Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kan deonderhoudsintervalindicator op devolgende wijze op 0 gezet worden: zet het contact af,
druk op de resetknop van de dag- teller en houd deze ingedrukt,
zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tel-len. Laat de knop los als de onderhouds- intervalindicator 0 aangeeft; deonderhoudssleutel verdwijnt. Belangrijk: Als u na deze handeling
de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijfminuten. Het resetten van de onder-houdsintervalindicator zal andersniet worden opgeslagen. ONDERHOUD VAN SLIJTAGE-ONDERDELEN en controle van verbruikte artikelen Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen specifieke onderhoudscontroles.
- De
remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
- Het pollenfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (onder-
houdscontroles en tussentijdse controles) of, afhankelijk van de omgeving
(stof, vervuiling, enz.), vaker gecontroleerd te worden.
- Vervangen van de distributieriem: raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
- Voor de 2 liter HDI Turbo diesel motor (110 pk) moet het PEUGEOT-servi-
cepunt elke 80.000 km het roetfilter onderhouden en het additiefreservoir
bijvullen.
- De airbags en de pyrotechnische gordelspanners dienen elke 10 jaar ver-
vangen te worden.
- De bandenspanning moet minstens eens per maand bij koude banden
gecontroleerd worden.
DE PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES 21