwarming blijft nadat het contact is afgezetnog twee minuten in het geheu-gen.
UW 307 SW IN DETAIL
56