Page 65 of 137

UW 307 SW IN DETAIL
64
Overzicht van de mogelijkheden met betrekking tot kinderzitjes, gerangschikt naar gewicht van het kind en de plaats in de auto (overeenkomstig richtlijnen 2000/3):
U : universeel kinderzitje.
U (R) : universeel kinderzitje met of zonder hoogteverstelling (volgens 3.3, appendix 2 van bijlage XVIII van de richtlijn 2000/3).
Plaatsing:
L1 : BRITAX Babysure E11 0344117 Universeel (tot 13 kg).
L2 : ROMER Prince E1 03301058 Universeel (9 - 18 kg).
L3 : ROMER Vario E1 03301120 Universeel (15 - 25 kg).
L4 : RECARO Start E1 03301108 Universeel (15 - 36 kg).
L5 : KLIPPAN Optima E17 030007 Universeel (15 - 36 kg).
L6 : KIDDY Isofix (rug in rijrichting) E1 03301123 en Universeel (tot 13 kg)*.
L7 : KIDDY Isofix (gezicht in rijrichting) E2 030011 Universeel (9 - 18 kg)*.
* Zie "Stoelen - ¤ Isofix-bevestiging" voor het gebruik van een KIDDY kinderzitje met Isofix-bevestiging. Gewicht
Plaats < 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg
Passagiersstoel v——r UU UU
Vaste stoel L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Passagiersstoel v——r U (R) U (R) U (R) U (R)
Verhoogde stoel (R) L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Buitenste zitplaats UU UU
Buitenste stoel L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Middelste zitplaats UU UU
Middelste stoel L1, L6 L2, L7 L3, L4, L5 L4, L5
Buitenste zitplaats Extra stoel L1 L2 L3, L4, L5 L4, L5
Buitenste zitplaats UU UU
Buitenste stoel 2e zitrij L3, L4, L5 L4, L5
Buitenste zitplaats UU UU
Middelste stoel 2e zitrij L3, L4, L5 L4, L5
1e zitrij 2e zitrij 3e zitrij
Page 66 of 137

VEILIGHEIDSGORDELS
Veiligheidsgordels voor en buitenste veiligheidsgordels2e zitrij De voorstoelen zijn voorzien van vei- ligheidsgordel met pyrotechnischegordelspanners en gorde;krachtbe-grenzers, terwijl de achterzitplaatsenvoorzien zijn van gordels met uitslui-tend gordelkrachtbegrenzers. Hoogteverstelling veiligheidsgordels voorstoelen:
knijp in knop 1en schuif het
bovenste bevestigingspunt omlaag,
schuif knop 1omhoog om het bovenste
bevestigingspunt omhoog te schuiven.
Omdoen:
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Veiligheidsgordels met pyrotechnischegordelspanners engordelkrachtbegrenzers Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners engordelkrachtbegrenzers is de veili-gheid van de inzittenden bij frontaleaanrijdingen nog verder verbeterd.De gordelspanners dienen om,afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordels ste-vig tegen de lichamen van de inzit-tenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als hetcontact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegenhet lichaam van de inzittende getrok-ken wordt.
UW 307 SW IN DETAIL
65
Middelste veiligheidsgordel 2e zitrij De middelste zitplaats van de 2e zitrij is voorzien van een in het midden van dehemelbekleding gentegreerde drie-puntsgordel met een oprolautomaat. Steek de gesp Aen vervolgens de
gesp Bvan binnen naar buiten door
de riemgeleider van de stoel.Bevestig de gesp Ain de desbetref-
fende gordelsluiting (rechts) en ver- volgens de gesp Bin de desbetref-
fende gordelsluiting (links).
Voer dit in omgekeerde volgorde uit om de gordel op te rollen en plaats degesp Bvervolgens op de magneet
van het bevestigingspunt op het ach-terste gedeelte van het dak.
Page 67 of 137

UW 307 SW IN DETAIL
66
Veiligheidsgordels 3e zitrij De zitplaatsen op de 3e zitrij zijn voorzien van twee driepuntsgordelsmet oprolautomaat. Steek om de gordel om te doen de gesp
Cen vervolgens de gesp Din
de desbetreffende gordelsluitingen.
Voer dit in omgekeerde volgorde uit om de gordel op te rolllen en plaatsde gesp Din de daarvoor bedoelde
ruimte E. De gordel heeft het mees-te effect als deze strak omhet lichaam gedragenwordt.
Als de zitplaatsen zijn voorzienvan armsteunen, moet de heup-gordel altijd onder de armsteundoor worden geleid. Draai de gespen van de veilig- heidsgordels niet om; de gordelszijn dan niet voldoende effectief. De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en dekracht van de aanrijding, v——r enonafhankelijk van de airbagsafgaan. Het verklikkerlampje van de air- bag gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrij- ding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt.Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat het daarna vervangen.
Page 68 of 137
5 zitplaatsen 4 zitplaatsen met tafeltje
MODULARITEIT EN OPSTELLING VAN DE STOELEN
UW 307 SW IN DETAIL
67
Dankzij het slimme ontwerp van uw auto en van de stoelen kunt u de stoelen op diverse manieren opstellen. De
buitenste stoelen kunnen zowel op de 2e als op de 3e
zitrij en zowel links als rechts worden geplaatst. Als de middelste stoel verwijderd is van de 2e zitrij, kunt u de stoelen naar het midden verplaatsen voor nog meer ruimte. De middelste stoel van de 2e zitrij kan ook links aan de zij-
kant op de 3e zitrij worden geplaatst. In dat geval moet de linker veiligheidsgordel van de 3e zitrij worden gebruikt zonder deze door de geleider te voeren. Op de 3e zitrij kunt u maximaal 2 extra stoelenplaatsen (links
en rechts).
Het wijzigen van de opstelling van de stoelen dient te gebeuren als de auto stilstaat (zie hoofd-stuk "Stoelen"). Voorbeelden van stoelopstellingen die zowelcomfortabel als praktisch zijn:
Page 69 of 137
UW 307 SW IN DETAIL
68
4 zitplaatsen met buitenste stoel op 3e zitrij Grote laadruimte
5 zitplaatsen met middelste stoel op 3e zitrij
Vervoeren van lange voorwerpen
Page 70 of 137
UW 307 SW IN DETAIL6969
7 zitplaatsen met 2 extra stoelen 5 zitplaatsen met 2 neergeklapte extra stoelen
6 zitplaatsen met extra stoel en middelste stoel op 3e zitrij
5 zitplaatsen met tafeltje en extra stoel
Page 71 of 137

SLEUTELS Met behulp van de sleutel kunnen de voorportieren, de tankdop en hetdashboardkastje vergrendeld of ont-grendeld worden, kan de passagiers-airbag worden uitgeschakeld enwordt het contactslot bediend. Centrale vergrendeling Met behulp van de sleutel in het slot van het bestuurdersportier kunnen deportieren en de achterklep gelijktijdigvergrendeld of ontgrendeld worden,kan de supervergrendeling wordenbediend en kunnen de buitenspiegelsworden ingeklapt. Als ŽŽn van de portieren of de achter- klep geopend is, werkt de centrale ver-grendeling niet. Dit wordt aangegevendoor een geluidssignaal als wordtgeprobeerd te vergrendelen met deafstandsbediening.
Met de afstandsbediening kunnendezelfde functies worden uitgevoerd.
Afstandsbediening
Vergrendelen Druk op de knop Aom de auto te
vergrendelen. Het vergrendelen wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de richting-aanwijzers. Opmerking: door lang op de knop A
te drukken, worden niet alleen de portieren en de achterklep vergren-deld, maar worden ook automatischde ruiten gesloten. Auto's met supervergrendeling Let op: de supervergrendeling blok-
keert het van binnenuit en van buitenaf openen van de portieren. Door ŽŽn keer op de knop Ate druk-
ken wordt de supervergrendeling ingeschakeld. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden branden vande richtingaanwijzers. Opmerking: door lang op de knop Ate
drukken wordt niet alleen de superver- grendeling ingeschakeld, maar wordenook automatisch de ruiten gesloten. Door binnen vijf seconden na het inschakelen van de supervergrendelingnogmaals op de toets Ate drukken
wordt de normale vergrendeling weeringeschakeld. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer twee seconden branden vande richtingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop
Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richtingaanwijzers. Opmerking: als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgren- deld zonder dat binnen 30 secondeneen van de portieren wordt geopend,wordt de auto automatisch weer ver-grendeld.
Lokaliseren van de auto Om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren op een parkeerplaats: druk op de knop A, de plafon-
niers gaan branden en de knip- perlichten knipperen gedurendeenkele seconden.
UW 307 SW IN DETAIL
70
Page 72 of 137

Codekaart Op deze kaart staat de identificatie-
code die uw PEUGEOT-servicepuntnodig heeft bij werkzaamheden aande startblokkering. De code is afge-dekt, verwijder de film alleen als ditstrikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veili- ge plaats buiten de auto.
Waarschuwingssignaal sleutel Als het bestuurdersportier wordt geo- pend terwijl de sleutel nog in hetcontact steekt, klinkt er een geluids-signaal.Batterij van afstandsbediening vervangen Als de batterij leeg is, verschijnt in com- binatie met een geluidssignaal de mel-ding
"Batterij afstandsbediening
leeg" op het multifunctionele display.
Neem de schroef los en wip het huismet een muntstuk bij het oog los om debatterij te vervangen (CR 2016/3 V). Als de afstandsbediening na het ver- vangen van de batterij niet werkt, moetdeze opnieuw geprogrammeerd wor-den. Herprogrammeren van de afstandsbediening Zet het contact uit.
Zet het contact weer aan.
Druk meteen op de knop A.
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het contactslot. Deafstandsbediening werkt nu
weer.
UW 307 SW IN DETAIL 71
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze diefstalbeveiliging blokkeert het motormanagementsysteemzodra het contact wordt afgezet envoorkomt zo het starten van demotor bij een inbraak. In de sleutel is een chip aangebracht die over een specifieke code bes-chikt. Bij het aanzetten van hetcontact moet de code van de sleutelworden herkend door de startblok-kering, waarna de motor gestart kanworden. Bij een storing in het systeem
zal,
als het contact wordt aangezet (2e stand van de sleutel), het verklikker-lampje van de centrale vergrende-lingsschakelaar op het middelstegedeelte van het dashboard snelgaan knipperen in combinatie meteen geluidssignaal en de melding"Storing elektronische startblok-kering" op het multifunctionele dis-
play. De auto kan dan niet gestart worden.Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.