Page 57 of 137

Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
5. Armsteunen v——rDeze zijn neerklapbaar en uit-
neembaar. Druk, om de armsteun te verwij- deren, op de knop tussen dearmsteun en de rand van de zit-ting en trek de armsteunomhoog.
6. Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun v——r
Trek de hoofdsteun naar voren en schuif deze gelijktijdig naarwens omhoog of omlaag. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de lip met behulp van eenmuntstuk omhoog en trek dehoofdsteun gelijktijdig naar vorenen omhoog. Steek om de hoofd-steun terug te zetten de pennenin de openingen van de rugleu-ning tot de hoofdsteun op zijnplaats blijft. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van eensysteem dat de zogenaamde whip-lash voorkomt. In het geval van een aanrijding zorgt de kracht van het lichaam op derugleuning ervoor dat de hoofdsteunnaar voren en omhoog komt, waar-door wordt voorkomen dat het hoofdeen sterke achterwaartse bewegingmaakt.
7. Opbergladen Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope- nen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, til delade op en trek hem vervolgensgeheel naar buiten.
Plaats geen zware voorwerpen in deopbergladen. Onder de passagiersstoel is een speciale ruimte om een verbanddoosen een gevarendriehoek (kleinmodel) op te bergen.
8. Opklaptafeltje U heeft de beschikking over een opk- laptafeltje met bekerhouder in deachterkant van beide voorstoelen. HOOFDSTEUNEN ACHTER Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de des-
betreffende zitplaats niet gebruiktwordt. De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukde blokkeerpal (buitenste stoel) of detwee nokken (middelste stoel) in.
UW 307 SW IN DETAIL
57
De juiste stand van de hoofd- steun is als de bovenzijdevan de hoofdsteun zich terhoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.
Page 58 of 137

Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn verwij-derd; de hoofdsteunenmoeten zijn geplaatst encorrect zijn afgesteld.
5. Armsteunen v——rDeze zijn neerklapbaar en uit-
neembaar. Druk, om de armsteun te verwij- deren, op de knop tussen dearmsteun en de rand van de zit-ting en trek de armsteunomhoog.
6. Hoogte- en hoekverstelling hoofdsteun v——r
Trek de hoofdsteun naar voren en schuif deze gelijktijdig naarwens omhoog of omlaag. Zet, om de hoofdsteun te verwij- deren, deze in de hoogste stand,druk de lip met behulp van eenmuntstuk omhoog en trek dehoofdsteun gelijktijdig naar vorenen omhoog. Steek om de hoofd-steun terug te zetten de pennenin de openingen van de rugleu-ning tot de hoofdsteun op zijnplaats blijft. Actieve rugleuning
(voorstoelen)
De rugleuning is voorzien van eensysteem dat de zogenaamde whip-lash voorkomt. In het geval van een aanrijding zorgt de kracht van het lichaam op derugleuning ervoor dat de hoofdsteunnaar voren en omhoog komt, waar-door wordt voorkomen dat het hoofdeen sterke achterwaartse bewegingmaakt.
7. Opbergladen Onder beide voorstoelen heeft u de beschikking over een opberglade.
- Til de opberglade iets op en trek hem naar voren om de lade te ope- nen.
- Trek om de opberglade te verwij- deren de lade geheel open, til delade op en trek hem vervolgensgeheel naar buiten.
Plaats geen zware voorwerpen in deopbergladen. Onder de passagiersstoel is een speciale ruimte om een verbanddoosen een gevarendriehoek (kleinmodel) op te bergen.
8. Opklaptafeltje U heeft de beschikking over een opk- laptafeltje met bekerhouder in deachterkant van beide voorstoelen. HOOFDSTEUNEN ACHTER Zet de hoofdsteunen omhoog om ze te gebruiken en omlaag als de des-
betreffende zitplaats niet gebruiktwordt. De hoofdsteunen kunnen bovendien worden verwijderd.
Verwijderen: trek de hoofdsteun omhoog tot aan de aanslag en drukde blokkeerpal (buitenste stoel) of detwee nokken (middelste stoel) in.
UW 307 SW IN DETAIL
57
De juiste stand van de hoofd- steun is als de bovenzijdevan de hoofdsteun zich terhoogte van de bovenzijdevan het hoofd bevindt.
Page 59 of 137

ACHTERSTOELEN
Verstelling in lengterichting*
Trek de beugel Aop en schuif de
stoel in de gewenste stand.
Vanaf de 3e zitrij kunt u aan de bandB trekken en de stoel in de gewens-
te stand zetten.Dit vergemakkelijkt het uitstappenvan de passagiers op de 3e zitrij,zeker als de stoelen van de 2e zitrijneergeklapt zijn. Rugleuningverstelling
Trek aan een van de twee banden C
(buitenste stoelen en extra stoelen) of aan de band E(middelste stoel)
en stel de gewenste hoek in. Laat de band los om de rugleuning te vergrendelen. Opmerking: twee banden Cof een
band Ebevinden zich bovendien aan
de achterzijde van elke stoel* om het neerklappen vanaf de 3e zitrij of debagageruimte mogelijk te maken. Opklappen van buitenste stoel: toegang tot de 3e zitrij: Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen en klap de stoel op. uitstappen van de 3e zitrij of neerklappen vanuit debagageruimte: Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de band B.
Klap de rugleuning op de zitting metde band C.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ontgrendelen en klap de stoel op.
UW 307 SW IN DETAIL
58
Bevestig de spanbanden (in de kaartentas van de buitenste stoelen) voor het rijden:
- 2e zitrij: de ene kant aan het handvat H en de andere kant aan de hand-greep,
- 3e zitrij: de ene kant aan het handvat H en de andere kant aan de hand- greep van de achterste armleuning. * Behalve extra stoel.
Page 60 of 137

UW 307 SW IN DETAIL59
Middelste stoel als tafeltje installeren Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Klap de rugleuning op de zitting met de band E.
De achterkant van de rugleuningdient nu als tafeltje met vier beker-houders, twee pennenhouders en
een documenthouder. Opklappen van middelstestoel Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Schuif de stoel zo ver mogelijk naar achteren
met de beugel A.
Klap de rugleuning op de zitting metde band E.
Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu-ning in deze stand te vergrendelen(zoals bij verwijderen). Breng de knop Domhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen en klap de stoel op. Bevestig de ene kant van de span- band (in de kaartentas van ŽŽnvan de voorstoelen) voor het rij-den aan het handvat H en de ande-re kant aan de handgreep. Opklappen van extra stoel Zet de hoofdsteun in de laagste stand. Klap de rugleuning op de zitting door de band
Ceerst omlaag en vervol-
gens naar voren of achteren te trek-ken. Opmerking: druk de rugleuning
tegen de zitting aan om de rugleu- ning in deze stand te vergrendelen. Breng de hendels Fomhoog om de
achterste stoelbevestiging te ont- grendelen. Bevestig de ene kant van de span- band (in de kaartentas van destoel) voor het rijden aan het sjo-roog H en de andere kant aan dehandgreep van de achterste arm-leuning.
Page 61 of 137

Stoel verwijderen
Klap de desbetreffende stoel op. Open de twee rode hendels Gonder
de stoel om de voorste stoelbevesti- ging te ontgrendelen.
Til de stoel op aan het handvat Hen
verwijder hem uit de auto.Plaats bij de 3e zitrij de doppen in de openingen om de vloer van de baga-geruimte vlak te maken. Stoel plaatsen
Verwijder bij de 3e zitrij eerst de dop- pen uit de vloer met behulp van eenschroevendraaier of munt. Zorg ervoor dat de verankerings- punten van de stoel vrij zijn en destoel ongehinderd vergrendeldkan worden. Draag de stoel aan het handvat
H.
Plaats de voorkant van de stoel in de verankeringspunten.
Vergrendelen Ontgrendelen Breng de knop Domhoog om te
controleren of de vergrendeling aan de achterkant open staat. Kantel de neergeklapte stoel naar achteren. De achterste bevestiging wordt auto- matisch vergrendeld, evenals de 2rode hendels G. Controleer of de stoel goed ver-grendeld is.
Trek aan de band
C(buitenste of
extra stoel) of E(middelste stoel) en
klap de rugleuning omhoog.
UW 307 SW IN DETAIL
60
Vergrendel de rugleuning af en toe tegen de zittingom een lange levensduurvan de bekleding van destoelen te waarborgen.
Vermijd het plaatsen van bagageop de opgeklapte stoelen. Gebruik de banden voor het verstellen van de stoel nooit omde stoel te verwijderen, te plaat-sen of te dragen.
Page 62 of 137

Isofix-bevestigingen De Isofix-bevestigingen zijn beschik- baar voor de twee buitenste achter-zitplaatsen en maken het mogelijkeen speciaal Isofix-kinderzitje , dat
verkrijgbaar is bij de PEUGEOT-servicepunten, te plaatsen. De sloten van het kinderzitje worden verankerd aan de speciale Isofixbevestigingspunten en zorgen zovoor een veilige, degelijke en snellemontage van het zitje. Een speciaal, gehomologeerd kin-
derzitje is het KIDDY Isofix kinderzit-je. Dit kan met de rug in de rijrichtingworden geplaatst voor kinderenvanaf de geboorte tot 13 kg en methet gezicht in de rijrichting voor kin-deren van 9 tot 18 kg. Als het kinderzitje in de rijrichting is geplaatst,
moet de voorstoel in de
middelste stand en de rugleuningrechtop worden gezet. Het gebruik van zowel de Isofix bevestigingen, als de gesp en de vei-ligheidsgordel is verplicht.
U kunt het KIDDY Isofix kinderzitje ook plaatsen op een van de buitenste stoe-len van de tweede zitrij, die op de derdezitrij wordt geplaatst. In dit geval moet
het KIDDY Isofix kinderzitje met de rugin de rijrichting worden geplaatst waar-bij de rugleuning van het kinderzitjetegen de rugleuning van de desbetref-fende stoel op de tweede zitrij steunt.
UW 307 SW IN DETAIL 61
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijnvoorzien van Isofix bevestigingen.Het is in dit geval verplicht de nor-male driepunts veiligheidsgordels tegebruiken.
Wanneer het KIDDY Isofix kinder- zitje met de rug in de rijrichting opde passagierstoel voorin isgeplaatst, is het verplicht de air-bag aan passagierszijde uit teschakelen. Bij het afgaan van de airbag kan een kind levensgevaarlijk gewondraken.
Volg bij het plaatsen van het kin- derzitje de gebruiksaanwijzingvan de fabrikant.
Page 63 of 137

KINDERZITJES
Hoewel PEUGEOT bij het ontwerp van uw auto veel aandacht heeft besteed aan veiligheidsvoorzieningen voor uw kinderen, is hun veiligheid natuurlijk ook afhankelijk van u zelf.
Volg voor een optimale veiligheid de volgende adviezen op:
- kinderen jonger dan 10 jaar moeten in goedgekeurde*, aan het lichaamsgewicht aangepaste kinderzitjes op met veiligheidsgordels uitgeruste plaatsen worden vervoerd.
- passagiersstoel*: kinderen jonger dan 10 jaar mogen niet met het kinderzitje in de rijrichting worden vervoerd**. Het kinderzitje mag wel tegen de rijrichting in worden aangebracht. In deze stand is het verplicht de airbag aan passa- gierszijde uit te schakelen.
PEUGEOT beveelt de volgende systemen aan:
Vanaf de geboorte tot 18 maanden (tot 13 kg)
ÒRšmer BabysureÓ: wordt zowel voorin als achterin met de rug in de rijrichting aangebracht en met een driepuntsgordel vastgemaa kt.
Als het zitje voorin is aangebracht, moet de passagiersstoel in de middelste standworden gezet.
Van 9 maanden tot 3 of 4 jaar (9 tot 18 kg)
ÒRšmer PrinceÓ: wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
Omwille van de veiligheid van uw kinderen: gebruik het zitje en de gordelbeschermer nooit los van elkaar.
Van 3 tot 6 jaar (15 tot 25 kg) ÒRšmer VarioÓ: wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt.
UW 307 SW IN DETAIL
62
1
2
3
Page 64 of 137

UW 307 SW IN DETAIL63
Laat nooit een kind of een dier in uw auto achterwanneer alle ruiten geslo-ten zijn en de auto in dezon staat.
Laat de sleutels nooit binnenbereik van de kinderen achter inde de auto. Schakel de airbag aan passa- gierszijde uit als een kinderzitje opde passagiersstoel wordtgeplaatst. Bij het afgaan van de airbag kan een kind levensgevaarlijk gewondraken.
Volg alle aanwijzingen van de fabrikant met betrekking tot hetplaatsen van het kinderzitje op.Deze zijn aangegeven in de des-betreffende gebruiksaanwijzing.
Van 3 tot 10 jaar (15 tot 36 kg)
ÔRecaro StartÕ: wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastgemaakt. De hoogte en de breedte van de rugleuning kunnen naar gelang de leeftijd en de grootte van uw kind worden afgesteld. ÔKlippan OptimaÕ: wordt op de achterzitting met een driepuntsgordel vastge- maakt.
Vanaf 6 jaar (ongeveer 22 kg): gebruik alleen de zitverhoging.
Let erop dat de driepuntsgordels of de banden van het kinderzitje goed vastge- zet worden, zelfs bij een korte rit. Om te voorkomen dat de achterportieren per ongeluk worden geopend, gebruikt u de kindersloten. Let erop dat de achterportierruiten nooit meer dan 1/3 geopend worden.
* Volgens de wettelijke bepalingen.
** Alleen als de achterzitplaatsen al bezet zijn door andere kinderen of als de achterbank niet bruikbaar is (verwijderd, neergeklapt). Zet in dat geval de pas- sagiersstoel in de achterste stand en schakel de airbag niet uit.
4
5